woensdag 21 september 2016

Perspectief

Soms zit je vast. Door gebrek aan overzicht. Door gebrek aan inzicht. Door gebrek aan doorzettingsvermogen. Door gebrek aan lef. Door een writer’s block. Of door een existentiële crisis. Dan helpt het vaak om een andere invalshoek te kiezen.

Alweer enige tijd ben ik grootouder van een parmantig voortstappend wezentje, van amper tachtig centimeter. We noemen het Bob, ook al heet het zo niet echt. Soms geeft Bob opa een handje om na een val weer overeind te worden geholpen, soms om hindernissen als drempel en trottoirband te nemen. Meestal echter geeft Bob opa juist géén handje en kiest een geheel eigen weg en  een - vaak onnavolgbare - route. Alertheid is dan geboden, want zowel de boze buiten- als binnenwereld blijken vol met gevaren. Die gevaren variëren van reusachtige obstakels als tuinhekjes en kiezelstenen tot (te) laag aangebrachte stopcontacten zonder beveiliging en luid dichtklappende kastdeurtjes. In aanwezigheid van de kleine Bob verschuift mijn uitgangspositie zich van vogel- naar kikkerperspectief. En zo word ik mij veel bewuster van al wat zich bevindt op ground level: het niveau van de begane grond. 
En van het feit dat er toch eigenlijk echt nodig gestofzuigd moet worden.

Soms heeft de perspectiefwissel weinig te maken met hoogte, maar eerder met diepte. Een dierbare vriendin ondergaat op dit moment dapper een moeilijke levensfase, vol rouw en afscheid. Voor de afleiding haalde ik haar op voor een ritje met die auto. Die moest nodig naar de wasstraat en wat bleek? Een wasstraatbezoek was een nog onvervulde wens van vriendin (die auto noch rijbewijs bezit). Ik schoof de plafondbekleding weg voor het panoramadak en liet het voertuig voorttrekken door de meterslange autowasserette, waarbij we zelf konden blijven zitten. Ik had dit zelf al veel vaker gedaan: een noodzakelijk kwaad en een tijdverdrijf dat zich bij uitstek leent om sociale media en app’jes te checken.
Maar nu kostte het geen enkele moeite om samen te kijken met dezelfde onbevangen blik. Naar al die bubbeltjes in het schuim, dat via de voorruit over het dak heengleed. Naar de sproeiers die keihard tegen de zijramen spoten. Naar de borstels die ons welhaast leken te pletten. Naar de sponzen die als waanzinnigen probeerden de hele auto droog te slaan. Naar de zware, brede blazer die recht op ons afkwam als een onafwendbaar en allesvernietigend monster (met als spoiler het opschrift ‘Geen angst. Ik ga op tijd omhoog!’ - dat wel). Kortom: de alledaagse wasstraat werd voor ons een spannende en gevarieerde kermisattractie waar we ons gillend en gierend doorheen lieten leiden, als ware het de eerste keer.

Toen ik vriendin daarna weer thuis afleverde, was ze er behoorlijk van opgeknapt.
Ikzelf ook, trouwens.
En volgende keer? Dan neem ik Bob mee naar de wasstraat.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten