Nu is alles meer relatief dan ooit. Ik overwoog serieus
om met u, lieve lezer, de schrik te delen van de ontdekking van de haren tussen
mijn schouderbladen: een donker matje op mijn rug, dat er – eerlijk waar – twee
weken geleden nog heus niet zat. Ik wilde mijn irritaties van de afgelopen
weken eens inventariseren en nader ingaan op de nummer één in die lijst: de radioreclamecampagne
‘Doe mee! Praat eens met een vijftigplusser’. Als vijftigplusser hoop ik echt
nóóit te worden aangesproken door iemand met het vetlijzige Limburgse accent
van Caroline Kortooms, directeur van Toverland, die zelf kennelijk maar al te
graag het gesprek aangaat met mijn generatiegenoten.
In mijn hoofd zat al de complete update omtrent de
toestand van mijn ras dementerende vader, met wie elk gesprek minimaal in
drievoud wordt gevoerd en wiens herinneringen voortdurend een loopje met hem
nemen. Een kant-en-klare tragikomedie, hoefde alleen nog te worden
opgeschreven.
Of de bezorgdheid over de ondoordachte beslissingen van
dierbaren en de onvoorspelbare gevolgen hiervan; een bezorgdheid die vooral in
mijn hart heeft postgevat, maar er ook om vraagt een begrijpelijke formulering
te krijgen.
Dit alles hield mij voortdurend bezig. Tot nu.
Want nu is alles meer relatief dan ooit. En zeker:
relativeren is mijn tweede natuur. Maar sommige dingen zijn te bizar om te
bevatten. Je kunt dus uitgelaten en goedgemutst je einde tegemoet vliegen in
bezit van paspoort en voor twee weken ondergoed en sokken. Je kunt dus simpelweg een dodelijk slachtoffer
worden van de burgeroorlog in een land waar je nooit een voet op de bodem hebt gezet. Je allerlaatste afscheid van al wat je dierbaar is, kan dus doordrenkt
zijn van opgewektheid en van verwachting.
Dat laatste is dan wel weer een troostrijke gedachte: zo’n
allerlaatste afscheid, in een innige omhelzing met de blik naar een avontuurlijke toekomst, daar
teken ik voor. Maar verder houdt daarmee de vergelijking op en overheerst verslagenheid.
Enige lichtpuntje is dat alle persoonlijke problematiek – even maar! – naar de
achtergrond verdwijnt.