woensdag 8 april 2015

Dichtbij

Ja, het klopt. Ik ben erg taalgevoelig. Soms zelfs overgevoelig. Ik ben eenvoudigweg allergisch voor de trendy termen die ik te pas en te onpas soms hoor roepen dan wel verzuchten. Ik neem me steevast voor om zo’n hype stelselmatig te negeren en er in geen geval zelf voor te zwichten. Dat valt niet altijd mee: soms komt het wel érg dichtbij…

Het heeft er alle schijn van dat een gevleugelde uitdrukking een nog hogere vlucht neemt door de aandacht in de media. Een poosje geleden werd het nieuws dat spelers van voetbalclub Willem II zich schuldig hadden gemaakt aan matchfixing. Tijdens een journaaluitzending stond een trainer van die club tegen het decor van het eigen stadion en deed aldaar de verbijsterde uitroep: ‘Tja dan komt het wel érg dichtbij!’
En vorige zomer, na de dramatische MH17-ramp, hoorde ik zowel vliegtuig- als Oostblok-deskundigen in menig actualiteitenrubriek gewichtig oordelen: ‘Nu komt het opeens wel érg dichtbij…’ De groep vliegtuigkenners herhaalden onlangs dat statement nog maar eens, toen een Duits passagiersvliegtuig tegen een Franse alpenwand te pletter sloeg.

Ook in mijn directe omgeving wordt geklaagd over de afnemende afstand tot dreiging en gevaar. Vrienden en bekenden worden angstig als familieleden plotseling werkloos worden of wanneer hún vrienden en bekenden lijden onder dood of verderf. En wanneer ik vertel over de almaar voortdurende ontsteking die mijn buurman nu al wekenlang in het ziekenhuis houdt, dan is de reactie structureel: ‘De búúrman! Maar dan komt ’t wel érg dichtbij…’

En ik geef het toe: ook zelf sta ik wel eens aan de verleiding bloot. Toen - een kleine drie maanden geleden - mijn eerste kleinkind werd geboren, zag ik, waar ik ook keek, uitsluitend zich uiterst langzaam voortbewegende bejaarden met een kleuter aan de hand. De verleiding was daarbij groot om mijn gedachte hardop te verwoorden, maar ik hield haar manhaftig binnen! En diezelfde beheersing kan ik ook nog nét opbrengen na een bezoek aan mijn vader die last heeft van voortschrijdende Alzheimer. Want de angst slaat mij om het hart als ook mijn kortetermijngeheugen mij merkbaar in de steek laat en ik niet meer weet waar ik – net nog! – mijn sleutels heb neergelegd of ontdek dat ik tweemaal achtereen hetzelfde document naar de printer heb gestuurd.

Dan komt het wel érg dichtbij… Maar wat betekent nu toch zo’n uitdrukking? Nooit wordt helemaal duidelijk wát er dan wel zo dichtbij komt. Zeker is dat het vooral gaat om minder blijmoedige, zo niet ontstellende gebeurtenissen.
Toch heb ik ontdekt dat er ook een vrolijke kant zit aan dit nieuwe volksgezegde. Wanneer in mijn omgeving iemand hoorbaar kreunt of zucht van inspanning (of juist zonder aanwijsbare reden) dan houd ik mij niet in: ‘Ja, ja! ’t Komt nu wel érg dichtbij!’
Hilarische reacties.
Probeer zelf maar.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten