Omdat ik daar wat dingen te doen had, was ik een heel weekend
in de Grote Stad. Die formulering impliceert wellicht dat ik de Grote Stad niet
snel uit eigen beweging bezoeken zal. Dat klopt inderdaad. Wanneer ik mij
beweeg tussen zo’n enorme hoeveelheid mensen, kan ik mij oprecht heel eenzaam
voelen. Ik keer dan ook steeds graag weer terug naar mijn eigen,
overzichtelijke stad, die dan aanvoelt als een warm bad.
Maar: natuurlijk heeft de Grote Stad ook aangename
kanten. Winkels zijn altijd open. Eten en drinken kan immer en overal. Er is
volop keuze in cultuur. En daar gaat mijn eigen artistieke hartje sneller van
kloppen!
Tijdens mijn weekend in de Grote Stad bezocht ik dan ook
een museum. Want in een museum – waar dan ook – kom ik graag, om uiteenlopende
redenen. De huisvesting is bijna altijd fraai en ruim. Het is er rustig, zelfs
al zijn er veel bezoekers. De restaurants en koffiecorners hebben een
uitstekende prijs-kwaliteitverhouding en vriendelijk personeel. Er is altijd wel
iets verrassends te vinden, of dat nu positief of negatief is. En in beide
gevallen word ik er tóch vrolijk van. Maar bovenal werkt museumbezoek uiterst
inspirerend.
Hedendaagse kunst, in welke vorm dan ook, spreekt mij het
meest aan. Het allerliefst begeef ik mij – indien aanwezig – op de afdeling
design & vormgeving. Juist daar doe ik heel veel inspiratie op. En een
enkele keer een teleurstelling, zoals in het Designmuseum in Helsinki, waar ik
eens in een vitrine dat leuke ronde transistorradiootje (zie foto)
zag staan, dat ik in de
jaren zeventig zelf had gehad! Waarom toch ook altijd alles weggooien? Dit was waarschijnlijk
het moment waarop mijn verzamelwoede echt begonnen is, maar hierover een andere
keer…
Inspirerend is het museum dus doorgaans ook. Ooit bouwde
ik een konijnenhok naar kunstzinnig voorbeeld. Ik verfde het wit met een blauwe
strik erom, gelijk een pakje Blue Band. Helaas was de kleurencombinatie maar
kort berekend op het gedrag van de gebruikers.
En hoewel ik niet meer weet wáár ik het precies ontdekte,
maakte ik jaren geleden een variant op een museumontwerp van een klok-met-lamp.
Ik gebruikte hiervoor een rechte pvc-buis van een meter of wat, die ik verticaal
plaatste op een houten, ronde vloerplaat. Ik maakte een uitsparing in de buis en
bevestigde daarin een tl-lampje. Bovenaan maakte ik een pvc-bocht, die ik
schuin afzaagde. In die schuine opening monteerde ik een wijzerplaat met
uurwerk. Het geheel bespoot ik met blauwe structuurverf uit een spuitbus. In
alle eenvoud van een indrukwekkende schoonheid!
Elke keer als ik tentoongestelde vormgeving en design
bezoek zie ik dergelijk meubilair, waarvan ik denk: 'wat een eenvoudig, maar
vooral geniaal idee!' En: 'dat kan ik zelf óók!' Met dat idee ga ik naar buiten. Soms maak
ik ter plekke wat aantekeningen van dat inventieve opbergsysteem of die geniale tuinbank-met-plantenbakcombinatie.
En een enkele keer haal ik het materiaal daarvoor zelfs ook al in huis. Mijn
drukke bestaan laat het helaas (nog) niet altijd aan toe om het beoogde stukje
design ook daadwerkelijk na te bouwen.
Maar afgelopen weekend zag ik een heel strak model
eetkamerstoel, met onder de zitting een extra schap om allerhande dingen heel
handig in weg te zetten of leggen.
Ik weet het zeker: daarvan ga ik er acht maken.
In acht verschillende kleuren!