maandag 7 juli 2025

2025 deel 6 - juni: Festival

Juni was een hete maand, waarin weer volop weerrecords werden verbroken: de almaar dringender signalen van de klimaatcrisis. Het was eigenlijk te warm voor buitenactiviteiten, maar steeds maar binnen zitten stemt ook niet erg vrolijk.

Juni is ook de maand van de festivals. Er is weinig leuker dan een lang weekend lang naar fijne bandjes kijken en luisteren met een biertje of rosétje in de hand in goed gezelschap onder ideale weersomstandigheden. Maar zoals blijkt uit die vorige lange zin zijn er nogal wat criteria waaraan moet worden voldaan. De kwaliteit van de bandjes is daarbij van ondergeschikt belang en die van bier of rosé misschien ook wel. Zelf bezoek ik jaarlijks het festival Best Kept Secret met een fijn clubje lieve vrienden. De weersomstandigheden waren dit jaar nagenoeg perfect. Bijkomend voordeel: het festivalterrein is op fietsafstand. We slapen dus in ons eigen bed en niet op de festivalcamping. Vinden we fijn. Ook al missen we daarmee misschien een kans op verrassende ontmoetingen en nieuwe vrienden. Maar wij denken dat dat buiten de camping ook wel lukt.

De festivalmaaltijd kent steeds een hoog gezelligheidsgehalte. Op de tweede avond vonden we een grote tafel en haalden paella, halumi of kokoscurry. Vlakbij onze dinerplek stond een minireuzenrad, waarin twee mensen in een schuitje naast elkaar zaten. Bij de start kregen ze een bord eten en draaide het rad heel langzaam rond. Opnieuw beneden volgde nog een dessert voor een tweede ronde. In zo’n schuitje zaten twee min of meer verklede jongens, die ons vrolijk toezwaaiden terwijl ze passeerden. Met effectieve gebaren vroegen ze ons een foto van hen te nemen. Dat deed ik uiteraard. Maar vervolgens verzochten ze om dat te doen met hun eigen toestel. Ook prima. Een van ons stond klaar om het mobieltje op te vangen. Maar in plaats van het simpelweg te laten vallen, gooide de eigenaar het met enige kracht naar beneden. Het toestel nam daardoor een eigen, onvoorspelbare route.

Naast ons zaten aan een tafeltje drie mensen te eten. Een van hen, een kale vijftiger of zestiger, zag het ongeleide projectiel niet aankomen. Hij greep verschrikt naar zijn hoofd toen hij werd geraakt en bleef gebukt zitten. Hij had een flinke, bloedende snee. De vrouw naast hem schreeuwde: ‘Hij slikt bloedverdunners!’ De andere man overzag de situatie en brieste: ‘Wie heeft dat gedaan? Ik klaag hem aan!’

Wij waren er stil en onthutst van. De jongens in het rad ook. Zij moesten nog een hele afstand in een zeer traag tempo afleggen om beneden te komen. De vrouw en de gewonde man haastten zich naar een eerstehulppost, de achterblijver bleef volharden in juridische dreigementen en het eisen van excuses.

Toen de dader eindelijk kon uitstappen, was de gewonde voorzien van een hechtpleister. De jongens bleken twee Belgische broers, twintigers. De gooier was hevig ontdaan en bood in tranen excuses aan en hoe dit nooit zijn bedoeling was geweest. Het slachtoffer gaf hierop de enige juiste reactie: ‘Nou, geef dan maar een knuffel’. Hetgeen geschiedde. Behalve een knuffel gaf de dader ook nog een rondje voor ieder
een.

Dus ja, ook buiten de camping zijn er echt wel verrassende ontmoetingen.

donderdag 12 juni 2025

2025 deel 5 - mei: Natuurfenomeen

Net als de bewolking dreef de meimaand voorbij, rustig en stabiel. Met een (toch weer) bizarre songfestivaleditie en een onbekwame regering die afstevende op een roemloos einde. Maar we besloten de maand met een hoogtepunt.

Tja, dat was een fantastische, spectaculaire en sensationele ervaring. Of noem het rustig een beleving, zo aan het einde van de maand. Inmiddels is het alweer even geleden, maar nog altijd kan gevoel van uitbundige verrassing en diepe euforie zich zomaar weer manifesteren. Bij andere natuurfenomenen, zoals een aardbeving, is vaak ook sprake van herbeleving. Dat weet ik uit ervaring, maar daarover een andere keer meer.  Ik vrees ook dat dit een gebeuren betrof uit de categorie ‘Je Had Erbij Moeten Zijn’. Maar ik ga nu toch proberen om dat extatische gevoel  te beschrijven.

Wat ging hieraan vooraf? We hadden wat te vieren. Eind mei vierde Jongste Dochter haar verjaardag. Ook had zij enkele maanden eerder een diploma gehaald. Dubbel feest dus! Het diploma was het eerste sinds de middelbare school. Daar waren sedertdien best wat jaren overheen gegaan, maar hé: binnen is binnen. Voor het behalen van deze mijlpaal geldt binnen het gezin een beloning: een citytrip met de pappa’s naar een stad naar keuze. Jongste koos voor Stockholm, waar zij zelf nog nooit was geweest, maar de pappa’s al vele malen.

Dochter had bovendien een moeilijke en soms verdrietige periode doorlopen hetgeen resulteerde in een hectische verhuizing, die net achter de rug was. Ze was wel toe aan wat ontspanning en ook de pappa’s liepen tegen de grenzen van het professioneel haalbare aan. Kortom, we gingen gedrieën uiterst opgewekt en goedgehumeurd het lange, leuke weekend in. En leuk was het: we hadden erg veel pret samen. Maar ook veel aandacht voor elkaar. Want dit prachtige, on-Hollandse decor gaf alle gelegenheid voor quality time. Omdat de pappa’s goed de weg kenden in de stad, werd Dochter niet afgeleid door de dilemma’s van de doorsnee toerist. Zij hadden een mooi programma opgesteld, dat toch niet in beton was gegoten, maar waarin alle bijzondere facetten van Stockholm geweldig waren uitgelicht.

Het weer zat ook mee. Het was doorgaans zonnig, maar niet te warm. Op de tweede dag was het bewolkter met af en toe wat regen. Achteraf gezien hing dat misschien wel samen met het weergaloze einde van die dag. Na de maaltijd liepen we vanuit het restaurant naar een vrij hoog gelegen uitzichtpunt, vanwaar – wisten wij – zich een prachtig panorama zou ontvouwen over de stad, de bijbehorende eilanden en het vele water. Het was iets na tienen en al klimmend zagen we dat de zon zich met enorm oranje aura liet zakken. We haastten ons naar boven, omdat we zoveel mogelijk van dat moois wilden genieten. Net op tijd zagen we de zon als een echte diva met veel uiterlijk vertoon écht zakken achter de horizon.

Maar daarna gebeurde het pas echt: de complete hemel, zover als we konden kijken, kleurde vurig oranje, en omdat de gekleurde lucht spiegelde in het water was ook dat oranje. Het leek alsof de hele wereld in brand stond, zonder dat het angstig was. Integendeel, we werden er wel helemaal warm van, maar dan van opwinding. Mensen om ons heen keken ademloos rond, met open mond of fotograferend.

Het was meer dan een cadeautje, het was een onvergelijkbare ervaring, een eerste keer. Alle hierboven gebruikte superlatieven schieten te kort bij de beschrijving ervan.

Hopelijk is dat toch een beetje gelukt.  

 

zaterdag 3 mei 2025

2025 deel 4 - april: Pretpark

Het klimaat breekt voortdurend records. De afgelopen aprilmaand was een van de warmste en droogste ooit gemeten. Of in de woorden van een wijs man en profetisch orakel:  Yes, it’s true. The hottest April ever, maybe ever recorded, maybe ever imagined.  Many people are calling it that, very smart people. Tremendous heat, folks. You wouldn’t believe it. Historic, record-breaking warmth. The likes of which nobody’s ever seen. People were melting. I stayed cool — because I’m always cool. Very cool.  Net alsof hetzelfde liedje steeds op repeat staat. In alle opzichten.

De vorige keer maakte ik hier nog melding van een hoog oplopend conflict dat ik had ChatGTP, als gevolg van mijn (te) sterk ontwikkelde rechtvaardigheidsgevoel. Dat moet – nee, dat kán – niet gekker worden. Zou je denken.

Hieronder een schaamtevol relaas van hetgeen zich afspeelde op Koningsdag 2025. Een uitgelezen dag voor harmonie en verbinding. Zou je denken.

Ik houd heus van een feestje, maar van Koningsdag (of eerder Koninginnedag) ben ik geen groot liefhebber. Te massaal, te commercieel en oranje is niet mijn kleur. Dit jaar had ik op deze dag de grootvaderlijke zorg over twee schatjes: meisjes van 4 en 10 jaar. Daarvoor stapte ik zonder enige terughoudendheid over mijn bedenkingen die ik koesterde voor het volksfeest. Na een check van de lokale media viel de keuze op een bezoek aan een nabijgelegen park, dat van oudsher volstond met rommelmarktkramen, foodtrucks, podia met dubieuze acts én met gevarieerd kindervermaak. De laatste categorie bestond uit poppentheater, suikerspinnenkramen, all you can schmink situaties en een schier oneindige reeks springkussens in de vorm van een militaire stormbaan waar zowel peuters als pubers zich doorheen worstelden om er na vijf moeizame meters via een glijbaan weer uit te komen.

De keus viel op zo’n springpaleis. Er stond een lange rij. De kleinste en ik sloten keurig aan en al wachtend wierp ik haar een paar keer over mijn schouder of in de lucht. Dat vond zij ook leuk. Vlak voor de ingang stond er opeens een groepje van zo’n acht jongens van een jaar of 11 recht voor ons. Die waren zomaar vlak voor ons de rij ingeslopen. Ik wees het clubje vriendelijk (lacherig zelfs) maar ook beslist terecht. Dat leidde tot grimmig verzet. Elk van hen volhardde in de bewering dat ze er al stonden en ze liepen dan ook vlak voor mijn kleintje de springbaan op. Hier werd het zaadje van de onrechtmatige daad al gepland.

Kleintje wilde na afloop nog een keer en dus liepen we opnieuw braaf naar het einde van de rij. We passeerden de jochies die zich  alweer vooraan in de rij weten te wringen. Toen ontkiemde het zaadje. Ik keek goed of ik ze een derde keer zag verschijnen en jawel, hoor! Ik verliet de rij en schermde die dusdanig af dat ze geen andere mogelijkheid hadden dan achteraan te sluiten. Terwijl ik de mannetjes met grote gebaren naar hun rechtmatige positie begeleidde, wierp ik ze op luide toon allerlei zaken voor de voeten als ‘Zie je nou wel’, ‘Stoer hoor!’, ‘Ga nou maar eens achteraan staan en gauw een beetje!’

Nee, achteraf ben ik er niet trots op. Ik zag dat zelfs mijn eigen kleinkind van mij schrok, met in haar blik een combinatie van opperste verbazing en plaatsvervangende schaamte.

Maar ik kan er niets aan doen, het is sterker dan mijzelf. Ik vrees dat het een volgende keer in een vergelijkbare situatie weer hetzelfde liedje is.

 

 

vrijdag 4 april 2025

2025 deel 3 - maart: Gepetto

De lente is weer begonnen. Deze droogste Maart-maand ooit gemeten begon vochtrijk: met carnaval. Daarna was het niet altijd even feestelijk.

Ik heb de reputatie van een doorbijter als het op mijn gelijk aankomt. Mijn rechtvaardigheidsgevoel is (iets te) sterk ontwikkeld, en ik rust niet voordat het onrecht is rechtgezet. Een flink deel van mijn leven heb ik geïnvesteerd in mailverkeer en eindeloze telefoongesprekken met KPN, NS, Booking.com, Bol.com, Ziggo en AutoProbaat. Nee, die uren krijg ik nooit meer terug, maar een overwinning geeft voldoening. Daar kan ik dan weer weken op teren.

Afgelopen maand had ik opnieuw een conflict waarin ik me (terecht) zwaar benadeeld voelde. Dit keer niet met een mens van vlees en bloed, maar met ChatGPT – voor wiens diensten ik betaal, maar waarvan ik zelden gebruikmaak. Totdat ik plots twee opdrachten voor mijn assistent ‘Gepetto’ had (zo noem ik hem/haar/het, want dat kan ik beter uitspreken). Gepetto was dolblij met de klusjes: een herschrijving van mijn eigen tekst en een Engelse vertaling van een document. Zeker, dat laatste kan ik zelf ook, maar het waren 30 pagina’s en ik had weinig tijd.

Gepetto ging enthousiast aan de slag. Althans, dat dacht ik. Eerst wilde hij een deadline weten. Huh? Nou, z.s.m. natuurlijk! Hij vroeg 45 minuten… en leverde vervolgens niets. In plaats daarvan kwam hij met excuses en nederige verontschuldigingen. Of hij nog een kans kreeg? Nou vooruit dan. Maar ook toen vroeg hij weer om tijd en leverde uiteindelijk exact de documenten die ik hem had gegeven. Uren verspild, frustratie maximaal.

Als betalende gebruiker mocht ik meer verwachten, vond ik. Dat vond Gepetto* ook, maar bij elke ‘laatste kans’ ging het opnieuw mis. Toen ik nabij de razernij was, adviseerde de chatbot me om een klacht over hem in te dienen bij de klantenservice. Inclusief voorbeeldtekst én het juiste e-mailadres. Een opmerkelijk initiatief. Binnen 24 uur kreeg ik overigens een reactie: restitutie van het laatste maandbedrag. Zonder verdere uitleg. En, uiteraard, zonder de gevraagde documenten.

Behalve boosheid en frustratie was er in maart gelukkig ook vrolijkheid. De Ware en ik hadden een etentje met vrienden bij een geweldig restaurant (prijzig ook), met heerlijke gerechten en veel druk. De sfeer was zo opperbest dat tijdens het nagerecht – vier uur na aanvang – de hele tafel minutenlang de slappe lach had. Het was lang geleden dat mij dat was gebeurd. Tranen over de wangen, gierend over het tafelkleed, geen enkele rem en ook een geen adem. Wat een heerlijke trip.

Maar na afloop, op weg naar huis, verging mij het lachen. Het was een koude avond. We liepen door de stationshal en passeerden daar een wachtruimte. Op een van banken lagen een man en vrouw. Ze sliepen. Hij half zittend, dik ingepakt in meerdere kledinglagen en een muts tot over de ogen, zij lag onder een deken. Tussen hen in zat een jongetje, hooguit vier jaar. Net zo dik ingepakt als de man, waar hij tegenaan leunde. Ook de kleine man was in slaap. Dit slapende gezin, op een openbare plek, middenin mijn stad, zo vlakbij mijn huis: het was een confronterend en ontnuchterend beeld. Een beeld dat mij die avond uit mijn slaap hield en nog heel lang op mijn netvlies stond en dat leidde tot boosheid en frustratie.

Ook dat is het effect van een (iets te) sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. 

 

*Gepetto is ook de naam van de vader van Pinokkio, een aartsleugenaar.

vrijdag 7 maart 2025

2025 deel 2 - februari: Grafstemming

Aan het begin van elke maand terugblikken op de vorige maand. Dat was mijn voornemen voor dit jaar. En bij die terugblik dan op zoek naar het licht, het positieve, de relativering. Het lijkt erop dat dit jaar zich hiertoe slecht leent. De wereld is een duistere, onveilige plaats geworden die in een guur klimaat verkeert. Het valt niet mee om daarin nog enige lichtheid te bespeuren.

De globale ellende maakte het bovendien ook moeilijk om vrolijkheid op te brengen in het persoonlijke leven. Toch lukte dat soms. Heel onverwacht en tegen alle verwachtingen in. In januari ging ik al naar de uitvaart van mijn laatste nog levende tante (lees terugblik januari). Tachtig jaar was ze geworden, een mijlpaal die we nog geen twee weken voor haar overlijden met elkaar hadden gevierd. Het ging toen al niet heel lekker met haar. Kort daarna moest ze met grote spoed en veel pijn naar het ziekenhuis, waar ik haar nog opzocht en haar hand vasthield toen de morfine even was uitgewerkt. Ze overleed diezelfde nacht.

Mijn tante had geen partner of kinderen. Ze was verstandelijk beperkt en had altijd in een verzorgingshuis gewoond. De uitvaart was een kleinschalige, intieme bijeenkomst op een mistige maandagochtend die het leven van tante al eer aandeed (met dank aan mijn oudste nichtje). Er waren verhalen, foto’s, gedichten én de favoriete muziek van tante. Een repertoire dat bestond uit meezingers en feestnummers en dat aanvankelijk leidde tot een enigszins bevreemdende situatie, maar gaandeweg leidde tot een glimlach en een opgewekt gemoed. De stemming werd echt uitbundig bij de afsluiter Ons Moeder Zeej Nog van Jan Biggel. Dat werkte wonderwel enorm troostrijk.

Iets dergelijks gebeurde een paar weken later nog een keer. Opnieuw een uitvaart, dit keer van een goede vriend van mijn (inmiddels ook) overleden ouders, 94 jaar. Ook hier een sobere, besloten viering, met minder dan twintig genodigden en een verhaal, een gedicht en muziek. De overledene had de playlist zelf samengesteld. Hij was sportief en zat nog tot op hoge leeftijd elke ochtend op de crosstrainer. Daar hoorde ook muziek bij. Daarom hoorde het selecte groepje in die grote kerk op volume een nummer van Bruce Springsteen aan. Wie mij kent weet dat Springsteen een persoonlijke held van mij is. Dus ook hier was de vrolijke toon snel gezet.

Het fijne van zo’n beperkt gezelschap bij een uitvaart is dat bij de koffie na afloop zo ongeveer iedereen écht met elkaar in gesprek gaat over de gemeenschappelijke factor van het samenzijn: de overledene. Ook al wordt het natuurlijk nooit echt een feestelijke bijeenkomst.

Direct na afloop van februari barstte het échte feest los: carnaval. Maar daarover meer in de terugblik van volgende maand. Misschien.

 

maandag 3 februari 2025

2025 deel 1 - januari: Klein leed

Het jaar is voortvarend begonnen. Dat betekent niet noodzakelijk positief. De toestand in de vrije wereld is ronduit zorgelijk en in het bezette deel dramatisch. Het is ieder voor zich en saamhorigheid en solidariteit zijn besmette begrippen. Van begrip is trouwens al helemaal geen sprake meer. Persoonlijke aangelegenheden vallen volkomen in het niet bij al die niet te bevatten ontwikkelingen. Maar ja, klein leed is ook leed.

Een lieve vriendin is de zelfbenoemde Koningin van Klein Leed. Zij kan diepgaand en gedetailleerd verhalen over vernieuwde yoghurtverpakkingen die niet zijn open te rammen, over systematische autopech of over een wifiverbinding die het laat afweten op een cruciaal moment. Empathisch als ik ben hoor ik haar relaas steeds met medeleven aan. Maar eerlijk gezegd zie ik mijzelf als de echte Keizer van Klein Leed. Ook in dit nog jonge jaar zijn er al voldoende voorbeelden en argumenten om die titel te onderbouwen.

Ik noem een vastzittende verkoudheid, die ook nu nog almaar voortduurt. Niks bijzonders? Als gevolg hiervan werd ik op een en dezelfde werkdag geteisterd door een flinke hoofdpijn, een spontane, zich herhalende bloedneus (ongemakkelijk tijdens een werkoverleg) en een contactlens die voortdurend dubbel klapte vanwege te droge ogen. Ook verloor ik in de loop van de dag mijn stem en die zou het daarna nog drie dagen laten afweten. Mijn gehoest was nog wel hoorbaar.

Mijn werkgever werd de afgelopen maand slachtoffer van een D-DOS-aanval. Dat maakte werken onmogelijk en deadlines onhaalbaar. Toen de attaque enigszins onder controle leek, opende ik mijn laptop weer op en zag enkel een blauw scherm en kon verder niets. Inmiddels weet ik dat dit duidt op een ernstige crash (niets van doen met de cyberaanval), maar ik sloot het apparaat weer met een harde cut, zoals dat heet. Hiermee verloor ik de laatste documenten waaraan ik vele uren had gewerkt. Ook de bedrijfshelpdesk kon mij niet verder helpen.

Buiten deze praktische en lichamelijke ongemakken, was er ook nog sprake van meer emotionele ontwikkelingen. Ik verloor mijn laatste tante. Zij had een respectabele 80 jaar aangetikt en er was geen sprake van langdurig lijden, maar toch was het verdrietig. Het was een mooi en warm afscheid, met haar andere neven en nichten. We ontmoetten elkaar doorgaans op tantes verjaardag of op andere uitvaarten. Ik realiseerde me opeens dat ik nu behoorde tot de oudste generatie van mijn vaders familie. Dat besef hakte er behoorlijk in. Bij een volgende familieuitvaart zou iemand van mijn eigen generatie de reden voor de volgende bijeenkomst zijn. Misschien ikzelf wel. Nee, dat was geen ondraaglijke of pijnlijke gedachte, maar ik moest er wel even van slikken: in de categorie klein psychologisch leed.