zaterdag 24 juni 2017

Stormvloedkering

Een uitgebreid ontbijt is essentieel voor een goed begin van de dag. En de krant is bij dat ontbijt dan weer een onmisbaar accessoire. Thuis hebben we er zelfs twee. Niet dat ik de tijd heb om die in de ochtend helemaal te lezen. Nee, terwijl ik ’s morgens zo ongeveer alles eet, ben ik erg selectief in wat ik lees.

Ik vind het moeilijk om op een nog nagenoeg nuchtere maag verhalen te lezen over terreuraanslagen waarbij veel slachtoffers zijn gevallen, over een allesverwoestende bosbrand of aardbeving, een door vlammen verteerde torenflat waarin tientallen bewoners het leven lieten. Die stukken sla ik over in de ochtend. En later op de dag lees ik ze trouwens ook niet meer. Het is niet dat ik me al die ellende niet aantrek. Het is heus geen onverschilligheid. Denk ik. Wat ik bijvoorbeeld wel lees zijn de achtergrondverhalen over individuele pubers die – al dan niet zelfgekozen – aan hun eind kwamen. Vermoord gevonden in het water, niet meer opgewassen tegen pesterijen, een onbedoelde fatale wending bij een choking challenge. Of op de trein gestapt zonder taal of teken. Ik verplaats me in het bodemloze verdriet van hun ouders, hun omgeving. Een weinig vrolijk begin van mijn dag, maar het raakt me meer dan het lot van de tientallen gelijktijdige slachtoffers van aanslag, ongeval of natuurramp. Dat maakt me wel onzeker. Want wat zegt dat over mij?

Aan dit alles moest ik denken toen ik luisterde naar De Grote Harry Bannink Podcast, een serie prachtige interviews van Gijs Groenteman over een van de grootste Nederlandse componisten aller tijden. Natuurlijk ook met veel van die onsterfelijke Bannink-liedjes. Heerlijk om naar te luisteren op de fiets, in de tuin of de sportschool. Een echte aanrader voor de liefhebber van smakelijke verhalen en ingenieuze melodieën. Maar dit terzijde.
Volgens de overlevering is het laatste liedje dat Bannink componeerde - ergens in de laatste twee dagen voor zijn plotselinge dood in 1999, op een tekst van Rob Chrispijn - het nummer Stormvloedkering, bedoeld voor het programma Klokhuis en gezongen door Remko Vrijdag. Het liedje gaat over de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg bij Rotterdam, die even lang is als de Eiffeltoren en wel vier keer zo zwaar en bedoeld is om het achterland te behoeden voor een overstromingsramp. Maar ergens neemt het nummer een terloopse maar tragische wending – terwijl de licht melancholische melodie je kalm en rimpelloos plots weet mee te sleuren. Dan blijkt dat het nummer gaat over het lot en diep en persoonlijk menselijk leed, waartegen geen stormvloedkering gewassen is. Ik moest erbij huilen. Maar ja, dat doe ik nogal gauw.

In dit liedje herkende ik het mechanisme van mijn ochtendritueel. Heel globaal samengevat: hoe kleiner het leed, hoe groter de impact op gevoel en medeleven. Een ramp van een enorme omvang gaat het bevattingsvermogen eenvoudigweg te boven. Ik kan me niet verplaatsen in de nabestaanden van honderden slachtoffers. Wel van eentje.
Deze zelf gevonden, maar zeker plausibele verklaring geeft mij een groot gevoel van opluchting.
Maar intussen is het natuurlijk goed dat er bij Rotterdam een stormvloedkering is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten