dinsdag 28 juli 2020

Ouwe doos

Waarin duidelijk wordt dat ook in het Nieuwe Normaal sommige dingen nooit veranderen...

Het halve land heeft in de afgelopen maanden de al dan niet zelf verkozen quarantaine aangegrepen om zolders en schuurtjes op te ruimen. Omdat ik zelf kon en moest doorwerken tijdens en na de lockdown, kwam ik daar pas nu aan toe. Laat ik meteen toegeven dat ik slecht ben in opruimen. Ik bewaar liever, in dozen, kastjes en laatjes. Alvorens iets weg te gooien, moet het eerst door mijn vingers. Opruimen is dus vrij tijdrovend.
En wie wat bewaart, die heeft wat. In een hele ouwe doos kwam ik bijzondere spullen tegen, die veel vergeten herinneringen opriepen.

Foto’s van mijn kinderen, afgedrukt van de laatste generatie fotorolletjes. Het digitale tijdperk was nog niet geheel ingegaan, maar van inplakken in een album kwam het nimmer meer.
Een liedtekst, geschreven voor de veertigste verjaardag van een lieve BFF (inmiddels bijna 55), en bij die gelegenheid door De Ware en mijzelf tweestemmig ten gehore gebracht onder begeleiding van een feestelijke accordeon.
Een kaart van mijn ouders met de tekst ‘Weer een jaartje erbij. Van harte gefeliciteerd!’ in het handschrift van mijn moeder, die tien jaar geleden overleed. In de kaart vond ik 70 euro.
In de categorie gadgets: een soort zakcomputer, merk Hewlett Packard, afmeting minder dan 10x20 cm (zie foto). Geen idee of ik die ook daadwerkelijk heb gebruikt. Lader en/of adapter vond ik helaas niet terug. En een mini-beamer, die ook al makkelijk in de broekzak past, maar daarin vermoedelijk nooit is beland. Beide devices schat ik in als collector’s items met mogelijke toekomstwaarde. Ze hebben deze opruimronde om die reden overleefd. 



Tot slot vond ik een document dat de tand des tijds goed heeft doorstaan. Ik schreef het toen ik 22 jaar was, als reactie op een artikel in het opleidingsblad van mijn studie Nederlands (zie foto). Ik stond op het punt om aan mijn scriptie te beginnen en dat was ook het onderwerp van mijn reactie. Aan het begin van dít jaar rondde ik een masterstudie Toegepaste Psychologie af en ondanks het verschil in opleidingen én de tussenliggende decennia bleek mijn gevoel hierin ongewijzigd. Overigens bestonden er wel andere significante verschillen met toen en nu. Mijn scriptie uit 1986 (titel: Over spel, drama en onderwijs), die ik ook terugvond, bestond uit 58 op een schrijfmachine getypte pagina’s, waarbij ik veel Tippex gebruikte en titels ontwierp met plakletters. Die eerste scriptie was veel prettiger leesbaar dan de meest recente, want veel minder academisch geschreven. En er bestond naast de voorkeurspelling ook een alternatieve spelling.

Dit document is leesbaar te vinden via deze link

Ik vond nog wel wat spullen die herinneringen dan wel vragen losmaakten. Aan het einde van de dag had ik de hele doos doorgespit. Aan de volgende doos begin ik volgende week.











woensdag 1 juli 2020

Babyshower

Waarin duidelijk wordt dat er altijd weer dingen zijn die je voor de eerste keer kunt doen…

Nooit had ik er een seconde aan gedacht dat het nog eens zou gebeuren, maar op een zonnige zaterdagmiddag vond ik mezelf opeens terug bij een babyshower. De babyshower is een event dat vooral groot geworden onder aanmoediging van de huidige generatie millennials. In de dagen dat mijn eigen omgeving zich op zijn toppunt van vruchtbaarheid bevond was de babyshower een volkomen onbekend fenomeen. Tegenwoordig is een van de belangrijkste criteria van het concept dat deelname alleen is voorbehouden aan vrouwen. Dus nee, nooit had ik verwacht dat ik zomaar op een babyshower zou belanden.

Nou ja, zomaar. Er was wel wat aan vooraf gegaan. Een maand of vier geleden nodigde mijn middelste kind, ons Hommeltje, zichzelf bij ons uit om samen met de bijbehorende schoonzoon te komen eten. Tegen een dergelijk spontaan initiatief heb ik geen verweer. Hommeltje bracht een cadeautje mee: Het Superopa-boek. Wat grappig toch weer, dacht ik nog. Maar het kwartje viel pas echt toen ik ontdekte dat op de tweede pagina van het boek een foto van een echografie was geplakt. Het was de eerste foto van ons nieuwe kleinkind. 

Terug naar de babyshower. Jongste zus, zelf al behoorlijk ervaren in het moederschap, bundelde de krachten met BFF van Hommeltje, nam de organisatie van dit evenement op zich en stelde haar eigen achtertuin beschikbaar als feestlocatie. En zo kwam het dat er bij wijze van hoge uitzondering ook mannen welkom waren op deze babyshower. Meer specifiek: de pappa’s. Of liever: de opa’s. We waren natuurlijk zeer vereerd met de uitnodiging en de unieke kans om deel uit te kunnen maken van zo’n gesloten vrouwenbastion. Het voelde een beetje of we een geheime bijeenkomst van de vrijmetselarij mochten bijwonen. We waren er allebei lang tevoren opgewonden over. Waaraan hadden we dit toch te danken?

Een week of wat voor de happening kwam de aap uit de mouw. De organisatie liet weten dat het bedoeling was dat wij het entertainment zouden verzorgen. En of we maar met iets origineels wilden komen. We hadden geen idee wat origineel in dit verband betekende. We gingen research doen en - ik weet eigenlijk niet of ik dit wel openbaar mag maken - kwamen erachter dat babyshowergasten zich veelal bezighouden met het nuttigen van zoetigheden, het maken van cupcakes, blind babyhapjes proeven en herkennen, de zwangere buik beschilderen en baby’s boetseren van klei, marsepein of scheerschuim. Activiteiten die door de huidige organisatie als niet origineel genoeg werden bestempeld. Begrijpelijk.

Aan ons derhalve de taak om de Babyshower 3.0 vorm te geven. En dat is enorm gelukt. Het was een fantastische gebeurtenis. Met veel liefde, warmte en humor. En nog leerzaam ook.

Maar verder kan ik er natuurlijk niets over openbaar maken. In elk geval niet voor ik het heb gedeeld met het middelpunt van alle feestelijkheid: mijn nog ongeboren kleinkind.