vrijdag 22 maart 2013

Echte hemel

De lente zou nu moeten zijn begonnen. Als altijd keek ik er enorm naar uit. Dit seizoen begint altijd met feest: zelfs een dubbele verjaardag. Die van De Ware en van onze gelukkige verbondenheid. En hoewel het dit keer niet echt gaat om ronde getallen en het voorjaar de winterjas nog niet heeft afgeworpen begint vanbinnen de zon toch alweer warm te schijnen. Ik word er zowaar poëtisch van.

Mijn euforische voorjaarsbui, vol met positieve overpeinzingen en hallelujastemming leidden dan ook tot een gedicht...

Echte hemel

Toen de mist wat was opgetrokken
Bleek ik opeens in een onafzienbaar land
Van louter witbier en prosseco te zijn aanbeland
En met volop hagelslag en chocoladebrokken

Lekkers waarvan ik onbeperkt  drinken kon en eten
Zonder kater en zonder gewichtstoename
Er was niets meer wat nog moest vergeten
En niets om mij voor te schamen
Overal  klonk muziek in mijn schijnbare droomtoestand
Afwisselend van Abba, van Rufus  en van Bruce Springsteen
En aan de branding van het goudgele palmenstrand
Waren uitsluitend fraaie, bruine, blote lichamen te zien

Had ik een delirium?
Was ik aan het dromen?
Was dit nu een eindstadium
En was ik in het paradijs terechtgekomen?

Daar zaten, springlevend,  in een gezellig soort stamcafé
Wijlen mijn grootouders een potje te rikken
En mij vriendelijk en blijmoedig toe te knikken
Een lang verloren jeugdvriend speelde even vrolijk met hen mee

Vanachter een glas bier zwaaide mijn broer
Die zich nog niet zo lang geleden
Veel te snel en veel te stoer
En veel te jong had doodgereden
Naast hem lachte mijn moeder,  warm en lief
Die, korter geleden nog, aan kanker overleed
Zij droeg nog steeds haar jurk met bloemetjesmotief
Waarin we haar ten afscheid hadden aangekleed

Was dit het hiernamaals , het paradijs?
Was ik dan nu ook toegekomen
Aan einde van mijn aardse reis
En het einde van mijn aardse dromen?

Maar toen
Maar toen
Ik
bij het krieken van een nieuwe dag
In mijn eigen brede bed, op het kussen aan de andere kant
Na een eerste, aarzelende oogopslag
Jouw mooie, lieve  hoofd zo vertrouwd weer liggen zag
Wist ik echt zeker dat ik in de hemel was beland

zaterdag 9 maart 2013

Soundtrack

Je kent dat wel: zo’n hardnekkig melodietje dat zich op een ochtend al op je interne harde schijf plant en vervolgens de hele dag niet meer uit je hoofd wil. Dat is dan, veelal ongewild, de soundtrack van de rest van je dag. In wetenschappelijke termen – ja, echt waar -  wordt zo’n liedje ook wel een oorwurm genoemd.

Er zijn van die deuntjes die een aantoonbare hoge mate van aanstekelijkheid kennen, omdat ze bij nagenoeg iedereen uren of soms dagenlang blijven hangen. Het liedje dat in de Efteling bij het Carnaval Festival tot vervelens toe de trage wagentjes begeleidt. ‘Heb je even voor mij’ van Frans Bauer. Of ‘Seven Nation Army’ van The White Stripes. Een hoog lalala-gehalte helpt sowieso, zoals bij I can’t get you out of my head van Kylie Minogue, dat mede daarom zo geniaal is. Of het riedeltje waarmee The Final Countdown van Europa start.
Maar het hoeft niet altijd vermeende vrolijkheid te zijn. Ook het SIRE-spotje over huiselijk geweld is voorzien van zo’n almaar doordreinende compositie: ‘Het houdt niet op, niet vanzelf…’

Meestal irriteert zo’n wijsje voornamelijk, een enkele keer werkt het positief. Tijdens een zonnige lentedag de afgelopen week hoorde ik (toevallig?) de hele dag ‘Walking on sunshine’ van Katrina & the Waves. Toen ik mezelf zag in een etalageruit, constateerde ik dat ik er ook helemaal anders door was gaan lopen: met opgeheven hoofd en een ritmische, zelfverzekerde pas. Een soort van catwalk-walkje.  Bij nader inzien keken ook willekeurige voorbijgangers mij allemaal vriendelijk lachend aan. Zo kan je dag-soundtrack dus óók werken.

Die aanstekelijke melodietjes gaan dus spontaan tussen je oren zitten, wanneer je er maar even mee in aanraking bent geweest. Maar soms zijn er ook liedjes die zomaar opeens, zonder aanleiding, je hoofd op hol brengen. Die lijken nergens vandaan te komen. Maar toch is dat niet zo. Want ook daarvoor is vaak een reden, al moet je daar soms wat langer over nadenken. Zo zong de stem in mijn eigen hoofd na het zoveelste mislukte rijexamen een week lang ‘I missed again’ van Phil Collins. Ben ik aan het klussen, zing ik spontaan de hele dag de Trini Lopez-classic ‘If I had a hammer’. En bij de laatste hevige verliefdheid kreeg ik ‘Lovefool’ van The Cardigans niet meer uit mijn kop. Kijk ik nu naar De Ware dan begint vaak de geest van Whitney Houston aan haar uitvoering van ‘I will always love you’. Of ik hoor ‘Walking on sunshine’, simpelweg omdat de zon schijnt.

Zo’n oorwurm kan dus je hoofd binnenzweven om uiteenlopende redenen. Maar hoe kom je er vanaf? Blijkbaar helpt het wanneer je (al dan niet hardop) zo’n wijsje zelf helemaal uitzingt, compleet met slotakkoord. Heeft het kreng geen slotakkoord, verzin het dan zelf (tip: roffel- klap of tsing-boem). Maar ook je kun je proberen het te laten verdringen door een ander hardnekkig liedje, dat je beter ligt en waardoor je ook nog beter gaat voelen. ‘Walking on sunshine’, bijvoorbeeld.