woensdag 27 januari 2016

Stressfactor

Doorgaans sta ik heel ontspannen in het leven. Ik heb geleerd niet te ver vooruit te kijken en me niet druk te maken om wat ik toch niet veranderen kan. Ik neem de urgentie van veel zaken niet heel erg serieus – en mezelf trouwens ook niet. Maar soms heb ik zelf geen enkele invloed op de stress.

Deze momentopname van mijn dagelijks bestaan verschijnt wat later dan mijn bedoeling was. Dat komt omdat ik de afgelopen tijd erg druk was. Druk met verhuizen. Met opruimen en inpakken en vervoeren. Nee, ik heb geen nieuw paleisje betrokken, ik woon nog altijd uitzonderlijk gelukkig in het oude. Het betreft hier de verhuizingen van derden - maar liefst drie op een rij. Ja ja, ik was er maar druk mee.

Verhuizen staat hoog in de hitparade van stressfactoren. Het overlijden van een dierbare, een scheiding, verlies van werk en angst voor gevangenisstraf (!) of voor een soa (!!) scoren nog net even hoger. Vaak is een verhuizing ook een positieve gebeurtenis die leidt tot een verbeterde leefsituatie, dus dat maakt veel goed: er is dan sprake van een ander soort stress. Dat was in mijn beleving niet het geval.
Kort geleden verhuisde ik mijn oude vader van zijn vertrouwde appartement in zijn geboorteplaats, vijftig kilometer verderop, naar een spiksplinternieuwbouwcomplex, niet ver van mijn eigen woning. Die exercitie verliep uiterst moeizaam, meer nog voor mijzelf dan voor pa. Toen de hele zaak uiteindelijk rond en geregeld leek en ik maar net lag bij te komen op de bank meldde zich mijn jongste dochter, de kleine Trubbels, met het feestelijke bericht dat zij een grotere woonruimte toegewezen had gekregen. En ach, of ik nu de rol van zoon vervul of die van vader, verantwoordelijk voel ik mij altijd...

De verhuizing van dochterlief verliep wat minder geordend dan die van haar opa. Er kwam geen kranige verhuisploeg in voor en geen ruime verhuiswagen. Toch lukte het ook hier om de zaken tot een goed einde te brengen. En toen dat nog maar amper was gebeurd, besloot mijn werkgever tot een make-over (want ja, naast genoemde activiteiten heb ik ook nog een baan). De make-over betrof een soort groot onderhoud van de huisvesting. Hieraan voorafgaand werd een verhuizing gesimuleerd. Alle collega’s kregen twee weken de tijd voor het opruimen (lees: weggooien) van zaken en daarna nog eens twee weken voor het inpakken van de rest. Daarna kwamen de bouwvakkers, die tijdens een vakantieweek de metamorfose zouden uitvoeren.

Deze namaak-bedrijfsverhuizing wordt communicatief begeleid door een nieuwsbrief. Hierin benadrukt de organisatie met grote regelmaat en uiterst dwingend in welke fase van de verhuizing we ons precies bevinden en welke acties er van eenieder wordt verwacht. In elk bericht wordt niet nagelaten om de enorme tijdsdruk te onderstrepen. Of dat nog niet genoeg is lopen er voortdurend collega’s mijn kamer binnen om te zien hoe ver ik al ben, bij wijze van sociale controle. Ik vrees dat na afloop van de renovatie het uitpakken en inrichten op een soortgelijke militante wijze begeleid zal gaan worden. Dus, lieve lezer: mocht u mij op deze plaats de komende tijd niet aantreffen, dan ben ik aan de stress bezweken. Een burn-out ingejaagd.
Door mijn baas.



maandag 11 januari 2016

Verslaving

Ik ben een mens van feestelijke tradities. Als zich iets feestelijks voordoet, wil ik er liefst direct een traditie van maken, een terugkerend ritueel.  Een nieuw jaar is niet alleen  reden voor een feestje, het begint ook met goede voornemens. Ook dat is een traditie, al staan mijn goede voornemens veelal vaker in het teken van stoppen, en minder van beginnen.

Sinds mijn dagen in het teken staan van mijn studie psychologie doe ik allerhande online testjes. Over mijn zelfbeeld, cognitieve voorkeuren, persoonlijkheidsdimensies en mogelijke stoornissen. Soms best confronterend, maar meestal leuk en leerzaam. Dat vond ik trouwens altijd al, want ik doe dit soort testjes eigenlijk al jaren, ook zonder psychologiemaster. Op die manier ontdekte ik bijvoorbeeld ooit dat ik leid aan een zekere verslavingsgevoeligheid. De betreffende test was vrij uitgebreid. Opvallende constatering: de mate waarin je houdt van de geur van benzine is een indicatie voor je verslavingsgevoeligheid. En ja, ik hou d’r van!

Het is waar: ik beschik absoluut over een zekere verslavingsgevoeligheid. Of in het minste geval kan ik moeilijk maat houden. Of het nu gaat om drank, chocola, chips of lekker eten. Mijn gezonde nieuwsgierigheid is daarbij een valkuil. Want ik wil ook gewoon graag allerhande lekkers uitproberen, zonder oog voor de eventuele risico’s. Bij de voortdurende beschikbaarheid van mdma of cocaïne had ik nu vast een compleet ander leven gehad.
Met het verstrijken der jaren slaag ik er gelukkig wel steeds gemakkelijker in om de opgebouwde afhankelijkheid weer los te laten. Na vele, aanvankelijk vruchteloze stoppogingen ben ik nu inmiddels al jaren nicotinevrij en is ook de gemiddelde cacao-inname aanzienlijk teruggelopen. In de eerst maand van een nieuw jaar lukt het doorgaans ook om het gebruik van alcohol behoorlijk te verminderen. Maar er is één verslaving die juist in januari weer de kop op steekt: de verslaving aan het tv-programma Wie Is De Mol?

In mijn Wie is de Mol?-verslaving sta ik gelukkig niet alleen. Het hele gezin heeft hier nagenoeg last van en samen maken we er al jarenlang een fijne traditie van om oeverloze discussies te voeren over verdachte individuen en (on)mogelijke complottheorieën. Allemaal zijn we even ongefundeerd overtuigd van ons eigen gelijk. Afgezien van de volstrekt nutteloze tijdsinvestering is deze verslaving niet erg schadelijk. Want Wie Is De Mol? is dan misschien verslavend, maar ook leerzaam. Dit jaar zijn de tips van fashionwatcher Cecile Narinx over het dragen van synthestische stoffen in verzengde hitte van onschatbare waarde. In de jongste aflevering kwam de belangrijkste les van politiewoordvoerster Ellie Lust, die – alle opdringerige aanwijzingen onverstoorbaar negerend – op handen en knieën de historische woorden sprak: ‘Zoekingen doen wij altijd met de klok mee.’
Dit soort informatie mag ik graag het hele jaar door horen.
Laten  we nu beginnen daar een traditie van te maken.