donderdag 19 oktober 2017

Diepte

Niemand zal van zichzelf zeggen oppervlakkig te zijn. Ik natuurlijk ook niet. Maar erg veel diepgang zit er bij mij niet in de laatste tijd: in de letterlijke zin van het woord. 

Mij overkwam volkomen onverwachts iets heel vervelends. Ik liep een acanthamoebe op. Nee, ik had er ook nog nimmer van gehoord, maar inmiddels weet ik er al heel veel van. Het is een parasiet die zich nestelt in het oog (doorgaans van de drager van zachte contactlenzen) en aldaar een chronische hoornvliesontsteking veroorzaakt. En dat leidt weer tot heftige pijnen en sterk verminderd zicht. Behandeling moet snel worden gestart en kan vervolgens wel zes maanden duren. Uiteindelijk kan de schade resulteren in een hoornvliestransplantatie of blindheid. Googelt u zelf even voor de betere horrorverhalen.

Door een alerte huisarts en kundige oogarts werd in mijn geval snel de diagnose gesteld, inmiddels vier weken geleden. Mijn linkeroog voelde alsof er glas in zat, werd bloedrood en zag nog minder dan een kwart. De lichtgevoeligheid was onbeschrijflijk. Daarom plakte ik het oog af: het werkte toch niet naar behoren. Met het andere oog kon ik moeizaam lezen, tv-kijken en beeldschermwerken waren maar beperkt mogelijk. Bovendien is het zo dat wie maar met een oog kan kijken, geen diepte ziet. Ik weet inmiddels dat de bezitter van zo’n oog wellicht wel bekend is met die wetenschap, maar zich er toch niet echt bewust van is.

Autorijden ging niet meer, dat snapte ik zelf natuurlijk ook wel. Ik zou het trouwens ook niet durven. De Ware chauffeerde mij trouw naar de oogartscontroles, die soms wel om de andere dag  plaatsvonden. Fietsen deed ik wel, na een week of wat. Maar nadat oversteken enkele keren een risicovolle aangelegenheid bleek, werd ik wel wat onzeker. Bij het aflopen van een trap hield ik stevig de leuning vast. Bij het omhooggaan trouwens ook, desondanks bezeerde ik daarbij pijnlijk mijn scheenbeen. Het simpele feit dat dit kneuzige overzicht in de verleden tijd is weergegeven, betekent niet dat hieraan een einde is gekomen. Wanneer ik een glas water of een kop koffie wil inschenken, bestaat de kans dat een groot deel van de vloeistof over mijn voeten stroomt.
Deze week zitten we op een zonnig eiland, De Ware en ik. De trip was al geboekt voor de diagnose, maar ik keek er niet naar uit. Er ging een apothekerskast oogdruppels mee, die volgens een strikt regime toegediend moeten worden en deels ook nog eens koel bewaard. Ik vreesde de invloed van de zon op mijn oog, ook al was dat nog altijd afgeplakt.

In de kleine week dat we hier nu zitten heb ik op diverse terrassen al heel wat glazen omgestoten, en incidenteel ook een hele tafel, en al dan niet aan scherven gegooid. ‘Ik zie geen diepte!’ roep ik dan ter verontschuldiging. Ik loop tegen mensen aan en grijp vaak mis wanneer ik iets wil aanpakken. Ik struikel trappen op en af.
Maar aan de zon raakte ik snel gewend. Het oog liet zich pijnloos behandelen, werd minder rood en ging steeds meer zien. Gisteren verwijderde ik de sticker. Vandaag haalde ik de meegezeulde laptop tevoorschijn om bovenstaande te schrijven.
De oppervlakkigheid voorbij.