maandag 25 april 2016

Deadline

Het zijn stressvolle weken. De afgelopen dagen wordt mijn hele bestaan beheerst door een enkel thema, tijdens de nachten lig ik er wakker van. Ik kan aan niets anders denken en ik kan die gedachtestroom ook niet uitschakelen. Er is een enorme Damocles-deadline in het verschiet, die met de snelheid van een komeet naderbij komt.


Sinds ik weer studeer, ga ik me ook echt gedragen als een student. Ik verken de grenzen van het hoogst noodzakelijke. Ik herken in Jantje van Leiden een bondgenoot, ik ben liever lui dan moe. Ik stel uit tot morgen, of liever nog tot overmorgen, wat ik vandaag ook zou kunnen doen. Nu bijvoorbeeld, neem ik zomaar weer de tijd om dit onnozele stukje te schrijven. Terwijl naast mij een hele stapel wetenschappelijke artikelen en statistische onderzoeksgegevens ligt te wachten om te worden doorgenomen, gesorteerd en na nauwkeurige analyse te worden verwerkt in een overzichtelijk en verantwoord verslag. Ja zelfs nu: nu de uiterste houdbaarheidsdatum van alle voorbereidingen reeds lang is overschreden. De deadline is eerder over uren, dan over dagen.

Kan mij dat dan niet schelen? Jazeker wel. Dat blijkt althans uit de fysiologische reacties. Mijn nek en schouders zitten vast. Ik kan me niet concentreren op wat iemand anders mij probeert duidelijk te maken. Ik transpireer bovenmatig. Ik word wakker (áls ik al geslapen heb) met een rots op mijn borst en het bijbehorende gevoel van onbestemde paniek. Ik praat hardop tegen mezelf, maar zonder enige samenhang. Op straat kijken mensen mij na en schudden meewarig hun hoofd. Misschien omdat ik nog mijn badjas aan heb? Vanwege mijn apathische blik en zombieloopje? Of door een combinatie van deze factoren?
Hoe nadrukkelijker de deadline aanwezig is, hoe meer ik mij ervan afwend. Niet opzettelijk: ik verstijf eenvoudigweg.

Ik heb geleerd (en dit was een proces van vele decennia) om een dergelijk gevoel, dit gedrag, bespreekbaar te maken. Ik weet dat dat mij helpen kan. Maar zelfs dat stel ik uit in de gegeven situatie. Tot het moment dat ik breek, wanneer een belangstellende collega op warme toon informeert naar mijn welzijn. Ik benoem mijn angst voor de deadline en de twijfel over de haalbaarheid ervan. De collega knikt begripvol en spreekt dan de onnavolgbare woorden van troostende waarheid: ‘Maar… Jij hebt die druk toch juist nódig om te kunnen presteren?’
En ik denk: ja. Ja! JA! Dat klopt. Dat is mijn leven lang al het geval. Juist lastminute-activiteiten droegen steevast bij aan het beste resultaat. Op de cv’s bij mijn sollicitatiebrieven vermeldde ik in een strakke en schreefloze letter onder ‘Eigenschappen’: functioneert optimaal onder druk. (Wat feitelijk neerkwam op: stok achter de deur noodzakelijk). Daar was niets van gelogen. Veelal werd het nachtwerk, maar de deadline werd altijd gehaald. En hóe!

Ik omhels mijn collega en neem opgewekt de sociale media door. Als ik straks thuiskom, ga ik me eerst maar eens oriënteren op een geschikte bestemming voor de zomervakantie.
De deadline is echt nog niet dichtbij.


woensdag 6 april 2016

Zingen

We kunnen erg genieten van de geneugten des levens, De Ware en ik. Van een eenvoudig, schuimend biertje of een goed glas wijn tot een culinaire smaaksensatie, artistiek opgemaakt op een bordje of bedje van om het even welke bijzondere basis en aan tafel bezorgd door een batterij  bedienden die vakkundig de ondertitels verzorgen, waarna onze smaakpapillen het keihard op een zingen zetten: ik vind het heerlijk.

Een verder zeer verstandige vriendin vertelde eens dat zij haar geld liever besteedt aan één avond lekker eten dan aan een week vakantie. Zó ver zou ik niet willen gaan, maar ik kan me goed verplaatsen in de waardering voor een diner waar de aandacht letterlijk vanaf druipt. En vooral wanneer er wat te vieren valt – en dat is bijna altijd – dan nemen wij maar wat graag de gelegenheid tot high class wining and dining.

Enkele weken geleden nog maar bezochten we daarom een hoog aangeschreven plaatselijk etablissement van nationaal aanzien, dat volgens culinaire kenners weldra een Michelinster zal krijgen toegekend. We kozen voor het viergangenverrassingsmenu mét wijnarrangement. Elk van de vier gangen werd voorafgegaan door een hemelse amuse. De even kundige als spraakzame    sommelier stond, amper verborgen, achter een pilaar paraat om onze glazen bij te vullen voor de laatste slok. Elk gerecht werd aan tafel afgemaakt door een steeds wisselende knipmessende ober, bijvoorbeeld met een handje versgehakt kaneelbasilicum of een garnering van west-Provençaals broodkruim of andere mediterrane specerij. Het was in deze entourage wel een beetje jammer dat ikzelf al de eerste hap van de eerste amuse op het sneeuwwitte tafelkleed liet landen. En dat vervolgens nog enige malen herhaalde. (Tja, wat knoeien betreft ben ik helemaal mijn moeder geworden, die kon je eigenlijk ook nergens mee naar toe nemen.) Maar het smaakte er allemaal niet minder om. Voor het goddelijke maal betaalden wij zonder blikken of blozen een bedrag dat een eindje in de drie cijfers liep. Per persoon.

Maar: genieten hoeft echt niet altijd duur te zijn. Met de eerdergenoemde verstandige vriendin en nog wat feestelijke types zoeken we vaak ook naar goedkope, smakelijke uitstapjes, liefst met een extra dimensie. Een bowling-kipsaté-combinatie. Of een midgetgolf-glow-in-the-dark-gourmet-arrangement. Of, zoals zeer onlangs: een Japans diner (met sushi en kreeft) in een privé-karoakekamer. Met achten om een ronde tafel (zonder tafelkleedje, zodat ik de genen hun gang kon laten gaan) en aan weerszijden een behoorlijk flatscreen en ook nog twee microfoons. We konden – héél eigentijds – via een YouTube-karaokekanaal nummers zoeken om mee te zingen. De sfeer zat er al direct goed in. De een bleek een Frank Sinatra onder de huid te hebben, de ander een Bianca Castafiore, een derde was vooral goed in choreografie. En o ja, er was ook een Echte Zanger bij. Zelf was ik erg sterk in duetten. Dat vond in elk geval de John Travolta in mij. Zeker, het was alleszins een avond van smaak – en  dan heb ik het niet over het eten. Hilarisch ook, vooral toen we gluurden door de raampjes van de andere karaokekamers, waar dit concept uiterst serieus bleek te worden genomen. Aan de rekening viel af te lezen dat we dit zeker nog wel vaker konden doen.
Elke week, eigenlijk.

Ach ja, het keihard op een zingen zetten: ik vind het heerlijk.