Jazeker, ik stond altijd open voor de verhalen, ideeën en
meningen van ieder ander, zonder daarin enig persoonlijk onderscheid te maken.
Mijn eigen mening (zo ik die al had) hield ik doorgaans voor me. Ik toonde
vooral begrip, een luisterend oor en ja, een enorme empathie. Maar: een
meeloper was ik niet, eerder een allemansvriend.
Gaandeweg kwam in erachter dat mijn gigantische
inlevingsvermogen ook wel zijn beperkingen kende. Zo bleek het behoorlijk moeilijk
om mij te verplaatsen in de zwangere moeder van mijn kinderen en al helemaal
niet in de bijbehorende bevallingen. Elke poging daartoe werkte bovendien
averechts. En achteraf blijkt ook dat ik misschien wat minder inzicht had in de
diepere motieven van mijn ouders, hoewel het mij weinig moeite kostte om de
ideale puberzoon te spelen.
Zo ongeveer tot mijn vijfendertigste levensjaar was ik
lang en vrij smal. Wat ik ook at of dronk maakte daarin geen verschil. En hoewel
ik verschillende mensen in mijn omgeving enthousiast stond aan te moedigen bij
hun afvalpogingen, kon ik me natuurlijk absoluut niet in hun situatie
verplaatsen. Ik kende niet de betekenis
van overgewicht. Heel even veranderde dat, toen bleek dat de hoeveelheid
genuttigde biertjes zich soms wat al te nadrukkelijk blijvend manifesteerden en
het zicht belemmerden op mijn blokjesbuik. Een tandje terug in de
alcoholconsumptie bleek voldoende. En iets meer roken. Maar verder...? Wist ik veel!
Afgelopen zomer kocht ik een stunning overhemd. Eigenlijk kon ik er niet in, maar een grotere
maat was niet voorhanden. Bovendien was dít mijn reguliere maat. Ach, dat komt
wel goed, dacht ik optimistisch. In de daaropvolgende maanden probeerde ik het
overhemd op verschillende momenten te passen. Tevergeefs. Na de laatste ultieme
stoppoging qua roken was mijn lichaamsgewicht gestaag opgelopen. Gerichte actie
bleek noodzakelijk.
Ik nam drastische maatregelen. Het stiekem ingeslopen
drinkgedrag bracht ik terug tot enkele weekendroséetjes. Ik kocht me arm aan light en zero-producten en
sjouwde enorme hoeveelheden rauwkost de kelder in. Vijf weken lang maakte ik
een dagelijkse keuze uit internetdieetrecepten. Belangrijkste gedragsverandering: de
wekelijkse dosis chips (met zelfgemaakte dip) verdween uit het
voedingspersoon. In plaats van twee-
ging ik driemaal per week naar de sportschool en nam nog uitsluitend de fiets naar mijn
werk: tweemaal vijf kilometer per dag. Ik schafte een weegschaal aan die aangaf
tot op het ons en de weeggeschiedenis opsloeg in het geheugen.
Ik boekte snel resultaat. Hoe bevredigend! Elke week een
kilo of meer minder. Stiekem ben ik ook behoorlijk competitief ingesteld (had
ik dat al vermeld?), dus zo’n wedstrijdje met mezelf was best spannend: een echte afvalrace! Als De
Ware mij geen halt had toegeroepen, was ik hier met mijn olympische mentaliteit
misschien inderdaad wel in doorgeslagen.
Maar vorige week kon ik dan eindelijk in mijn nog altijd
nieuwe, ongedragen overhemd. Het zat als gegoten. Op het verjaardagfeest van
een lieve vriend (die eveneens de strijd met de weegschaal was aangegaan) maakte
ik er mooie sier mee. Bijna zes kilo was ik lichter (zowat acht procent!), zo
weinig had ik deze hele eeuw nog niet gewogen. Het voelt als een overwinning.
Natuurlijk is volhouden de kunst. Maar deze triomf is mooi alvast in da pocket! Plús het verworven inzicht
en inlevingsvermogen in het diepere leven van de lijnende medemens. Wat ’n
spannende hobby!