donderdag 24 maart 2016

Logé

Wat is het soms heerlijk om open en eerlijk ongeremd je hart uit te storten tegen iemand die weet waarover je praat. Die je gevoelens herkent en waardeert, met je meevoelt en –leeft en jouw ervaringen en je smart met je deelt.

Omdat de zolder meer en meer het karakter had gekregen van een magazijn waar de winkeldochters van de kringloop werden gesteld was ik een middagje doende met  opruimen. Met opruimen bedoel ik heel eerlijk gezegd vooral: verplaatsen. Maar door het verplaatsen werden in elk geval de oorspronkelijk contouren van onze zolderkamers weer zichtbaar en trouwens ook de oorspronkelijke functie. Een van de kamers maakte ik weer toonbaar als logeerkamer – ook al ging dat nog meer ten koste van vorm en functie van de andere kamer.
Maar de timing van mijn actie bleek uitstekend, ook al was dat louter toeval. Een paar dagen later kregen we een gezellige Logé.

De Logé was een fijne, lieve vriend die een paar jaar geleden ons ingeslapen provincieplaatsje verruilde voor De Grote Stad. Wij hebben van vrij dichtbij mogen ervaren dat een verhuizing naar een metropool absoluut niet hoeft te betekenen dat daarmee ook je wereld groter wordt – integendeel zelfs. Die beperking gold niet onze Logé, die zijn omgeving trouwens altijd al met een even ruime als ruimhartige blik benaderde. Ondanks al die stadse en wereldse invloeden was hij bovendien zichzelf nooit verloren: ook een prestatie. En hoewel we elkaar al enige tijd niet echt hadden gesproken, kwamen we tijdens de logeersessie al snel tot de kern.

Lieve Logé waarschuwde  dan ook direct dat hij ’s nachts vaak plassen moest en hoopte De Ware en mij daarmee niet te wekken. Hij vermoedde dat dit fenomeen een kwestie van leeftijd was. Aha! Een herkenbaar probleem, waarin ik mijzelf wel vinden kon. Sinds enkele jaren is het echte uitslapen voor mij onmogelijk geworden: vanaf het eerste wakende ogenblik moet ik een dringende en onvermijdelijke plas. Omdat ik in elk ongemak een onmiskenbaar signaal herken van prostaatkanker (of hersentumor of hartfalen), ging ik ermee naar de huisarts. Die zei dat er sprake was van een luie blaas, die ik moest trainen. Ik kon gelukkig ook kiezen voor een dagelijks pilletje en kreeg een recept mee. De bijwerkingen (middenin de nacht wakker worden met schuurpapieren strot) bleken erger dan de kwaal. En daarom lig ik des ochtends na het ontwaken steevast mijn plas op te houden. Veel effect heeft dat helaas niet. Nee, mijn leven is er echt niet leuker op geworden.

En zo zat ik binnen no-time te levelen met Lieve Logé. Een goed gesprek tussen gelijkgestemde zielen. De tijd vloog en het werd tijd om naar bed te gaan. Bij het welterusten wensen sloegen we elkander begripvol op de schouders.
De volgende ochtend werd ik zoals altijd gewekt door urgentie. Maar ik had wel de hele nacht doorgeslapen en was daarbij niet gestoord door de toiletgang van Lieve Logé.
Die had eveneens lekker doorgeslapen.
Maar ja, Logé is dan ook bijna twintig jaar jonger dan ik.

zondag 6 maart 2016

Opgieten

Ook al beschouw ik mijzelf als iemand met een brede kijk op de wereld, toch ontgaat er – ja, heus - ook wel eens wat aan mijn blikveld. En blijkt dat er sprake is van een compleet parallel universum waarvan ik het bestaan nimmer zou hebben vermoed.

Tweemaal per week dwingen we onszelf ertoe om de sportschool te bezoeken, De Ware en ik. En als we daar eenmaal zijn, zetten we ook ons beste beentje voor. Wanneer het werkelijk moeite kost om voldoende intrinsieke motivatie op te brengen dan beloven we onszelf de beloning van een saunarondje na afloop. Dat doen we in de welnesskelder van het naastgelegen hotel. Doorgaans verkeren we daar in de luxe positie zo ongeveer de enige gasten te zijn. Afgelopen week was dat anders.
Het bleek namelijk Opgietdag. Ik had al eens eerder kennisgemaakt met dit fenomeen en wist eigenlijk al dat dit een publiekstrekker eerste klas is voor de saunagaande doelgroep. Zoals het Eurovisie Songfestival voor homo’s. Er bestaan complete kampioenschappen in Opgieten en vandaag was een soort van voorronde. Op de deur van saunacabine die vrijgemaakt was voor dit spektakel hing een lijst met de namen van de verschillende opgiettalenten die elk uur de saunagasten zouden entertainen. Want inderdaad: het gaat hier om Vermaak met een hoofdletter V. Vóór de betreffende saunacabine stond een kwartier voor aanvang al een rij met fans.

Omdat wij niet heel erg goed hadden opgelet, lagen De Ware en ik al in de cabine toen de rij zich begon te vormen. Wij waren al bijzonder verhit toen de Opgieter van dienst de deur opende en de enthousiaste meute zich bij ons voegde. We moesten nog behoorlijk inschikken, maar wilden dit buitenkansje niet missen. Ik zat dij aan dij met een uit losse huid opgetrokken grijsaard, mijn voet zat klem tussen twee heel verschillende damesbillen en in mijn nek voelde ik iets harigs, waarvan ik snel besloot het niet verder te onderzoeken.
Het moet gezegd: opgietliefhebbers behoren niet tot de allermooiste mensen, maar: zij kennen hierover geen enkele gene. In dit gezelschap voelden De Ware en ik ons jong en strak en dat is óók wel eens lekker. Onze Opgieter droeg een piepklein t-shirtje om zo zijn enorme buik te accentueren. Want terwijl het publiek uitsluitend in een handdoekje is gehuld, is de Opgieter nog behoorlijk gekleed. Zijn saunashow heette Fly Me To The Moon en dat was eveneens de soundtrack. Hij vertelde welke geuren (berken, opium en lemongrass) en sferen (zweven en vrije val) we zouden ondergaan tijdens onze ruimtereis en begon vervolgens zeer gedreven te zwaaien met handdoeken en waaiers.
Na afloop stonden we bezweet en met hard kloppend hart buiten. We kregen een partje sinaasappel voor het herstel. We moesten er even bij gaan liggen.

Een klein uurtje later vormde zich de volgende rij, van bijna dezelfde opgietgroupies. De Opgieter was een grote, forse kerel met een veel te klein oranje-paars gebloemd overhemd en een rood-blauwe bermuda. Op zijn hoofd had hij een zonnebril en een langharige blonde pruik, waar zijn eigen lange, donkere haar onderuit stak. Het thema van zijn sessie luidde Woodstock Generation – we hadden het kunnen raden. Wij lieten deze beurt aan ons voorbijgaan en bleven op ons bedje liggen. Vlakbij legde deze Opgieter ook zijn eigen Zwitsalgele badcape neer. Daarop  stond in goudbrokaten letters geborduurd ‘Saunameester Cocky’.
Een naam die ik nimmer bij hem zou hebben vermoed.