zondag 24 november 2013

Rampspoed

Een ongeluk komt nooit alleen. Lang geleden ontdekte ik al dat wanneer een bekende sterft, er binnen afzienbare tijd nog twee zullen volgen. (Bekende is hier in de ruimste zin bedoeld: van mensen uit de eigen omgeving tot de groten der aarde). Let maar eens op, het is echt waar! Hetzelfde gaat op voor vliegtuigongelukken of verkeersrampen. En helaas weet ook het kleine kwaad zich vaak te bundelen.

De afgelopen weken tekenden zich haast enkel en alleen door rampspoed en ellende. Een verwoestende typhoon teisterde de Filippijnen. Lange Frans ligt in een scheiding. Het ambitieuze Spoorzone-project hier ter stede komt in gevaar, doordat een belangrijke partner eruit stapt. En meer persoonlijk leed: in dit tijdperk van voortschrijdende crisis stopt nu ook mijn sportschool ermee!
Nou ja: stoppen, dat is niet helemaal waar. Mijn sportschool gaat de strijd aan met de concurrerende prijsvechters en stoot daarbij alle faciliteiten af waarvoor ik juist ooit gekozen had.  Ik ben zeker geen groot liefhebber van voortdurende intensieve beweging, maar ik zie ook wel dat het behoud van mijn goddelijke lichaam met het verstrijken der jaren om steeds meer onderhoud vraagt. Na het plegen van dat noodzakelijke onderhoud beloon ik mezelf steeds met een rondje wellness, als een kersje op de taart. En juist dat toetje wordt mij nu ontnomen.

Ik moet dus op zoek naar een andere sportschool. Een gevoel dat sterk doet denken aan het moment, enkele weken geleden, toen ik mijn portemonnee verloor. Ik voel nu vooral mijzelf verloren, want ik kan niet eenvoudig dezelfde portemonnee kopen en de inhoud opnieuw aanschaffen. Ik moet actief op zoek naar het beste alternatief.
Moeilijk, hoor. Ontheemd zwerf ik door de stad en meld me aan voor proefsessies bij ondernemingen waar ik voorheen met grote schamperheid over sprak. Overal word ik steevast met open armen en een vlotte babbel ontvangen. Jonge trainers met jaloersmakende lijven laten me vol trots hun sportzaal zien. Zonder uitzondering onderscheiden ze zich door de unieke, persoonlijke aanpak en begeleiding. Zij zien het behalen van mijn persoonlijke doelstellingen als hun persoonlijke uitdaging en daarbij is niets te gek en alles mogelijk. Als ik het wil kan ik in twee weken twaalf kilo afvallen.

Maar dat is niet echt wat ik wil. Ik heb zelf net voldoende discipline om de conditie op peil te houden en op het moment dat ik daarbij maar enigszins bezweet ben geraakt, wil ik afgedoucht languit in de sauna liggen om daar zonder enige inspanning nog even na te zweten. Bij voorkeur zonder badkleding, die geeft mij het gevoel alsof ik een Center Parks-toerist ben.
Niet echt een omvangrijk eisenpakket, dacht ik. Maar nog altijd heb ik geen sportschool gevonden die aan mijn wensen tegemoet kan komen. Intussen dringt de tijd, ik moet een keuze maken. Want een ongeluk komt nooit alleen. Het is al haast bijna december en zonder enige vorm van onderhoud ben ik, voor ik het weet, ook nog zomaar zeven kilo zwaarder.



vrijdag 8 november 2013

Roeping

Voor nieuwe dingen sta ik altijd open. Niet voor niets ben ik een trend- en modegevoelig typje (en jawel, ook wel een beetje gadgetgeil). Leren heb ik dan ook immer leuk gevonden. Opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden werkt verrijkend, vind ik. En die opgedane kennis en vaardigheden deel ik ook weer graag met anderen, die daar eveneens voor openstaan.

Jaren geleden nam ik eens een avontuurlijke afslag, maar na een lange omweg ben ik intussen alweer een hele tijd terug op het oorspronkelijke pad: dat van het onderwijs. Waarom ik ooit besloot de koers te wijzigen weet ik niet meer precies. Nu heb ik het  enorm naar mijn zin, in dit werkveld waar salaris omgekeerd evenredig is aan werkdruk. Zou dat nou een Roeping heten? En houdt die Roeping verband met mijn eigen honger naar verrijking?

Toegegeven: op een zekere leeftijd wordt het brein wat minder flexibel. Het absorbeert minder en ingesleten gewoontes zijn moeilijker te veranderen. Bij mij althans. De Ware (toch niet zo heel veel jonger) lijkt hiermee minder moeite te hebben.
Sinds kort dient ons huishouden, van overheidswege, het plastic afval gescheiden aan te bieden. Een verheven streven, dat ik mij echter maar moeilijk eigen maken kan. Minstens eenmaal per dag staat De Ware plotseling voor mij en wrijft mij een plastic voorwerp onder de neus dat ik per ongeluk in de verkeerde afvalbak heb gedeponeerd. Vaker nog besluipt De Schat mij van achter en laat mij vervolgens schrikken met een harde uitroep in de trant van: ‘Wat vind ik híer nou weer!’ – daarbij een kunststof bakje, zakje of dekseltje met weinig ingehouden triomf omhoog houdend.

Een dergelijke foutmelding die een tekort aan intern geheugen signaleert, weerhoudt mij vooralsnog niet. Geheel in lijn met mijn eigen levensfilosofie ‘een leven lang leren’ begon ik onlangs aan een cursus Zweeds: in mijn oren een sexy en uitdagende taal. Een nieuwe, avontuurlijke afslag, een welkome afwisseling op de dagelijkse routine en een constructieve bijdrage aan mijn jaarlijkse bezoek aan Stockholm of ander deel van Zweden. Ik schafte het bijbehorende prijzige tekst- en werkboek aan, abonneerde me op de online woordenlijst en schoof aan aan de keukentafel bij mijn nieuwe juf, een echte authentieke Zweedse native speaker.
Weer leren: leuk! Dacht ik.

Maar ach, hoe lastig is het om een compleet andere inrichting van klanken en grammatica toe te voegen aan de behoorlijk overbelaste talenknobbel. De Zweden blijken een volkomen afwijkend beeld van lidwoorden en werkwoordvervoegingen te hebben. Een heel leven hebben hun lippen en stembanden zich kunnen vormen naar klanken die wij enkel uitstoten bij heftige pijnreflexen. Hoe kan mij zoiets lukken in enkele uurtjes per week?
De beschikbare tijd blijkt sowieso een enorm beperkende factor bij mijn nieuwe studie: een groot deel van mijn uren is immers gewijd aan mijn Roeping, het overdragen van mijn opgedane kennis en vaardigheden aan anderen, die daarvoor openstaan. Die anderen zijn vaak deeltijdstudenten, die naast hun fulltime baan een opleiding volgen.
Hoe doen zij dat toch?