woensdag 20 oktober 2021

Sportschool

Hondje legde het oor te luister in de kleedkamer en was getuige van een vermakelijke én confronterende conversatie...

Ook nu we heren van een zekere leeftijd zijn, gaan De Ware en ik nog tweemaal per week trouw naar de sportschool om zo toch in elk geval het gevoel te hebben van enige invloed op de lichamelijke vergankelijkheid en het voortschrijdend verval van het ooit toch best wel strakke lijf. In het coronatijdperk hielden we ons zo mogelijk nog krampachtiger vast aan onze routine, vanuit de gedachte dat er toch nog iets in ons bestaan was waarover we de controle konden houden. Onze vaste sportmomenten waren steevast aan het einde van de middag of in de avond - want ook vaste momenten bieden houvast.

Op de genoemde tijdstippen proberen we doorgaans overeind te blijven tussen veel jongere en gespierdere types en dat alleen al kost behoorlijk wat inspanning. Door een speling van het lot gingen we afgelopen week eens op een heel ander moment naar de sportschool: om half 10 in de ochtend, amper na het ontbijt.

We hadden op dit moment van de dag duidelijk te maken met een heel andere doelgroep. De manier waarop wij nu afstaken tegen de meeste sporters gaf ons zelfvertrouwen een geweldige boost. Het ging er ook een stuk relaxter aan toe. In de kleedkamer troffen we twee shirtloze heren, de zekere leeftijd al zeker gepasseerd en zichtbaar liefhebbers van lekker (en veel) eten. Daarover ging ook hun gesprek. Tijdens het aankleden verhaalde de slankere sportieveling (circa honderd kilogram) over een heerlijke vis- en zeevruchtenschotel die hij op een speciaal adresje had gehaald. Zijn kompaan (honderdtwintig kilo) stelde daarbij de vraag of het nuttigen van de schotel met pulken gepaard ging. Dat bleek het geval: er zaten garnalen in. ‘Niks voor mij dan’, zei honderdtwintig. ‘Ik eet ook alleen maar spare ribs als ze vanzelf van het botje afglijden’.

Honderd was niet voor een gat te vangen. Hij wist ook nog een adresje waar heerlijk verse, malse tong kon worden gehaald. Dat was weliswaar in Sluis, maar ach, zoveel lekkerder én goedkoper dan in Scheveningen. Honderdtwintig onderbrak ruw dit lyrische relaas. ‘Dat heb je al vaker verteld, Jan. Voor 27,50 per pond toch? Vertel je dat verhaal nou alweer?’

Jan hield beteuterd zijn mond, maar honderdtwintig wreef het nog maar eens even in: ‘Wáár was je van de week geweest, Jan? In Sluis, ja? En wat had je gekocht? O ja, tong? En hoe duur was die dan? Geen geld, jongen, 27,50 per pond. En 24 euro voor 4 ons? En, was-ie lekker?’ Bulderend sloeg hij zijn maat op de schouder. ‘Ja, lach er maar om. ’t Is toch verschrikkelijk’, mompelde Jan nog en liet zich de kleedkamer uitloodsen.

De Ware en ik hadden weinig ingehouden mee gegrinnikt met deze dialoog, maar vielen nu even stil. ‘Is dit ons voorland?’ vroeg ik een beetje benauwd. ‘Ongetwijfeld’, zei De Ware. ‘Dit hoort nu eenmaal bij de leeftijd.’

Dat stelde mij niet gerust. Volgende keer toch maar weer wat later op de dag gaan sporten.

 

vrijdag 2 juli 2021

Verjaardag


Hondje was een tijdje uit het veld geslagen, vond de weg weer terug en schrijft een brief

Lief, stoer Hommeltje, prachtig kind,

Het is een feestdag! Er valt weer iets te vieren. Vandaag ben jij immers jarig. En het is niet zomaar een verjaardag. Nee, een heel bijzondere. Want het is jouw dertigste keer, dus een mijlpaal en een kroongetal. Het is óók de eerste verjaardag waarop je zelf mamma bent van je eigen prachtige kind. En het is je eerste verjaardag zonder haar. Zonder wie? Ja, je weet toch. Zonder haar. Letterlijk.

Want in de afgelopen maanden ben jij je haar verloren. Niet zomaar, dat had een oorzaak. Je kwam opeens terecht in heftig medisch traject. Een serie behandelingen waarbij het middel bijna erger leek dan de kwaal. Dus dan weet je het wel: je leven is tot stilstand gekomen en je wereld is ontzettend klein. Alles is relatief, weinig is nog echt belangrijk. Dus dan weet je het wel? Nee, eigenlijk heb ik zelf geen idee. Jij bent degene die alles moet ondergaan, alles wat ik doen kan is bijstaan.

Op jouw verjaardag zitten we precies op het midden van dit jaar. De eerste helft was een achtbaan van emoties, heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees, met een misselijkmakende duiklooping het donkerste duister in en daarna heel langzaam weer omhoog getakeld in de richting van het licht. Maar nooit ontspannen in dat doordenderende karretje, gillend en juichend van pret met je handen in de lucht, je haren wapperend in de wind. Want ja, te wapperen was er weinig. Het einde van de rit nog niet in zicht.

En nu, samen met je verjaardag, begint de tweede helft van het jaar. Het is nog altijd allerminst een attractie, maar de bochten zijn wat minder scherp en onvoorspelbaar. Het tempo lijkt lager. En je begint in elk geval de wind weer in je haar te voelen. De hoop wint het steeds vaker van de vrees - de hoop op een veilig einde van deze tocht. 

Dat is het cadeau dat ik je vandaag zielsgraag zou willen geven: de zekerheid dat alles goed komt.

Maar dat kan ik niet. Wat ik wel kan, is je papa zijn en blijven - meer dan ooit en in alle opzichten. De afgelopen periode hebben we allemaal veel geleerd over wie we zijn en wat we betekenen voor elkaar. Die bewustwording is dan misschien toch een soort geschenk.

Laten daarom vandaag het leven vieren. En de liefde voor elkaar.

Met nog heel veel mijlpalen voor de boeg.

X Papa

P.S. Ik beloof plechtig: ik betaal je eerstvolgende kappersbezoek.

 

 

zaterdag 30 januari 2021

Safari

We waren er helemaal klaar mee, De Ware en ik. Al maandenlang zaten we hele dagen tussen vier muren naar een schermpje te turen. Zo moet ongeveer een bijna-doodervaring voelen. De laatste weken moesten we ook nog de avondwandeling schrappen. Ons huis was een kantoor geworden en we deden alles op routine en zonder veel enthousiasme of energie. We snakten naar afwisseling en uitdaging.

Ik dacht aan dat gezegde over verandering van spijs. Ons kantoor konden we ook in een andere omgeving inrichten. We wilden eerst naar een huisje aan de kust, zodat we tussendoor eens een strandwandeling zouden kunnen maken. Maar ja, tijdens kantooruren zijn we vooral gebonden aan werk en scherm en een strandwandeling in het donker heeft toch een verminderde aantrekkingskracht. Bovendien vreesden we de kwaliteit van de wifi in de kustprovincies. Dit is een irrationeel vooroordeel, ik weet het. Maar wat als we in onze duinbungalow beschikten over matig of  - o, horror - zelfs helemaal geen internet, dan was de hele onderneming tevergeefs. Het ging immers niet om een plezierreisje, nee, gewerkt moest er worden. En wat als we essentiële documenten of onmisbare zaken thuis op bureau of aanrecht zouden achterlaten? Gezien ons seniorengeheugen echt geen ondenkbare wending. Dan zouden we urenlang terug moeten reizen om de vergeten goederen op te halen.

We kozen voor een praktische oplossing. In het nabijgelegen safaripark (zeven autominuten) huurden we een vakantiewoning in het safari-resort, een ruime lodge met uitzicht op een weide met de toepasselijke naam Serengeti. Tussen 10 uur ’s ochtends en 16 uur ’s middags trokken er voortdurend struisvogels, elandantilopen, zebra’s, zeboes en giraffen aan ons raam voorbij. De neushoorns moesten deze week fulltime in hun binnenhok blijven, maar binnen een paar minuten wandelden we naar de zeehondenvijver en het leeuwenverblijf. Het leek verleidelijk om ons te laten afleiden door al die indrukken, maar uiteindelijk had de verandering een positieve invloed op onze productiviteit. Dat gezegde over spijs en eten bleek echt te kloppen.

Het hielp ook dat het een ruime en best wel luxe woning was. Met een vaatwasser, die we thuis niet hebben. En met een sauna in een van de twee badkamers. Hebben we thuis ook niet. We konden ons eigen potje koken op de moderne kookplaat en met behulp van de oven-magnetron-combinatie. We hadden zelf boodschappen meebracht, maar het bleek wel een puzzel om uit te vinden hoe we met deze apparaten de gewenste dingen gedaan kregen. Een handleiding was nergens te vinden. Evenmin overigens als een schilmesje of een ovenschaal. Maar wel héél véél glaswerk en dat is natuurlijk ook belangrijk. Beurtelings bogen we ons over het dashboard van de kookplaat en de touchscreen van de oven. Het kostte veel tijd, discussie en ook wel gevloek voordat er iets werkte. Achteraf bleken we de kaasschotel niet in de oven te hebben verwarmd maar toch in de magnetron. Het zoeken naar de juiste knoppen op de vaatwasser duurde net zolang als het draaien van het hele programma (ruim tweeënhalf uur, waarom moet dat toch zo lang duren?). Tot slot bleek de sauna niet te werken, want die reageerde nergens op. Of wacht, dáár zat nog een verborgen knopje. En jawel: dat werkte. We konden heerlijk schoon en ontspannen naar bed. 

Kortom, we hadden niets te klagen over afwisseling en uitdaging.

We konden trouwens ook eten bestellen en laten bezorgen via de speciale app van het safaripark. Op onze laatste avond besloten daarvan gebruik te maken. Toen ik onze bestelling invoerde, zag ik dat ik via die app ook de handleidingen kon downloaden van alle apparaten die in onze lodge aanwezig waren. Ook zo'n handige service.



zaterdag 16 januari 2021

In de drup

Waarin aan de hand van persoonlijke ongemakken een optimistische poging wordt gedaan tot relativeren.

Het nieuwe jaar is alweer even begonnen. Geruisloos bijna, zoals het vorige uitging als een nachtkaars. Hoe anders dan een jaar geleden, toen het geknal alle records verbrak. Ondanks die uitbundigheid begon 2020 toch behoorlijk onheilspellend, als ik mijn eigen woorden hierover nu teruglees. Een jaar geleden volgde ik de sinistere Britse serie Years and Years, waarin een grimmig beeld van een apocalyptisch volgend decennium wordt geschetst. Ik durfde toen de laatste aflevering niet goed te bekijken, bang voor een rampzalig einde. Uiteindelijk heb ik mijn angst natuurlijk opzij gezet en ik bleek (* spoiler alert *) uit de afloop toch nog enige hoop te kunnen putten. Nu, een jaar verder, is de serie keihard ingehaald door de werkelijkheid. En over tien jaar zal Years and Years waarschijnlijk worden gezien als een zachtmoedige comedy.

Maar goed: naast een wereldwijd Nieuw & Naargeestig Normaal is er gelukkig nog altijd ruimte voor Klein Leed. Immers: geen beter vermaak dan leedvermaak. Ik geef daarvan dan ook graag wat actuele voorbeelden als ik een ander daarmee een goed gevoel bezorg. Tijdens de voorbije kerstdagen waren we Home Alone, De Ware en ik, want in lockdown. De traditie wil dat we dan in gezinsverband geschenken uitwisselen met gedichten en/of surprises. Na intensief besloten we die traditie voor een keer online voort te zetten. Als volleerde pakketbezorgers wisselden we vooraf de cadeaus uit op elkanders drempel en als ware influencers gingen we die vervolgens unboxen in een Teams-vergadering. Best leuk, voor een keer. Wel ging er behoorlijk wat stress aan vooraf. Alle geschenken moesten online worden besteld, want lockdown. Er werden dingen fout geleverd en dingen te laat geleverd en dingen helemaal niet geleverd. Omdat ik nu eenmaal onder druk optimaal functioneer, begon ik een dag voor dit feestelijks aan het schrijven van de gedichten. Bij uitstek het moment voor de printer om er de brui aan te geven. Even een nieuwe halen zat er vanzelfsprekend niet in. Handgeschreven gedichten evenmin, want ikzelf kan mijn handschrift niet eens teruglezen. Gelukkig mocht ik mijn poëzie mailen aan een lieve vriend die een afdruk ervan persoonlijk in mijn brievenbus kwam doen.

In dezelfde week, waarin het voortdurende regende, ontdekte ik een lek in huis. Gezien de enorme plas die op een minder zichtbare plek op zolder was ontstaan en naar beneden doorsijpelde, was dat lek niet van de laatste tijd. Veel nostalgische spullen, die we in twintig jaar niet hadden gemist, moesten we weggooien. We bedachten dat het lek moest  zijn ontstaan bij de installatie van zonnepanelen op het dak, vier maanden eerder. De heren installateurs namen onze verdachtmaking serieus en klommen opnieuw het dak op, maar niet voordat hun regenachtige kerstvakantie erop zat. Ze erkenden schuld, kitten het gat en namen excuserend afscheid. Bij volgende bui kwam het water evengoed weer binnen en dus keerden de mannen terug met grof materieel. Een grote loodslab werd als extra bescherming aangebracht en dat bleek afdoende. Eind goed, al goed.

De volgende dag wilde ik nog eens bekijken hoe deze reparatie er nu uitzag. Ik duwde het Velux-zolderraam omhoog om dat goed te kunnen zien. Dat bleek te veel voor het raam, dat uit een scharnier sprong en daarin ook niet meer terug wilde. Daar stond ik: half hangend op het dak, een - best zwaar – venster vast te houden. Van de regen in de drup. 

Hoewel bovengenoemde gebeurtenissen mij heus wel tot vloeken verleiden, helpen ze ook om te relativeren. Er zijn immers veel meer mensen met ergere zorgen. Daarom stap ik opgewekt dit nieuwe jaar in, positief en met de blik optimistisch gericht op het einde van de tunnel. En met tijd voor een nieuwe hobby (waarover binnenkort meer).

Moedig voorwaarts!