vrijdag 18 juli 2014

Relatief

Tja. Op deze plaats probeer ik met enige regelmaat mijn persoonlijke belevenissen, beschouwingen, ergernissen en leedvermakelijkheden te delen. Sterker nog: ik stel mezelf daartoe elke twee weken een deadline. Omdat ik denk dat er mensen op zitten te wachten. Geen honderden, dat niet. Maar enkele tientallen toch wel - blijkt uit de bezoekersteller die meeloopt. Mijn meningen en mijn ervaringen boeien die lezersgroep. Denk ik. Maar nu.

Nu is alles meer relatief dan ooit. Ik overwoog serieus om met u, lieve lezer, de schrik te delen van de ontdekking van de haren tussen mijn schouderbladen: een donker matje op mijn rug, dat er – eerlijk waar – twee weken geleden nog heus niet zat. Ik wilde mijn irritaties van de afgelopen weken eens inventariseren en nader ingaan op de nummer één in die lijst: de radioreclamecampagne ‘Doe mee! Praat eens met een vijftigplusser’. Als vijftigplusser hoop ik echt nóóit te worden aangesproken door iemand met het vetlijzige Limburgse accent van Caroline Kortooms, directeur van Toverland, die zelf kennelijk maar al te graag het gesprek aangaat met mijn generatiegenoten.

In mijn hoofd zat al de complete update omtrent de toestand van mijn ras dementerende vader, met wie elk gesprek minimaal in drievoud wordt gevoerd en wiens herinneringen voortdurend een loopje met hem nemen. Een kant-en-klare tragikomedie, hoefde alleen nog te worden opgeschreven.
Of de bezorgdheid over de ondoordachte beslissingen van dierbaren en de onvoorspelbare gevolgen hiervan; een bezorgdheid die vooral in mijn hart heeft postgevat, maar er ook om vraagt een begrijpelijke formulering te krijgen.
Dit alles hield mij voortdurend bezig. Tot nu.

Want nu is alles meer relatief dan ooit. En zeker: relativeren is mijn tweede natuur. Maar sommige dingen zijn te bizar om te bevatten. Je kunt dus uitgelaten en goedgemutst je einde tegemoet vliegen in bezit van paspoort en voor twee weken ondergoed en sokken.  Je kunt dus simpelweg een dodelijk slachtoffer worden van de burgeroorlog in een land waar je nooit een voet op de bodem hebt gezet. Je allerlaatste afscheid van al wat je dierbaar is, kan dus doordrenkt zijn van opgewektheid en van verwachting.
Dat laatste is dan wel weer een troostrijke gedachte: zo’n allerlaatste afscheid, in een innige omhelzing met de blik naar een avontuurlijke toekomst, daar teken ik voor. Maar verder houdt daarmee de vergelijking op en overheerst verslagenheid. 
Enige lichtpuntje is dat alle persoonlijke problematiek – even maar! – naar de achtergrond verdwijnt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten