vrijdag 8 november 2013

Roeping

Voor nieuwe dingen sta ik altijd open. Niet voor niets ben ik een trend- en modegevoelig typje (en jawel, ook wel een beetje gadgetgeil). Leren heb ik dan ook immer leuk gevonden. Opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden werkt verrijkend, vind ik. En die opgedane kennis en vaardigheden deel ik ook weer graag met anderen, die daar eveneens voor openstaan.

Jaren geleden nam ik eens een avontuurlijke afslag, maar na een lange omweg ben ik intussen alweer een hele tijd terug op het oorspronkelijke pad: dat van het onderwijs. Waarom ik ooit besloot de koers te wijzigen weet ik niet meer precies. Nu heb ik het  enorm naar mijn zin, in dit werkveld waar salaris omgekeerd evenredig is aan werkdruk. Zou dat nou een Roeping heten? En houdt die Roeping verband met mijn eigen honger naar verrijking?

Toegegeven: op een zekere leeftijd wordt het brein wat minder flexibel. Het absorbeert minder en ingesleten gewoontes zijn moeilijker te veranderen. Bij mij althans. De Ware (toch niet zo heel veel jonger) lijkt hiermee minder moeite te hebben.
Sinds kort dient ons huishouden, van overheidswege, het plastic afval gescheiden aan te bieden. Een verheven streven, dat ik mij echter maar moeilijk eigen maken kan. Minstens eenmaal per dag staat De Ware plotseling voor mij en wrijft mij een plastic voorwerp onder de neus dat ik per ongeluk in de verkeerde afvalbak heb gedeponeerd. Vaker nog besluipt De Schat mij van achter en laat mij vervolgens schrikken met een harde uitroep in de trant van: ‘Wat vind ik híer nou weer!’ – daarbij een kunststof bakje, zakje of dekseltje met weinig ingehouden triomf omhoog houdend.

Een dergelijke foutmelding die een tekort aan intern geheugen signaleert, weerhoudt mij vooralsnog niet. Geheel in lijn met mijn eigen levensfilosofie ‘een leven lang leren’ begon ik onlangs aan een cursus Zweeds: in mijn oren een sexy en uitdagende taal. Een nieuwe, avontuurlijke afslag, een welkome afwisseling op de dagelijkse routine en een constructieve bijdrage aan mijn jaarlijkse bezoek aan Stockholm of ander deel van Zweden. Ik schafte het bijbehorende prijzige tekst- en werkboek aan, abonneerde me op de online woordenlijst en schoof aan aan de keukentafel bij mijn nieuwe juf, een echte authentieke Zweedse native speaker.
Weer leren: leuk! Dacht ik.

Maar ach, hoe lastig is het om een compleet andere inrichting van klanken en grammatica toe te voegen aan de behoorlijk overbelaste talenknobbel. De Zweden blijken een volkomen afwijkend beeld van lidwoorden en werkwoordvervoegingen te hebben. Een heel leven hebben hun lippen en stembanden zich kunnen vormen naar klanken die wij enkel uitstoten bij heftige pijnreflexen. Hoe kan mij zoiets lukken in enkele uurtjes per week?
De beschikbare tijd blijkt sowieso een enorm beperkende factor bij mijn nieuwe studie: een groot deel van mijn uren is immers gewijd aan mijn Roeping, het overdragen van mijn opgedane kennis en vaardigheden aan anderen, die daarvoor openstaan. Die anderen zijn vaak deeltijdstudenten, die naast hun fulltime baan een opleiding volgen.
Hoe doen zij dat toch?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten