zondag 31 december 2017

Liefde!

Tijdens de decemberdagen zijn we bezig met terugblikken. We schrijven gedichten voor elkaar over relevante gebeurtenissen van het voorbije jaar, en geven daar ook nog een cadeautje bij. Maar we ontkomen daarbij niet aan het heden. Gelukkig.

Bij mij thuis staan de feestdagen voor een belangrijk deel in het teken van samenzijn. Uit of thuis. Met vrienden of gezin. Kinderen komen, ze brengen partners mee (indien aanwezig) en sinds enkele jaren ook een eigen kind. En juist dat laatste is het eigenlijke stralende middelpunt van onze festiviteiten. Want ik durf hier rustig toe te geven: ik ben tot over mijn oren verliefd op mijn kleindochter. Ik aanbid al jaren de grond waarover ze kruipt, hobbelt, huppelt of rent. En die verliefdheid is alleen maar erger geworden sinds ze communiceren kan. Eerst met die hemelsblauwe blik van onschuld en mateloos vertrouwen. Met de knuffels en kusjes die zij op verzoek levert (of soms weigert). En nu dan ook met de taal waarmee zij haar bedoelingen onderstreept: klanken en woordjes die in ongeachte welke situatie hetzelfde effect sorteren: vertedering en nog verdergaande verliefdheid.

Dit jaar was de kleine prinses voor het eerst aan het kerstdiner aangeschoven in gezelschap van haar mama én haar papa. Voor alle volwassenen een prachtig wonder van liefde, perfect in het verlengde van de kerstgedachte. Zonder enige gene vroeg ze de voortdurende aandacht van haar tafelgenoten: afgezien van haar beide ouders, ook de twee opa’s, haar lievelingstante en haar favoriete oom (de langste aan tafel, maar wiens naam steevast door prinsesje in de verkleinvorm wordt gebezigd). En kreeg die ook onvoorwaardelijk, want de verliefdheid is bepaald niet beperkt gebleven tot die ene opa. Van het culinaire kerstmaal at zij slechts enkele spaarzame hapjes, maar ach, wie kon dat schelen, zolang zij je een glimlach schonk die elk hart deed smelten. Hoe anders was dat ooit bij haar eigen mama, met wie elke maaltijd een gevecht was: het aantoonbare verschil tussen kind en kleinkind, tussen opvoeden en verwennen.
Want natuurlijk wordt de prinses ook overladen met geschenken, ondanks haar mama’s instructie om daarin niet te overdrijven. Maar die blik van verrassing, dankbaarheid en aanhankelijkheid werkt verslavend – mede door de wetenschap dat die niet voor eeuwig duren zal. Dus we slaan mama’s woorden in de wind, zoals zij dat vroeger deed met die van ons.
Ja, ik ben verliefd tot over mijn oren. Het is onvoorstelbaar dat er ooit – lang, vreselijk lang geleden – een moment is geweest dat het mij een beter idee leek dat dit geweldige mensje niet werd geboren. Die gedachte, ook al werd die ingegeven door liefdevolle bezorgdheid, vervult mij altijd nog met een gevoel van schuld en schaamte.
Wat ben ik dankbaar nu dat haar mama destijds mijn woorden in de wind geslagen heeft.

zaterdag 16 december 2017

Leiderschap

Een teamplayer, een bruggenbouwer, een organisatietalent en een mensenmens: kwalificaties die ik in mijn cv opnam, lang voordat iedereen dat deed. Maar dat het inmiddels clichés geworden zijn, betekent niet dat ze niet meer opgaan. Ze zijn me nog altijd op het lijf geschreven. En o ja: doortastend ben ik ook. Echt waar.

Uit bovengenoemde eigenschappen kan ook worden afgeleid dat ik slecht alleen kan zijn. Hoewel ik door de jaren heen met mezelf heb leren opschieten, verkeer ik ook graag in ander gezelschap. Dat zoek ik dan ook regelmatig op, in uiteenlopende combinaties. Met een gelijkgestemde vriendenclub ga ik bijvoorbeeld niet alleen veelvuldig uit eten, maar we volgen samen ook regelmatig onze passie voor spel. Momenteel ligt onze zeskoppige belangstelling bij een zeer eigentijds fenomeen: de Escape Room.

Inmiddels zijn we behoorlijk bedreven in het zoeken naar manieren die leiden naar tijdige ontsnapping uit bankgebouw, boshut of illegale stokerij. En onlangs lieten we ons vastketenen in een onverlichte doolhof, met ontsnapping binnen een uur als ultiem doel. Voorafgaand aan deze uitdaging stuurde de doolhofexploitant ons een even spannend als cryptisch e-mailbericht om de teamgeest alvast te prikkelen. Inbegrepen was de link naar een online test waarmee ieders natuurlijke teamrol kon worden vastgesteld. Reuzehandig!
Vier teamleden deden de test vrijwel direct, waaronder ikzelf. Een vijfde deed het iets later, wegens voortdurende uithuizigheid. Nummer zes vroeg zich net vóór aanvang van onze ontsnappingsopdracht en net nádat deze test uitgebreid ter sprake gekomen was, hardop af: ‘Huh? Welke test?’ Met deze reactie is de teamrol van nummer zes nauwkeurig gedefinieerd. De testuitslag van vier teamleden luidde: ‘Leider’. Nadat ikzelf nauwgezet en serieus de test had ingevuld en rekende op een titel als teamplayer, bruggenbouwer, organisatietalent of mensenmens werd mijn rol bestempeld als ‘Chaosschepper’.

Eenmaal binnen werd snel duidelijk dat ik geen enkele moeite hoefde te doen om mijn rol kracht bij te zetten. In een gezelschap van vier leiders ontstaat er vanzelf ordeloosheid. Ik stelde mij terughoudend op, ook al omdat ik achteraf niet de schuld wilde krijgen van de wanorde. En omdat ik in het algemeen best bescheiden ben. Het gevolg was dat ik, met in elke hand een zwak zaklampje, de verschillende leiders voortdurend stond bij te lichten terwijl zij zich langdurig het hoofd braken over raadsels om de tientallen sloten te kunnen openen. En toen ik zelf twee andere teamleden actief en duidelijk instructie gaf bij het oplossen van een vrij eenvoudige puzzel, moest dit toch nog drie keer maal over. Ondanks de dominante aanwezigheid van leiderschap ontsnapten we uit de doolhof met een half uur vertraging. Wél een half uur langer plezier, dat wel.

Teamrollen kunnen overigens ook buiten een gerichte gemeenschappelijke opdracht een rol spelen. Om 10 uur vanochtend ging de kaartverkoop van start van een festival waar we met dit leidersclubje graag naar toe wilden. We zaten kennelijk allemaal op tijd achter onze pc, want vijf minuten voor aanvang brak een discussie los op onze gezamenlijke WhatsApp-groep. Welke type ticket gingen we nemen? Toch maar een groepsticket? Is dat echt zoveel voordeliger? En wie ging dat dan bestellen? O, nee, het lukt niet meer! Wat nu?
Alle leiders buitelden over elkaar in dit overleg. Om twee minuten over tien was ik de eigenaar van zes tickets. Het lukt mij dan toch steeds om in de chaos, zelfgeschapen of niet, het hoofd koel te houden. Want ja, doortastend ben ik ook.
Echt waar.  


dinsdag 28 november 2017

Tranen

Hoe positief je ook bent ingesteld, soms is het optimisme niet meer vol te houden. Als er aan de hele horizon geen lichtpuntje te bespeuren lijkt en het huilen zoveel nader dan het lachen is. Zeker, lieve mensen, dat geldt zélfs voor uw trouwe gezelschapsdier.

De afgelopen weken bezocht ik met grote regelmaat de oogpoli in het ziekenhuis. De centraal gepositioneerde wachtkamer aldaar is omgeven door veel deuren waarachter een batterij oogartsen en hun assistenten zich schuilhouden. Ondanks die hoge deuren- en dokterdichtheid duurt het wachten altijd zo lang dat je soms spontaan even wegsukkelt.
Tijdens een van deze bezoeken trok op enig moment een der oogartsen een deur open, stak het hoofd naar buiten en maakte duidelijk dat de volgende patiënt welkom was, door loeihard diens naam door de wachtkamer te brullen. De betreffende mevrouw, die – al dan niet weggesukkeld - ongeveer pal naast de deur zat, reageerde zichtbaar geschrokken door dit volume en veerde ongeveer een halve meter op van haar stoel. ‘Nou, mevrouw’, sprak de oogarts grijnzend, ‘met uw óren is in elk geval niets mis.’ Naar ik vermoed betrof het hier een vaak gehanteerde belegen grap uit de oogartsenpraktijk.
Flauw dus, maar ook weer niet geheel onlogisch: uit ervaring weet ik inmiddels dat wanneer een der zintuigen het laat afweten de overige extra hun best gaan doen.

Nee, door mijn - nog altijd - verminderde gezichtsvermogen ben ik niet beter gaan horen of ruiken. Ik ben met name beter gaan voelen – hoewel ‘beter’ hier misschien niet de juiste omschrijving is. Ik ben vooral gevoeliger. Meer dan ik al was. Ik huilde altijd al lekker makkelijk, maar nu is het gênant. Films, series, muziek, een willekeurige herinnering of een losse gedachte: ongeveer alles triggert de tranen. Mijn humeur is breekbaar, maar ook explosief. Mijn beperkte zicht maakt mij niet alleen weinig stabiel, maar vooral ook labiel. Mijn lontje is kort, het ontstekingsmechanisme staat op scherp. Een onvoorspelbare uitval ligt zomaar op de loer naar willekeurig wie.
Jazeker, dat is volkomen in tegenspraak met mijn eigen altijd zo gelijkmatige, vrolijke zelf, maar ingegeven door de frustratie over het uitblijven van enige genezing. Tjongejonge, wat heb ik medelijden met mij. ’s Nachts snik ik mezelf in slaap.

Hoewel de medicatie niet erg goed lijkt aan te slaan, kent het hele druppelassortiment wel een praktische bijwerking. Mijn zieke, rode oog traant de ganse dag. Voortdurend moet er een tissue aan te pas komen. Maar zo verberg ik wel mijn labiele huilbuien, de tranen van kwaadheid en het snikkende verdriet om mijn eigen treurige lot.
Tranen als camouflage voor tranen.
Wat ’n dichterlijke gedachte.


donderdag 16 november 2017

Bot

Het menselijk gedrag is een wonderlijk fenomeen. Voor je het weet roest het vast, in zich steeds herhalende patronen. Een perpetuum mobile van dezelfde rituelen. Tot je de vaste navigatie uitzet en kiest voor de alternatieve route.

Op het schooltje waar ik werk, deel ik een kamer met een aardige collega, die behalve kamergenoot ook een vriend geworden is. Er zijn weekdagen dat deze Collega-Kamergenoot-Vriend (CKV) en ik soms meer uren met elkaar doorbrengen dan met ons beider Waren. Bovendien zitten we minstens zo dicht op elkaar. Daarnaast zijn we allebei erg open over zowel onze privésituatie als ons gevoelsleven. Ook staan we voortdurend open voor elkanders feedback, dus ja, erg productief zijn we niet. Maar we proberen wel te léren van elkaar.

Voorbeeldje. Vorige week weigerde de printpas van CKV opeens dienst: een behoorlijk ongemak, het diepere kantoorleed. CKV belde met de helpdesk van het hoofdkwartier. Een nieuwe pas zou worden toegestuurd binnen vijf werkdagen. Kosten: tien euro. Door gebruiker zelf te voldoen. Deze boodschap was een dolksteek in het rechtvaardigheidsgevoel van CKV, jurist in hart en nieren. Zijn reactie was van het type jankerig: ‘Maar daar kan ík toch niets aan doen? Ik pas juist altijd heel goed op mijn pasje! Ik bewaar het in speciaal hoesje. Daar haal ik mijn pasje nooit uit. Ik heb het nu in mijn hand. Mijn pasje. In het speciale hoesje.’ Deze laatste, toch behoorlijk lachwekkende mededeling wist CKV ongeveer snikkend uit te brengen. Vooruit dan: hij moest het defecte pasje maar opsturen, voor nader onderzoek.

Na dit telefoongesprek gaf ik CKV zoals altijd ongevraagd de gebruikelijke feedback. Dat hij in zulke gevallen niet zo zielig moest doen, maar juist wat assertiever moest zijn. Hij stond immers in het gelijk! Tot mijn verbazing reageerde CKV met een jij-bak: ík was juist altijd zo bot. Hij refereerde aan een ander voorbeeldje.
Ik had een belafspraak met de stagebegeleider van een student. Exact op het afgesproken tijdstip belde ik het mij doorgegeven nummer. Dit bleek een algemeen nummer: alle medewerkers waren in gesprek. En dat ruim tien minuten. Een kwartier te laat werd ik doorverbonden met de stagebeleider. Fijntjes merkte ik op dat gebruik van een direct telefoonnummer misschien wat efficiënter was geweest. Nu hadden we allebei op elkaar zitten wachten.

‘Fijntjes?’ merkte CKV op, toen we bovengenoemd gesprek samen evalueerden. ‘Dat was verre van subtiel, juist uitgesproken bot.’ En voegde er – weinig subtiel – nog maar eens aan toe: ‘En zo doe jij nou altijd.’
Als hij niet zo zielig had gedaan, had ik me misschien gekwetst gevoeld. Maar toch: de stagebegeleider had onverschillig gereageerd op mijn opmerking. Een direct telefoonnummer had ik niet gekregen. Twee dagen later ontving CKV het bericht dat het defecte pasje hem niet verwijtbaar was. Het tientje hoefde niet betaald. Zo werd het janken beloond.

Ik probeer nu niet voortdurend meer mijn gelijk te halen, stel mij kwetsbaar op: klaar om in tranen uit te barsten. Ik merk dat mensen zich hierbij wat ongemakkelijk voelen en eerder geneigd zijn toe te geven. Een prachtig effect.
Ja, wij leren van elkaar.


donderdag 19 oktober 2017

Diepte

Niemand zal van zichzelf zeggen oppervlakkig te zijn. Ik natuurlijk ook niet. Maar erg veel diepgang zit er bij mij niet in de laatste tijd: in de letterlijke zin van het woord. 

Mij overkwam volkomen onverwachts iets heel vervelends. Ik liep een acanthamoebe op. Nee, ik had er ook nog nimmer van gehoord, maar inmiddels weet ik er al heel veel van. Het is een parasiet die zich nestelt in het oog (doorgaans van de drager van zachte contactlenzen) en aldaar een chronische hoornvliesontsteking veroorzaakt. En dat leidt weer tot heftige pijnen en sterk verminderd zicht. Behandeling moet snel worden gestart en kan vervolgens wel zes maanden duren. Uiteindelijk kan de schade resulteren in een hoornvliestransplantatie of blindheid. Googelt u zelf even voor de betere horrorverhalen.

Door een alerte huisarts en kundige oogarts werd in mijn geval snel de diagnose gesteld, inmiddels vier weken geleden. Mijn linkeroog voelde alsof er glas in zat, werd bloedrood en zag nog minder dan een kwart. De lichtgevoeligheid was onbeschrijflijk. Daarom plakte ik het oog af: het werkte toch niet naar behoren. Met het andere oog kon ik moeizaam lezen, tv-kijken en beeldschermwerken waren maar beperkt mogelijk. Bovendien is het zo dat wie maar met een oog kan kijken, geen diepte ziet. Ik weet inmiddels dat de bezitter van zo’n oog wellicht wel bekend is met die wetenschap, maar zich er toch niet echt bewust van is.

Autorijden ging niet meer, dat snapte ik zelf natuurlijk ook wel. Ik zou het trouwens ook niet durven. De Ware chauffeerde mij trouw naar de oogartscontroles, die soms wel om de andere dag  plaatsvonden. Fietsen deed ik wel, na een week of wat. Maar nadat oversteken enkele keren een risicovolle aangelegenheid bleek, werd ik wel wat onzeker. Bij het aflopen van een trap hield ik stevig de leuning vast. Bij het omhooggaan trouwens ook, desondanks bezeerde ik daarbij pijnlijk mijn scheenbeen. Het simpele feit dat dit kneuzige overzicht in de verleden tijd is weergegeven, betekent niet dat hieraan een einde is gekomen. Wanneer ik een glas water of een kop koffie wil inschenken, bestaat de kans dat een groot deel van de vloeistof over mijn voeten stroomt.
Deze week zitten we op een zonnig eiland, De Ware en ik. De trip was al geboekt voor de diagnose, maar ik keek er niet naar uit. Er ging een apothekerskast oogdruppels mee, die volgens een strikt regime toegediend moeten worden en deels ook nog eens koel bewaard. Ik vreesde de invloed van de zon op mijn oog, ook al was dat nog altijd afgeplakt.

In de kleine week dat we hier nu zitten heb ik op diverse terrassen al heel wat glazen omgestoten, en incidenteel ook een hele tafel, en al dan niet aan scherven gegooid. ‘Ik zie geen diepte!’ roep ik dan ter verontschuldiging. Ik loop tegen mensen aan en grijp vaak mis wanneer ik iets wil aanpakken. Ik struikel trappen op en af.
Maar aan de zon raakte ik snel gewend. Het oog liet zich pijnloos behandelen, werd minder rood en ging steeds meer zien. Gisteren verwijderde ik de sticker. Vandaag haalde ik de meegezeulde laptop tevoorschijn om bovenstaande te schrijven.
De oppervlakkigheid voorbij. 



zondag 17 september 2017

Bevalling

In mijn omgeving gaat het tegenwoordig wonderlijk vaak over zwangerschappen en bevallingen. Hoewel ik zelf nooit een kind heb gebaard, ben ik driemaal intensief betrokken geweest bij een geboorte. Ik vertel dan ook graag over mijn belevenissen als ervaringsdeskundige. Ook voor mijzelf heeft dat een therapeutisch effect. Vergeten herinneringen dringen zich kraakhelder op.

De geboorte van de oudste erfgenaam, Kroonprinses, besloeg twee volle dagen, begon thuis en eindige in het ziekenhuis. Kindje wilde niet komen, de inzet van veel specifiek gereedschap ten spijt. Fijn was dat allemaal bepaald niet, maar die ervaring vormt vervolgens wel het referentiekader. Kind nummer 2 bleef ook tot ruim na de uitgerekende datum op haar plek. Tot haar Mama mij op een nacht wekte: of ik de verloskundige maar wilde bellen: kindje kwam. Anderhalf uur eerder waren we naar bed gegaan. De eerste bevalling indachtig was ik ervan overtuigd dat Mama levendig had gedroomd of dat wellicht de hormonen haar parten speelden. We moesten ons voorbereiden op een avontuur van vele uren. Maar Mama was vasthoudend en reageerde erg realistisch op de weeën. Dus belde ik de verloskundige, die al ter plekke was toen ik de slaap nog uit mijn ogen stond te wrijven.

Bij binnenkomst was de verloskundige al direct geïrriteerd: het echtelijke bed hadden wij niet, conform de arbovoorschriften, op klossen geplaatst. Nou ja, ik had het wel geprobeerd, maar het zag er naar uit dat het bed zou bezwijken onder die constructie. Ik was derhalve nog altijd aan het nadenken over een alternatieve oplossing, maar was nu ingehaald door de tijd. Of ik al water had gekookt, vroeg de geërgerde vroedvrouw. Uh.. nee. Ik ging het dadelijk doen. Nog altijd weet ik niet waarom en wat er nu precies met dat water is gebeurd. Ik zette ook koffie, pakte handdoeken. En bel ook de kraamhulp, sommeerde de verloskundige. Ik vond het wel veel taken tegelijk, maar willigde braaf alle eisen in.
De kraamhulp woonde in een dorp op 20 kilometer en kwam per taxi. Nog voordat zij was gearriveerd was Hommeltje geboren, na twee persweeën. Ik knipte de navelstreng door en daarmee kwam een einde aan de hectiek.

De verloskundige vertrok, de kraamhulp wervelde als een witte tornado het huis binnen, wassend, poetsend en uiterst opgewekt. In de vroege ochtend bracht ik haar naar huis, zodat zij niet opnieuw een taxi hoefde te bellen. Ik liet Hommeltje en haar Mama lekker samen in het warme kraambed liggen. Nadat ik de hulp had afgezet in haar dorpje, spoedde ik me huiswaarts, nog altijd niet goed beseffend dat de hele bevalling zo snel was verlopen. Thuisgekomen ontdekte ik dat ik mezelf had buitengesloten. Ik kon het huis niet in. Ik belde aan, maar de versbevallen Mama bleek niet in staat de trap af te komen. De mobiele telefoon was nog geen gemeengoed, dus wij converseerden hardop door de brievenbus. Natuurlijk kon zij niet naar beneden komen. Of ik misschien volslagen gek geworden was?
Ik was in deze op mijzelf aangewezen. Via de schutting van de achtertuin en de dakgoot klom ik uiteindelijk het openstaande raam van de slaapkamer binnen. Daar lag Hommeltje tevreden smakkend aan de borst.

Dit laatste gedeelte van deze heugelijke (en hete) zomernacht had ik jarenlang verdrongen. Ik was er natuurlijk ook niet heel trots op. De schaamtetermijn lijkt nu, ruim een kwart eeuw later, verstreken. De tijd van ‘later lach je erom’ is eindelijk aangevangen. 


zondag 27 augustus 2017

Inzicht

Het beste huwelijk kent wel eens een hobbel. Ook als je elkaar al jaren kent en aan elkanders eigenaardigheden bent gewend. Het nemen van die drempel is een creatief proces dat uiteindelijk leidt tot nieuwe inzichten en een ander perspectief.

We wonen al vele jaren gelukkig in een heerlijk huis, De Ware en ik. Dat huis is enkele jaren ouder dan wijzelf, dus onderhoud of herinrichting is soms gewenst. Daarover zijn wij beiden het doorgaans eens. Over de weg naar de renovatie lopen onze meningen nogal eens uiteen. Zelf ben ik van het vlotte, impulsieve model, terwijl De Ware zich liever richt op een grondige en bedachtzame voorbereiding. In het verleden leidde dit verschil in opvatting meer dan eens tot wederzijdse irritatie. Na vele jaren samenzijn hebben wij hierin een gezamenlijke modus gevonden (die komt er vooral op neer dat ik geduldig afwacht tot Ware er klaar voor is).

Sedert lange tijd prijkt ook onze werkkamer op de Herinrichtingslijst. Ooit schoven we er twee in alle opzichten afwijkende bureaus naar binnen en daaraan veranderden we nooit meer iets. Stijlvol en praktisch was het allemaal niet. Jarenlang bladerde ik in allerhande designbladen naar het kantoorkatern en liet me inspireren door de meest schitterende opstellingen. Glanzende, lege bureaubladen en strakke afgesloten ladenblokken in een opgeruimde setting van een zonder twijfel gestructureerde thuiswerker. Die persoon wilde ik zijn! Maar natuurlijk moest ik nog een hele tijd geduld oefenen.

Jaarlijks, in de zomervakantie, gaan we op zoek naar de ideale werkkameroplossing bij de Zweedse meubelgigant. En even vaak keren we onverrichterzake huiswaarts. Tot twee weken geleden. We liepen tegen een praktisch, tijdloos en ook nog in hoogte verstelbaar bureau aan. De afmetingen leken ideaal (maar vooraf niet precies vastgesteld), dus we namen er direct twee mee: voor ieder een. Slagvaardig als ik ben, brak ik, eenmaal thuisgekomen, onmiddellijk de oude bureaus af. In een aangrenzende kamer gingen we de nieuwe aanwinsten in elkaar zetten. Een joint venture: we namen elk een bureau onder handen en voerden gelijktijdig dezelfde actie uit – een bijzonder harmonieuze vorm van samenwerking, die volgens mij een heilzame werking heeft op elke relatie. Aanrader!
In minder dan anderhalf uur waren beide bureaus compleet en foutloos gemonteerd. We waren erg trots op ons. En terecht.  

Toen we het nieuwe materiaal in de werkkamer wilden plaatsen, bleek dit niet mogelijk in de gedroomde opstelling. Onze werkkamer was in ons hoofd ruimer geweest dan op papier. De precieze afmetingen hadden we ter voorbereiding niet gecontroleerd, opgeschreven en meegenomen. Ondanks de jarenlange en doordachte zoektocht hadden we uiteindelijk toch een impulsaankoop gedaan.
Een poos lang keken we wezenloos de ruimte in. Daarna begon het schuiven. Met de bureaus en ander meubilair. Een creatief proces dat uiteindelijk leidde tot nieuwe inzichten. Nu hebben we allebei een totaal andere werkplek met een volkomen nieuw perspectief.  



zaterdag 12 augustus 2017

Spannend

Onze vakantie zit er bijna op. De Ware en ik zijn aan het inpakken en nemen mentaal alvast afstand van ons tropisch vakantieparadijs. Jazeker, het is ons hier zonder twijfel gelukt om te ontspannen, maar spannend was het soms ook…

Vlak voor onze komst werd ons vakantie-eiland getroffen door een stevige aardbeving. De schade leek beperkt. Tijdens een eerste inspectie constateerden we forse scheuren in aarde en wegdek, volgens een duidelijk aanwijsbare breuklijn. Ook viel op dat oudheidkundige bouwwerken die eerder eeuwenlang stand hadden weten te houden nu toch aan het natuurgeweld ten onder waren gegaan, terwijl moderne bebouwing nauwelijks een schrammetje had opgelopen.
De verwachting was dat er nabevingen zouden volgen. ‘Gewoon onder een stevige, houten tafel gaan zitten’, adviseerde een vriend die zich zelf ver en veilig Down Under bevond. De eerste nabeving beleefden we na enkele dagen. We lagen in alle rust aan het zwembad toen de gehele aarde in volledige stilte begon te trillen. Het leek alsof er een goederentrein geluidloos over het terrein raasde. De vergelijking met de trilsteen voor de Trollenkoning in de Efteling drong zich op. Het was binnen enkele seconden voorbij. Sprakeloos keken we elkaar en de andere badgasten aan.

Een week later zaten De Ware en ik op het balkonnetje van ons vakantie-appartement te ontbijten toen opeens alles in beweging kwam: het balkon, de muren, de aarde. En ook onze maag, van schrik en angst. We reageerden zeker niet adequaat (wat dat in deze situatie ook betekenen mag): we zaten elkaar volkomen versteend aan te staren. We dachten in het geheel niet aan een houten tafel (en beschikten daarover trouwens ook helemaal niet). De gasten aan het zwembad onder ons balkon hielden eveneens hun adem in. De spanning werd gebroken door onze vakantiebuurvrouw die het naastgelegen balkon op kwam stormen en de bezwerende woorden riep: ‘Zo. Dit is de laatste. Nu is het klaar.’
En dat was ook zo. De immense siddering duurde iets langer dan de eerste keer, maar nog altijd kort. Maar de impact was enorm: nog dagen had ik last van fantoombevingen, ’s nachts werd ik wakker en voelde aan de muren of ze trilden, in een poging tot controle.

Waren deze schokkende ervaringen het spannendst van onze vakantie? Niet echt. Met een huurauto maakten we een trip over het eiland. Ons toeristengidsje wees ons een mooie route door het ruige, bergachtige gedeelte, langs een koffieplek, een klassiek Grieks amfitheater en een hooggelegen klooster. Onze gids was wellicht toe aan een nieuwe druk. De crisis sloeg grote gaten in de Griekse economie, maar vooral ook in het wegdek. De bergwegen waren verworden tot veelal onverharde paden vol met kuilen en af en toe een plak versleten asfalt die zich met veel haarspeldbochten een steile weg omhoog dan wel omlaag kronkelden. Meer dan eens gaapte er een peilloze diepte vlak langs onze dappere rental. Om onverklaarbare redenen had ik steeds het beeld van een stevige, houten tafel op mijn netvlies.
We zagen onderweg amfitheater noch klooster. De route bleek dood te lopen. Bij een adembenemend uitzicht, dat wel. Maar even goed moesten we diezelfde weg terug nemen. Dat was geen seconde minder spannend en duurde uren.

Bij thuiskomst zullen we deze trip noemen als een van de hoogtepunten van onze vakantie, met de fraaie uitzichtfoto’s als letterlijk bewijs. Het is immers een mooi en stoer verhaal waarin wijzelf de dappere hoofdrollen spelen.
Maar goed beschouwd was het natuurlijk gewoon gekkenwerk.



maandag 31 juli 2017

Ontspannen!

We vieren vakantie, De Ware en ik. Op een overzichtelijk eiland waar de hemel elke dag strakblauw is en de zonsondergang elke avond even adembenemend. De temperatuur is hoog, het tempo laag. Ideale omstandigheden voor optimale ontspanning. En toch: we hebben moeite om ons daar zomaar aan over te geven.

De afgelopen zomers vulden we onze vakantietrips met activiteiten. We stippelden thuis alvast een reis uit die ons door uiteenlopende streken of zelfs landen voerde en waarbij we verbleven in uiteenlopende accommodaties. We huurden een citybike of een auto of maakten een binnenlandse vlucht. Elke dag had een nieuwe, eigen agenda.
Maar na het afgelopen drukke jaar kon ik zelf moeilijk de energie opbrengen om opnieuw zo vermoeiend actief te zijn. Ik verlangde naar een stabiel-zonnig klimaat, waarbij de tocht naar strand of zwembad de belangrijkste inspanning zou betekenen. Tot mijn verrassing stemde De Ware vrijwel direct in met mijn voorstel. En aldus geschiedde.

Nu is het toevallig zo dat in een mensenleven De Weg Naar Ontspanning zo ongeveer het meest stressvolle traject is. Natuurlijk kon ik pas écht alles achter me laten als het klaar en opgeruimd was. Dus in de weken voorafgaand aan vertrek was ik vooral erg druk met het afmaken van allerlei zaken af te maken – en ook maar vast met de voorbereiding van relevante zaken na de terugkeer.
Daarnaast zou ik me tijdens ons zonverblijf toch ook met grote regelmaat in een zwembroek moeten vertonen. Ook dat vroeg om voorbereiding. Ik vermoedde dat ik over een goddelijk lichaam zou beschikken, wanneer dit vijf kilo lichter was, maar - realist als ik ben -, ik zag dit streven toch als te ambitieus en zette in op drie. Na drie weken van intensief bewegen en obsessief letten op voeding was ik 2,5 kilo lichter. Dat moest dan maar. Ik leek intussen zo uitgeput van mentale en fysieke inspanning dat ik waarschijnlijk toch niet verder komen zou dan het balkonnetje van ons appartement.
Wat ook niet hielp, was het bericht waarmee we enkele dagen voor vertrek wakker werden: ons paradijselijke eiland was opgeschrikt door een zware aardbeving. Nee, nu hadden we pas écht zin om erheen te gaan…

Maar we deden het toch. En daar zit ik dan nu. Op dat balkonnetje. In de stralende zon, uitkijkend over het zwembad, dat gevuld is met spelende en schreeuwende gezinnen. Goed verstaanbaar, want geheel Nederlandstalig. In mijn gisteren gekochte nieuwe zwembroek, want de oude bleek toch niet meer zo goed te passen.
Ontspannen? Nog niet helemaal. De Ware en ik moesten aan elkaar en onszelf toegeven dat we moeilijk blijken te kunnen leven zonder agenda. Daarom hebben we op de derde dag een ToDo-lijstje gemaakt van de dingen die we tijdens ons verblijf willen doen en zien. We hebben besloten om elke derde dag in te ruimen voor ten minste een van de activiteiten op dat overzicht. Ja, we hebben nu eenmaal behoefte aan structuur.
Daar worden wij ontspannen van.



zaterdag 15 juli 2017

Schoenen

Ik zie mijzelf als een kritisch persoon. En ook eerlijk. Maar dat bijt elkaar een beetje. Want als ik eerlijk ben, ben ik eigenlijk helemaal niet zo kritisch. Ik vind het al gauw goed.

Nu ik (in mijn beleving al vele jaren) doende ben met een masterstudie Toegepaste Psychologie moet ik regelmatig wetenschappelijke artikelen en onderzoeken kritisch beoordelen op betrouwbaarheid en validiteit. Soms vind ik de conclusies van zo’n onderzoek bijzonder ver gezocht dan wel erg kort door de bocht. En soms klinken de bevindingen me juist heel plausibel in de oren. Mijn oordeel is waarschijnlijk afhankelijk van een aantal externe factoren (is het ochtend of juist avond, warm of frisjes, een lang of kort artikel) en persoonlijke kenmerken (ben ik goedgemutst of chagrijnig, fit of moe/lui). Met de aard van het betreffende onderzoek heeft het bar weinig te maken. Voor deze aanname heb ik (nog) geen wetenschappelijk bewijs. Alleen mijn eigen ervaringen.

Bijvoorbeeld: toen ik afgelopen week nogal verveeld over de bank hing met mijn mobiel en scrollend en scannend de berichtgeving op sociale media controleerde, kwam er zomaar een fan-tas-tisch fraai paar schoenen voorbij: elegant model, opvallend gekleurd, ongekende klasse. Totally me! Het betrof hier natuurlijk een gepersonaliseerde advertentie, maar volgens een goed geslaagd algoritme. Het was precies dit paar dat ik nog miste, in een verder behoorlijk volledige verzameling (van zo’n paar of veertig): een schoenenset voor een écht bijzondere gelegenheid.
Bestellen was natuurlijk uiterst eenvoudig. Kwestie van een paar keer klikken en deze must-have was de mijne. Morgen al. Die beslissing was gemaakt in een split second.
Maar ai!: de betaalapp op mijn telefoon vond – heel eigenwijs – het aankoopbedrag te hoog om zo maar even te betalen. Of ik mijn bankpas maar even door zo'n fysiek apparaatje wilde halen. Hiertoe moest ik van de bank af komen en me twee stappen verplaatsen. Het idee achter deze extra handeling is natuurlijk dat ik mijzelf gedurende die twee stappen enige bedenktijd geef en vervolgens bij zinnen kom. Leuk bedacht van de betaalapp, maar volkomen zinloos. Ik overbrugde de afstand in relatief minder tijd dan Usain Bolt.

Over de levertermijn had de verkoper in de advertentie in elk geval niet gelogen. De volgende middag werd mijn bestelling al afgeleverd door de vaste PostNL-bezorger, wiens guitige blik verried dat hij wel wist wat voor aankoop ik nu weer had gedaan. Ik vermoed dat PostNL-jongens een beter beeld hebben van het consumentengedrag van bepaalde gezinnen dan menig marketeer. Misschien aardig om daar eens onderzoek naar te doen.
De schoen waren inderdaad fan-tas-tisch fraai! En ook nog met twee paar veters erbij in verschillende kleuren. Voorzichtig paste ik ze even. Er hoorde natuurlijk eigenlijk ook nog een mooi pak bij. En ze zaten ook nog een beetje stroef. Een kwestie van inlopen.
Met eerbied deed ik ze terug in de doos. Ook al zo mooi!
Daarin staan ze nu. Te wachten. Op de eerstvolgende écht bijzondere gelegenheid.


zaterdag 24 juni 2017

Stormvloedkering

Een uitgebreid ontbijt is essentieel voor een goed begin van de dag. En de krant is bij dat ontbijt dan weer een onmisbaar accessoire. Thuis hebben we er zelfs twee. Niet dat ik de tijd heb om die in de ochtend helemaal te lezen. Nee, terwijl ik ’s morgens zo ongeveer alles eet, ben ik erg selectief in wat ik lees.

Ik vind het moeilijk om op een nog nagenoeg nuchtere maag verhalen te lezen over terreuraanslagen waarbij veel slachtoffers zijn gevallen, over een allesverwoestende bosbrand of aardbeving, een door vlammen verteerde torenflat waarin tientallen bewoners het leven lieten. Die stukken sla ik over in de ochtend. En later op de dag lees ik ze trouwens ook niet meer. Het is niet dat ik me al die ellende niet aantrek. Het is heus geen onverschilligheid. Denk ik. Wat ik bijvoorbeeld wel lees zijn de achtergrondverhalen over individuele pubers die – al dan niet zelfgekozen – aan hun eind kwamen. Vermoord gevonden in het water, niet meer opgewassen tegen pesterijen, een onbedoelde fatale wending bij een choking challenge. Of op de trein gestapt zonder taal of teken. Ik verplaats me in het bodemloze verdriet van hun ouders, hun omgeving. Een weinig vrolijk begin van mijn dag, maar het raakt me meer dan het lot van de tientallen gelijktijdige slachtoffers van aanslag, ongeval of natuurramp. Dat maakt me wel onzeker. Want wat zegt dat over mij?

Aan dit alles moest ik denken toen ik luisterde naar De Grote Harry Bannink Podcast, een serie prachtige interviews van Gijs Groenteman over een van de grootste Nederlandse componisten aller tijden. Natuurlijk ook met veel van die onsterfelijke Bannink-liedjes. Heerlijk om naar te luisteren op de fiets, in de tuin of de sportschool. Een echte aanrader voor de liefhebber van smakelijke verhalen en ingenieuze melodieën. Maar dit terzijde.
Volgens de overlevering is het laatste liedje dat Bannink componeerde - ergens in de laatste twee dagen voor zijn plotselinge dood in 1999, op een tekst van Rob Chrispijn - het nummer Stormvloedkering, bedoeld voor het programma Klokhuis en gezongen door Remko Vrijdag. Het liedje gaat over de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg bij Rotterdam, die even lang is als de Eiffeltoren en wel vier keer zo zwaar en bedoeld is om het achterland te behoeden voor een overstromingsramp. Maar ergens neemt het nummer een terloopse maar tragische wending – terwijl de licht melancholische melodie je kalm en rimpelloos plots weet mee te sleuren. Dan blijkt dat het nummer gaat over het lot en diep en persoonlijk menselijk leed, waartegen geen stormvloedkering gewassen is. Ik moest erbij huilen. Maar ja, dat doe ik nogal gauw.

In dit liedje herkende ik het mechanisme van mijn ochtendritueel. Heel globaal samengevat: hoe kleiner het leed, hoe groter de impact op gevoel en medeleven. Een ramp van een enorme omvang gaat het bevattingsvermogen eenvoudigweg te boven. Ik kan me niet verplaatsen in de nabestaanden van honderden slachtoffers. Wel van eentje.
Deze zelf gevonden, maar zeker plausibele verklaring geeft mij een groot gevoel van opluchting.
Maar intussen is het natuurlijk goed dat er bij Rotterdam een stormvloedkering is.


dinsdag 13 juni 2017

Sollicitatiebrieven

Op het schooltje waar ik werk probeer ik de studenten te bekwamen in de kunst van het solliciteren. Dat talent komt immers goed van pas wanneer ze eenmaal hun diploma hebben. Ik doe dat graag en ik ben er ook best goed in: ooit had ik zelfs een sollicitatieverslaving.

Zeker: jarenlang schreef ik met grote regelmaat brieven op utopische en onmogelijke vacatures, als een soort schreeuw om aandacht en erkenning. Ik zag het als een uitdaging daarop te worden uitgenodigd, wat ook vaak lukte.. Mijn carrière heeft dan ook het patroon van een lappendeken, een soort quilt met allemaal kleine lapjes die in weinig op elkaar lijken. Terugkijkend leverde dat niet echt een coherent cv op. Nooit werkte ik ooit ergens langer dan vijf jaar. Tot ik dus terechtkwam in mijn huidige baan, waar ik van mijn verslaving mijn werk kon maken.

En nu zit ik ook aan de andere kant van de tafel. De vacature voor een nieuwe collega leverde een kleine vijftig brieven op, waaruit ik - samen met een andere collega – een handvol kandidaten mocht selecteren die we zouden uitnodigen voor een gesprek. Het aanbod bleek uiterst gevarieerd. Sommige briefschrijvers leefden zich uit in hun cv, dat in full colour was afgedrukt, voorzien van de modellenfoto die vast ook was te vinden op het Tinderprofiel, in zes verschillende lettertypes en met een speelse lay-out. Allemaal deden ze hun best om dat overzicht van loopbaan en persoonlijkheid op een enkel A4’tje te krijgen. Behalve een 24-jarige kandidate, die een uitgebreid verslag wist te geven van alle hockey-, roei- en handbalclubs waarbinnen zij actief is en de betrekkingen die zij sinds haar veertiende jaar had uitgevoerd (van krantenwijk en afwashulp tot serveerster en call-center-supervisor). Voor het gehele cv had zij zes kantjes nodig. Een 59-jarige medekandidaat wist een carrière met veertien (!) werkgevers te beperken tot een dubbelzijdig gedrukte A4. Zelf vond ik dit overzicht wel wat confronterend. We legden de mijnheer ter rechterzijde. Op de afwijzingenstapel.

Ook waren er nog kandidaten die in hun brief ook maar direct naar twee (volkomen) andere vacatures binnen de organisatie solliciteerden. Een daarvan gaf aan dat de voorkeur uitging naar een aanstelling voor onbepaalde tijd. Ook gaf zij vast heel praktisch dag en tijd door waarop haar agenda het toeliet om voor een gesprek langs te komen. Heel voortvarend. Maar ook deze mevrouw verschoven we naar rechts. Net zoals de kandidaat die een zin begon met ik wordt. We wilden niet meer weten wat hij werd – ook hij verhuisde naar rechts. Het betrof tenslotte een vacature voor een taaldocent.

Sommige schrijvers voldeden niet aan de eisen of aan het geschetste profiel. Een enkeling deed nog een dappere poging aan te geven dat hij/zij dit gemis meende te compenseren met jeugdig enthousiasme, bovenmatige inzet, flexibiliteit of een gezonde honger naar kennis. Hierbij was ik zelf geneigd om de ongeschikte kandidaat toch een kans te geven, waarschijnlijk vanwege de herkenbaarheid van het relaas, want ja: zo deed ik dat ooit immers ook. Maar mijn meesorterende collega kende geen genade.
En zo lukte het ons om de stapel terug te brengen tot vijf kandidaten die op papier voldoende geschikt leken om onze nieuwe collega te worden. Was onze intuïtie goed?
We weten het nog niet. De gesprekken moeten nog plaatsvinden. Wordt derhalve vervolgd.


maandag 29 mei 2017

Barbecue

De meimaand is nog geeneens voorbij en de thermometer staat al op tropisch. Dat belooft wat voor de rest van de zomer: een schier oneindige poel van transpiratie en zonnebrand, een parade over volle stranden en nog vollere terrassen met de voortdurende lucht van de obligate barbecue. De toon lijkt gezet.

De afgelopen weken vielen er al twee uitnodigingen op de mat voor een juli-barbecue. Lekker op tijd. Vorig weekend had het verzorgingshuis waar mijn schoonmoeder verblijft de primeur met het eerste grillbuffet van dit seizoen. Voor de feestelijke lustrumviering van de instelling waren er ruim 150 mensen uitgenodigd. Een evenement van een dergelijke omvang vraagt om een professionele organisatie. Helaas betekent barbecueën ook altijd: wachten. Te lang wachten. Er vormde zich dan ook een lange rij eters voor de grillroosters tot vis en vlees gaar waren. Intussen werd er ook wat stokbrood en salade neergezet. Dat zou de eerste trek ook
wel stillen, dachten mijn schoonfamilie en ik – en we schepten ons campingbordje vol. Dat was echter niet de bedoeling, zo werd duidelijk uit de onverwachte uitval van de onder hoogspanning verkerende chefkok. We moesten éérst aansluiten in de rij en ons pas daarna te goed doen aan de sidedishes.

Snel werd duidelijk waarom: de hoeveelheid stokbrood en salades waren niet berekend op de toegestroomde massa: de vier uitgestalde schaaltjes waren snel leeg en werden ook niet meer vervangen. Wel was er volop kruidenboter. Maar helaas geen stokbrood meer. Om aan de toenemende toorn van het gepeupel tegemoet te komen werden vlees en vis vervolgens na een enkele keer te zijn gekeerd met een noodgang op de borden gedeponeerd. Wij vreesden een nacht vol maag- en darmdiarree en lieten het halfrauwe voedsel grotendeels onaangeroerd.
Geen goed begin van dit zo vroeg ingezette bbq-seizoen.

Maar de beste stuurlui staan aan wal. Ikzelf kan mij helemaal verliezen in het eindeloos draaien van een lapje op het hete rooster, maar heb daarin de staat van perfectie nog niet  bereikt. Hierbij moet worden opgemerkt dat er weinig gelegenheid is om mijn talent verder te vervolmaken, omdat De Ware bepaald geen liefhebber is van dit kookgenre, vanwege vlammen in het vet en as op het vlees. Groot was dan ook mijn opwinding toen ik bij een supermarkt tijdens de reguliere boodschappenronde een milieuvriendelijke en duurzame elektrische tafelbarbecue voor weinig geld in de schappen zag staan. Het was ook nog eens de laatste, dus deze impulsaankoop was snel gedaan. Ik sloeg ook alvast enige verpakkingen vleesspiesen en gemarineerde spare ribs in.

Uitgepakt bleek het apparaat er heel hanteerbaar uit te zien. Om onduidelijke redenen moest er in plaats van houtskool water worden toegevoegd tijdens het grillproces. Tegen het aankoeken van vet, was mijn aanname. Er was ook een soort van afvoerkanaal voor dit water. Op elke pagina van de gebruiksaanwijzing werd met een groot en rood uitroepteken gewaarschuwd voor een incorrecte instelling van dit afvoerkanaal. De betreffende paragraaf bleek opgesteld in een geheime code (zie bijgaande afbeelding) die ik niet kon kraken. De arreteernok wist ik niet te vinden. Ongeduldig als ik was om eindelijk een begin te maken met mijn alfamannetjesgedrag gokte ik de instelling van de afvoer. Die gok leek goed, want er ging niets fout. Het vlees smaakte prima en kon zelfs aan De Ware een woord van goedkeuring ontlokken.
Ik verwacht dan ook dat mijn nieuwe buitenkeuken deze zomer nog vaak uit de doos zal worden gehaald. Tot die tijd staat hij in de kelder. Naast het fonduepannetje, de tafelgrill, de beide gourmetstelletjes (waarvan ook om te racletten) en de tafelwok.



zondag 28 mei 2017

Barbecue

De meimaand is nog geeneens voorbij en de thermometer staat al op tropisch. Dat belooft wat voor de rest van de zomer: een schier oneindige poel van transpiratie en zonnebrand, een parade over volle stranden en nog vollere terrassen met de voortdurende lucht van de obligate barbecue. De toon lijkt gezet.

De afgelopen weken vielen er al twee uitnodigingen op de mat voor een juli-barbecue. Lekker op tijd. Vorig weekend had het verzorgingshuis waar mijn schoonmoeder verblijft de primeur met het eerste grillbuffet van dit seizoen. Voor de feestelijke lustrumviering van de instelling waren er ruim 150 mensen uitgenodigd. Een evenement van een dergelijke omvang vraagt om een professionele organisatie. Helaas betekent barbecueën ook altijd: wachten. Te lang wachten. Er vormde zich dan ook een lange rij eters voor de grillroosters tot vis en vlees gaar waren. Intussen werd er ook wat stokbrood en salade neergezet. Dat zou de eerste trek ook
wel stillen, dachten mijn schoonfamilie en ik – en we schepten ons campingbordje vol. Dat was echter niet de bedoeling, zo werd duidelijk uit de onverwachte uitval van de onder hoogspanning verkerende chefkok. We moesten éérst aansluiten in de rij en ons pas daarna te goed doen aan de sidedishes.

Snel werd duidelijk waarom: de hoeveelheid stokbrood en salades waren niet berekend op de toegestroomde massa: de vier uitgestalde schaaltjes waren snel leeg en werden ook niet meer vervangen. Wel was er volop kruidenboter. Maar helaas geen stokbrood meer. Om aan de toenemende toorn van het gepeupel tegemoet te komen werden vlees en vis vervolgens na een enkele keer te zijn gekeerd met een noodgang op de borden gedeponeerd. Wij vreesden een nacht vol maag- en darmdiarree en lieten het halfrauwe voedsel grotendeels onaangeroerd.
Geen goed begin van dit zo vroeg ingezette bbq-seizoen.

Maar de beste stuurlui staan aan wal. Ikzelf kan mij helemaal verliezen in het eindeloos draaien van een lapje op het hete rooster, maar heb daarin de staat van perfectie nog niet  bereikt. Hierbij moet worden opgemerkt dat er weinig gelegenheid is om mijn talent verder te vervolmaken, omdat De Ware bepaald geen liefhebber is van dit kookgenre, vanwege vlammen in het vet en as op het vlees. Groot was dan ook mijn opwinding toen ik bij een supermarkt tijdens de reguliere boodschappenronde een milieuvriendelijke en duurzame elektrische tafelbarbecue voor weinig geld in de schappen zag staan. Het was ook nog eens de laatste, dus deze impulsaankoop was snel gedaan. Ik sloeg ook alvast enige verpakkingen vleesspiesen en gemarineerde spare ribs in.

Uitgepakt bleek het apparaat er heel hanteerbaar uit te zien. Om onduidelijke redenen moest er in plaats van houtskool water worden toegevoegd tijdens het grillproces. Tegen het aankoeken van vet, was mijn aanname. Er was ook een soort van afvoerkanaal voor dit water. Op elke pagina van de gebruiksaanwijzing werd met een groot en rood uitroepteken gewaarschuwd voor een incorrecte instelling van dit afvoerkanaal. De betreffende paragraaf bleek opgesteld in een geheime code (zie bijgaande afbeelding) die ik niet kon kraken. De arreteernok wist ik niet te vinden. Ongeduldig als ik was om eindelijk een begin te maken met mijn alfamannetjesgedrag gokte ik de instelling van de afvoer. Die gok leek goed, want er ging niets fout. Het vlees smaakte prima en kon zelfs aan De Ware een woord van goedkeuring ontlokken.
Ik verwacht dan ook dat mijn nieuwe buitenkeuken deze zomer nog vaak uit de doos zal worden gehaald. Tot die tijd staat hij in de kelder. Naast het fonduepannetje, de tafelgrill, de beide gourmetstelletjes (waarvan ook om te racletten) en de tafelwok.



zaterdag 13 mei 2017

EuroService (slot)

Het heerlijk avondje is gekomen. Veel doorsnee liedjes met een gouden strik. Veel middelmatige zangers in een maatkostuum of glitterjurk. Juist daarom mogen we er allemaal een mening over hebben. We vinden allemaal dat we het zelf beter kunnen, net zoals er bij voetbal miljoenen coaches bestaan. That’s the fun of the festival.

Gelukkig zit er vaak ook een liedje (of twee) bij waarvan we niet denken dat we het zelf beter hadden gedaan. Dat liedje mag dan winnen. Is dat bij de finale van dit jaar ook het geval? Tijdens de twee halve finales is het kaf al van het koren gescheiden. Twintig gingen er door (waarvan 18 goed voorspeld door uw Kenner). Zes landen maken tijdens de slotavond hun debuut. Daarbij staan we nog even stil. De anderen vindt u terug op het scoreformulier.

De eerste nieuwkomer stond al wekenlang bovenaan bij de bookmakers: de Italiaanse Francesco Gabanni met zijn vrolijke en dansbare lied over het gebrek aan Zen in onze westerse samenleving. In het Italiaans, want echt Engels spreekt Francesco niet. De dansende gorilla verbeeldt De Naakte Aap uit het gelijknamige werk van Desmond Morris, waarvan wij allen afstammen. Of Italië met de winst gaat strijken valt te betwijfelen, want afgelopen week werd in de voorspellingen de eerste plaats ingenomen door het indrukwekkende optreden van de Portugese Salvador.

Engeland komt met een musicalzangeres met enorm volume en veel vuurwerk in licht en geluid. Lucie overschreeuwt zichzelf soms in haar nummer dat mede werd gschreven door Emilie de Forrest, Deense winnares in 2013. Duitsland scoorde de afgelopen twee jaar de laatste plaats en twee jaar geleden zelfs met zero points. Een hattrick dreigt dit jaar. Het intro van het nummer van Levina klinkt nagenoeg exact als dat van Titanium van Sia met David Guetta maar is verder weinig interessant.
Gastland Ukraïne mocht de halve finale ook overslaan en zet de rocktroef in. Dit genre blijkt altijd onderscheidend, want erg zeldzaam. Dit levert zeker wat punten op, ook al is het middelmatig in zijn soort.

Het festival wordt afgesloten door Frankrijk met het type girl-next-door: een liedje waarvan we niet meteen denken dat we het zelf beter zouden kunnen, maar door een kort gerokt meisje dat we (vrouwelijke coaches) liever zelf zouden zijn of waar we (mannelijke coaches) graag naast zouden willen wonen. En dat is in Parijs, zo blijkt uit duidelijk uit haar performance.
Gelukkig doen ook de zusjes O’G3NE weer mee, net als in hun halve finale op de zesde startpositie. Of dat geluk brengt? In elk geval is hun zieke moeder aangekomen in Kiev. Dat nemen ze hen niet meer af.

Uw Kenner voorspelt de volgende top 10:
1.       Italië
2.       Portugal
3.       Bulgarije
4.       België
5.       Armenië
6.       Zweden
7.       Roemenië
8.       Frankrijk
9.       Azarbeijan
10.   Kroatië en Moldavië

...maar heeft persoonlijk een heel andere mening.