Mij overkwam volkomen onverwachts iets heel vervelends. Ik
liep een acanthamoebe op. Nee, ik had er ook nog nimmer van gehoord, maar
inmiddels weet ik er al heel veel van. Het is een parasiet die zich nestelt in
het oog (doorgaans van de drager van zachte contactlenzen) en aldaar een
chronische hoornvliesontsteking veroorzaakt. En dat leidt weer tot heftige
pijnen en sterk verminderd zicht. Behandeling moet snel worden gestart en kan
vervolgens wel zes maanden duren. Uiteindelijk kan de schade resulteren in een
hoornvliestransplantatie of blindheid. Googelt u zelf even voor de betere
horrorverhalen.
Door een alerte huisarts en kundige oogarts werd in mijn
geval snel de diagnose gesteld, inmiddels vier weken geleden. Mijn linkeroog voelde
alsof er glas in zat, werd bloedrood en zag nog minder dan een kwart. De
lichtgevoeligheid was onbeschrijflijk. Daarom plakte ik het oog af: het werkte
toch niet naar behoren. Met het andere oog kon ik moeizaam lezen, tv-kijken en
beeldschermwerken waren maar beperkt mogelijk. Bovendien is het zo dat wie maar
met een oog kan kijken, geen diepte ziet. Ik weet inmiddels dat de bezitter van
zo’n oog wellicht wel bekend is met die wetenschap, maar zich er toch niet echt
bewust van is.
Autorijden ging niet meer, dat snapte ik zelf natuurlijk
ook wel. Ik zou het trouwens ook niet durven. De Ware chauffeerde mij trouw
naar de oogartscontroles, die soms wel om de andere dag plaatsvonden. Fietsen deed ik wel, na een
week of wat. Maar nadat oversteken enkele keren een risicovolle aangelegenheid
bleek, werd ik wel wat onzeker. Bij het aflopen van een trap hield ik stevig de
leuning vast. Bij het omhooggaan trouwens ook, desondanks bezeerde ik daarbij pijnlijk
mijn scheenbeen. Het simpele feit dat dit kneuzige overzicht in de verleden
tijd is weergegeven, betekent niet dat hieraan een einde is gekomen. Wanneer ik
een glas water of een kop koffie wil inschenken, bestaat de kans dat een groot
deel van de vloeistof over mijn voeten stroomt.
Deze week zitten we op een zonnig eiland, De Ware en ik. De
trip was al geboekt voor de diagnose, maar ik keek er niet naar uit. Er ging
een apothekerskast oogdruppels mee, die volgens een strikt regime toegediend
moeten worden en deels ook nog eens koel bewaard. Ik vreesde de invloed van de
zon op mijn oog, ook al was dat nog altijd afgeplakt.
In de kleine week dat we hier nu zitten heb ik op diverse
terrassen al heel wat glazen omgestoten, en incidenteel ook een hele tafel, en
al dan niet aan scherven gegooid. ‘Ik zie geen diepte!’ roep ik dan ter
verontschuldiging. Ik loop tegen mensen aan en grijp vaak mis wanneer ik iets
wil aanpakken. Ik struikel trappen op en af.
Maar aan de zon raakte ik snel gewend. Het oog liet zich
pijnloos behandelen, werd minder rood en ging steeds meer zien. Gisteren
verwijderde ik de sticker. Vandaag haalde ik de meegezeulde laptop tevoorschijn
om bovenstaande te schrijven.
De oppervlakkigheid voorbij.