Ja, het klopt. Ik
ben erg taalgevoelig. Soms zelfs overgevoelig. Ik ben eenvoudigweg allergisch
voor de trendy termen die ik te pas en te onpas soms hoor roepen dan wel
verzuchten. Ik neem me steevast voor om zo’n hype stelselmatig te negeren en er
in geen geval zelf voor te zwichten. Dat valt niet altijd mee: soms komt het
wel érg dichtbij…
Het heeft er alle schijn van dat een gevleugelde
uitdrukking een nog hogere vlucht neemt door de aandacht in de media. Een
poosje geleden werd het nieuws dat spelers van voetbalclub Willem II zich
schuldig hadden gemaakt aan matchfixing. Tijdens een journaaluitzending stond
een trainer van die club tegen het decor van het eigen stadion en deed aldaar de
verbijsterde uitroep: ‘Tja dan komt het wel érg dichtbij!’
En vorige zomer, na de dramatische MH17-ramp, hoorde ik
zowel vliegtuig- als Oostblok-deskundigen in menig actualiteitenrubriek
gewichtig oordelen: ‘Nu komt het opeens wel érg dichtbij…’ De groep
vliegtuigkenners herhaalden onlangs dat statement nog maar eens, toen een Duits
passagiersvliegtuig tegen een Franse alpenwand te pletter sloeg.
Ook in mijn directe omgeving wordt geklaagd over de
afnemende afstand tot dreiging en gevaar. Vrienden en bekenden worden angstig
als familieleden plotseling werkloos worden of wanneer hún vrienden en bekenden
lijden onder dood of verderf. En wanneer ik vertel over de almaar voortdurende ontsteking
die mijn buurman nu al wekenlang in het ziekenhuis houdt, dan is de reactie structureel:
‘De búúrman! Maar dan komt ’t wel érg dichtbij…’
En ik geef het toe: ook zelf sta ik wel eens aan de
verleiding bloot. Toen - een kleine drie maanden geleden - mijn eerste
kleinkind werd geboren, zag ik, waar ik ook keek, uitsluitend zich uiterst
langzaam voortbewegende bejaarden met een kleuter aan de hand. De verleiding
was daarbij groot om mijn gedachte hardop te verwoorden, maar ik hield haar manhaftig
binnen! En diezelfde beheersing kan ik ook nog nét opbrengen na een bezoek aan
mijn vader die last heeft van voortschrijdende Alzheimer. Want de angst slaat
mij om het hart als ook mijn kortetermijngeheugen mij merkbaar in de steek laat
en ik niet meer weet waar ik – net nog! – mijn sleutels heb neergelegd of
ontdek dat ik tweemaal achtereen hetzelfde document naar de printer heb
gestuurd.
Dan komt het wel érg dichtbij… Maar wat betekent nu toch
zo’n uitdrukking? Nooit wordt helemaal duidelijk wát er dan wel zo dichtbij komt. Zeker is dat het vooral gaat om
minder blijmoedige, zo niet ontstellende gebeurtenissen.
Toch heb ik ontdekt dat er ook een vrolijke kant zit aan
dit nieuwe volksgezegde. Wanneer in mijn omgeving iemand hoorbaar kreunt of
zucht van inspanning (of juist zonder aanwijsbare reden) dan houd ik mij niet
in: ‘Ja, ja! ’t Komt nu wel érg dichtbij!’
Hilarische reacties.
Probeer zelf maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten