Een verder zeer verstandige vriendin vertelde eens dat
zij haar geld liever besteedt aan één avond lekker eten dan aan een week
vakantie. Zó ver zou ik niet willen gaan, maar ik kan me goed verplaatsen in de
waardering voor een diner waar de aandacht letterlijk vanaf druipt. En vooral wanneer
er wat te vieren valt – en dat is bijna altijd – dan nemen wij maar wat graag
de gelegenheid tot high class wining and
dining.
Enkele weken geleden nog maar bezochten we daarom een
hoog aangeschreven plaatselijk etablissement van nationaal aanzien, dat volgens
culinaire kenners weldra een Michelinster zal krijgen toegekend. We kozen voor
het viergangenverrassingsmenu mét wijnarrangement. Elk van de vier gangen werd
voorafgegaan door een hemelse amuse. De even kundige als spraakzame sommelier stond, amper verborgen, achter een
pilaar paraat om onze glazen bij te vullen voor de laatste slok. Elk gerecht
werd aan tafel afgemaakt door een steeds wisselende knipmessende ober, bijvoorbeeld
met een handje versgehakt kaneelbasilicum of een garnering van west-Provençaals
broodkruim of andere mediterrane specerij. Het was in deze entourage wel een beetje jammer dat ikzelf al de
eerste hap van de eerste amuse op het sneeuwwitte tafelkleed liet landen. En
dat vervolgens nog enige malen herhaalde. (Tja, wat knoeien betreft ben ik
helemaal mijn moeder geworden, die kon je eigenlijk ook nergens mee naar toe
nemen.) Maar het smaakte er allemaal niet minder om. Voor het goddelijke maal
betaalden wij zonder blikken of blozen een bedrag dat een eindje in de drie
cijfers liep. Per persoon.
Maar: genieten hoeft echt niet altijd duur te zijn. Met
de eerdergenoemde verstandige vriendin en nog wat feestelijke types zoeken we vaak
ook naar goedkope, smakelijke uitstapjes, liefst met een extra dimensie. Een
bowling-kipsaté-combinatie. Of een midgetgolf-glow-in-the-dark-gourmet-arrangement.
Of, zoals zeer onlangs: een Japans diner (met sushi en kreeft) in een
privé-karoakekamer. Met achten om een ronde tafel (zonder tafelkleedje, zodat
ik de genen hun gang kon laten gaan) en aan weerszijden een behoorlijk
flatscreen en ook nog twee microfoons. We konden – héél eigentijds – via een YouTube-karaokekanaal
nummers zoeken om mee te zingen. De sfeer zat er al direct goed in. De een
bleek een Frank Sinatra onder de huid te hebben, de ander een Bianca Castafiore, een derde was vooral goed in choreografie. En o ja, er was ook een Echte Zanger bij. Zelf was ik erg sterk in duetten.
Dat vond in elk geval de John Travolta in mij. Zeker, het was alleszins een
avond van smaak – en dan heb ik het niet
over het eten. Hilarisch ook, vooral toen we gluurden door de raampjes van de
andere karaokekamers, waar dit concept uiterst serieus bleek te worden genomen. Aan de
rekening viel af te lezen dat we dit zeker nog wel vaker konden doen.
Elke week, eigenlijk.
Ach ja, het keihard op een zingen zetten: ik vind het
heerlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten