Dat ik een trendy type ben, hoef ik hier allang niet meer uit te leggen. De trouwe lezer weet dat ik gek ben op gadgets en ook vooraan in de rij sta om die uit te proberen of aan te schaffen. Ik word er blij en opgewonden van. Toch zijn er soms ook momenten van nostalgie naar vroeger, heimwee naar het tijdperk dat een draagbare transistorradio met een enkel oordopje het hoogst haalbare was voor trendsetters als ik.
Nu bevind ik mij in Portugal. Op vakantie. Dit stukje schrijf ik in het appartement in Porto, dat De Ware en ik voor vijf dagen hebben gehuurd. Ik zit aan de eettafel te tikken op het minitoetsenbordje (Bluetooth) dat zo leuk en schattig past bij mijn iPad (die weer een doorlopende wifi-verbinding heeft, waardoor ik dezelfde ochtendbladen lees als aan de vaderlandse ontbijttafel en waarmee we kijken naar Nederlandse nieuws- en amusementsprogramma's, alsof we thuis voor de buis zitten). Tegenover mij op de bank zit De Ware een vuistdikke roman te lezen, die niet zwaarder is dan de handzame e-reader waarin die is opgeslagen. Met het thuisfront blijven we voortdurend in contact: met onze lieve, kleine bloedjes, die zich op uiteenlopende plekken in Europa bevinden via sms of app, met vrienden en bekenden via Facebook, waarop we zo af en toe een lollige vakantiefoto met hilarisch bijschrift plaatsen, zodat we straks bij thuiskomst niet echt meer in geuren en kleuren onze vakantiebelevenissen hoeven na te vertellen.
Hoe anders verliep dit alles, nog niet eens zo heel lang geleden. We sjouwden tassen met boeken en tijdschriften mee om de vakantie-avonduren door te komen. In het vliegtuig mochten we toen ook nog kosteloos meer gewicht meenemen, maar we reisden natuurlijk per auto. Of trein. Of bus. We vonden onze plaats van bestemming door minstens tweemaal een foute afslag te nemen, we kenden geen GPS of Google Maps. En eenmaal geïnstalleerd? Dan maakten we een wandeling van de camping naar de enige lokale telefooncel en stonden daar bijna een uur in de rij om tegen de thuis bij de telefoon wachtende ouders te roepen dat we prima waren aangekomen. Als ik het me goed herinner kochten we zelfs nog in deze eeuw voor een dergelijk gesprek een telefoonkaart. Een gedachte die acute gevoelens van heimwee oproept!
Ons huidige Portugese bestemming konden we vooraf al dromen. We boekten het appartement online: we zagen foto's van alle vertrekken van de woning, van handdoeken en het beddengoed, van het uitzicht en ook nog een stuk van de straat waar we nu zijn. Voorspelbaar? Ja, misschien wel. Maar een mens wil toch ook een stukje zekerheid wanneer hij een behoorlijke som gelds uitgeeft voor een betrekkelijk korte periode.
Avontuurlijk? Dat blijft het gelukkig ook nog! Op de kaart van een stad die je niet kent, zijn de afstanden moeilijk in te schatten: je denkt dat je dichtbij het centrum zit (de verhuurster spreekt zelf van downtown), of dichtbij een metrostation, maar dat is geenszins het geval! Op diezelfde stadskaart wordt ook geen reliëf aangegeven en door die enorme hoogteverschillen valt een simpel stadswandelingetje veel langer en vermoeiender uit dan voorzien. En gelukkig voorziet ook de woning zelf nog in verrassingen. Zo trok De Ware al op dag 1 een rolluik aan gort, dat bij nader inzien met een soort klittenband was gemonteerd. Het warme water laat een kwartier op zich wachten en kent ook daarna geen enkele druk: het blijft een lauw en treurig tranenstroompje.
Genoeg te beleven, dus! Nu de verrassing er een beetje af is, maken we ons op voor ons volgende verblijf. De komende weken hebben we nog twee appartementen te gaan. Inderdaad, die hebben we al gezien, maar ach, wat zegt dat?
zondag 28 juli 2013
zaterdag 13 juli 2013
Vernieuwing!
Innovatie en
vernieuwing, daar ben ik wel van. Ik set liever een trend dan dat ik ‘m volg,
ook al lukt dat vaker niet dan wel. Mijn zelfopgelegde voorbeeldfunctie vraagt
erom dat ik immer geducht ben voor vastroestende patronen en
vanzelfsprekendheden. Ik sta enorm open voor verrassende, onverwachte, grensoverschrijdende
out-of-the-box-ideeën. Ik kon dan ook niet anders dan volmondig ‘Ja!’ roepen,
toen mijn kapster me vroeg: ‘Zullen we eens wat anders proberen?’
Want ze had gelijk. Ondanks mijn status als trendsetter
en stijlicoon ben ik ook altijd erg gewoon gebleven. Misschien wel te lang. Of
te gewoon. Dus ja, een nieuwe coupe leek een uitgelezen kans om mijn imago weer
een stap dichter te brengen bij de even onvermijdelijke als onafwendbare cultstatus.
Dus ja, dat moesten we maar eens doen.
Ach, erg schokkend was het allemaal niet, na afloop van
dat magische knipmoment op die woensdagmiddag. Maar het bijzondere zat ‘m dan
ook juist in het subtiele karakter van
deze metamorfose. Het nieuwe kapsel deed meer voor mij dan de andere accenten
die mijn dierbare kapster hier en daar had gelegd. De opgeschoren zijkanten ademden
meer zelfvertrouwen. Door het langere haar bovenop voelde ik me groter, langer,
knapper. Deze verandering ging veel verder dan een doodgewone knipbeurt.
Nadat ik de laatste losse, oude haren van me had
afgeschud, fietste ik naar mijn werk. Onderweg trof ik louter starende en bewonderende blikken.
Tegemoetkomend fietsverkeer stapte af, verbaasd en uit het veld geslagen, mij
nog lang nakijkend, terwijl ik vlot en veerkrachtig verder fietste. Eenmaal op
mijn werk werd ik overladen met complimenten. Ook veel collega’s zag ik
zwijgend en met open mond stilstaan toen ik ze passeerde. Ze waren te verrast
en te verwonderd om nog een woord te kunnen uitbrengen. Een enkeling lukte dat
wel en sprak uitvoerig zijn of haar waardering uit. Ook de jonge juristen in
het gebouw waren enthousiast en spraken over een ‘hippe mini-mohawk’ en over ‘lijkt
wel tien jaar jonger’…
Mijn eigen kinderen, Hommeltje en de kleine Trubbels, toch ook van de leeftijd van die jonge
juristen, moesten even wennen. Dat begreep ik wel: deze nieuwe, progressieve
look was niet direct die van een vaderfiguur. Diezelfde woensdagavond zagen ze
mij er voor het eerst mee, op straat, in het openbaar. Toen ik kwam aanfietsen,
zag ik in hun blikken enige verwarring: was deze nieuwe hippe superheld
inderdaad hun vader? Ik kon ze gelukkig al snel geruststellen: ik was het echt.
Hun moeder, die erbij stond, interpreteerde hun admiratie
enigszins anders en sprak op spotte toon: ‘Sue the hairdresser!’ Hierop kon ik
slechts antwoorden: ‘Inderdaad!’ Hoewel ik nog altijd geen idee heb hoe zij de
voornaam van mijn kapster weten kon.
Een kapsel is dynamisch, net zoals ikzelf dat ben. Het
aanvankelijk zo strakke model is inmiddels alweer langer en losser geworden:
dat is ook goed. Maar de adrenaline van de innovatie heeft ook iets
verslavends. Ik heb inmiddels dan ook alweer een nieuwe knipafspraak gemaakt.
Abonneren op:
Posts (Atom)