We zullen het niet snel toegeven, maar ’t is waar: elke OVDD (of andere meervoudige ouder) maakt
op enige moment toch een vergelijking van het nageslacht. En elk kind is lief,
knap, slim en grappig op haar eigen manier.
Of ze nou Kroonprinses, Hommel of Trubbels heet. Maar: pobody’s nerfect en als zichzelf serieus
nemende OVDD streef je juist met onbegrensde passie naar die volmaaktheid. Bij
het vervaardigen van de pannenkoek wanen we ons derhalve chef-kok en bedrijven
we haute cuisine in het diepst van onze gedachten.
Maar ’n Hollandsche pannenkoek is nu eenmaal geen
rijkelijk belegde vierseizoenenpizza en ook geen kokette Franse crêpe, hoeveel
extra ingrediënten we ook aan het beslag proberen toe te voegen. Gaandeweg blijkt
het pannenkoeken bakken derhalve een energievretende, tijdrovende en licht
teleurstellende bezigheid, die je gaandeweg steeds vaker inruilt voor
kant-en-klare lasagne of een diepvriesmaaltijd. En als we nog eens een
pannenkoekje bakken, dan zijn we blij dat het ons lukt om dat zomaar
pardoes in de lucht te kunnen laten
draaien en zonder kleerscheuren weer in de koekenpan te laten belanden. We zijn
trots (op onszelf!) als het eindproduct goudbruin en onaangebrand op het bord
terechtkomt.
Ikzelf behoor ook tot de categorie ‘Eerste Pannenkoeken’.
Voor mijn ouders was ik een lief, behulpzaam
en gezeglijk kind. Ze hadden het beslag zo gekneed dat het helemaal
meebewoog naar hun verwachtingen. Geen mislukte eerste pannenkoek dus?
Misschien was ik wel te lief en te meegaand. Want dat schiep wederzijds
verwachtingen. Toen en nu nog steeds.
Mijn jongere broer ging veel meer zijn eigen gang en
werd, paradoxaal genoeg, juist daarom gewaardeerd. Mijn ouders hadden het
aanvankelijke pannenkoekenrecept allang losgelaten en beschouwden de tweede
poging eveneens als succesvol, juist vanwege de verrassende harde randjes.
De moraal van dit verhaal? Pannenkoeken laten zich kneden
en vormen zolang de kok daar nog plezier in vindt. Ik zou de opvatting aan het begin van dit
verhaal dan ook willen nuanceren. “Opvoeden is net pannenkoeken bakken. De
eerste poging mislukt altijd.’ En vooral: ‘Ook daarna blijft het
experimenteren.’
Bovendien, als je echt goed naar kinderen kijkt, dan zijn
het toch vooral een stelletje wentelteefjes.