zondag 3 augustus 2014

Subtiel

We zitten in Spanje, De Ware en ik. Op vakantie. In een tikje ordinaire badplaats ten zuiden van Barcelona. Alles en iedereen is hier luidruchtig. Ons appartement is gehorig. Het bevindt zich midden in een gezellige volksbuurt, waar het leven zich dagelijks tot diep in de nacht op straat afspeelt. Op de begane grond, twee verdiepingen onder ons vakantieverblijf, speelt elke avond een veertienkoppige band. De buurtbewoners reageren uitzinnig, honden blaffen, kleuters kraaien. Alles en iedereen schreeuwt. Behalve wij. Wij zijn subtiel.

Subtiel? Is dat onze beheerste, ingehouden Hollandse volksaard? Is dat synoniem voor gebrek aan temperament? Is het misschien misplaatste of zelfs valse bescheidenheid? Hoe dan ook: tijdens een wat langer verblijf in een omgeving waar de autochtone bevolking zich juist allesbehalve subtiel gedraagt, zie ik ook mijzelf gedwongen mijn natuurlijke houding opnieuw te overwegen of zelfs te herdefiniëren.

We houden er niet van om tijdens onze vakantie vaak zelf te koken, De Ware en ik. Het heet immers: vakantie. Ach jawel, we bezoeken de nabije supermercado op zoek naar iets dat even inheems als gemakkelijk te bereiden is, een of wellicht tweemaal gedurende onze gehele vakantieperiode. Verder laten wij ons graag verrassen en bedienen. Elke avond zoeken we lang, heel lang, naar weer een ander etablissement op de lange boulevard, dat we steevast heel subtiel beoordelen op geschiktheid aan de hand van de uitstraling van het personeel (stoer en mannelijk), proppers (of beter gezegd de afwezigheid hiervan), de al aanwezige clientèle (even smaakvol en subtiel als wijzelf) en het materiaal van het terrasmeubilair (geen plastic kuipstoeltjes). In onze selectieprocedure nemen wij niet de menukaart mee, want die blijkt doorgaans in geen enkel opzicht onderscheidend. En de prijs, vinden wij, mag tijdens deze ontspannen dagen geen doorslaggevende rol spelen.

Wanneer we onze keus hebben gemaakt, blijkt een enkele keer natuurlijk dat we ons toch hebben vergist. Onze medegasten leken bijna even leuk als wijzelf, maar zijn behoorlijk lelijk van dichtbij. De prijzen op de kaart spelen dan misschien een bijrol, ze blijken zonder uitzondering (te) hoog. De ober is stoer en mannelijk, maar ook dom en traag. Of juist te snel: hij wacht op een halve meter van onze tafel tot onze borden leeg zijn en haalt ze dan direct weg. In een dergelijk tempo staan we binnen een half uur weer buiten, bedenken wij, terwijl we juist graag heel subtiel urenlang zouden willen tafelen. Om de maaltijd te rekken, bestellen we een (te) duur toetje en (te) sterke koffie na. En ook daarbij wordt de vaart er goed ingehouden. Tot slot geven wij het eveneens op en willen weg.

Maar dan: dan breekt dat o zo vernederende moment aan. Dat moment waarop we om de rekening moeten vragen. Plotseling is onze stoere ober met heel andere dingen bezig, ver buiten ons gezichtsveld. Als hij - snel of langzaam - langs onze tafel manoeuvreert, gunt hij ons geen blik waardig. Onze voortdurend subtiel opgestoken wijsvinger (of nog subtieler: de middelvinger) wordt niet opgemerkt, evenmin als onze zo genuanceerde vragende - nee, smekende blikken. Andere gasten schreeuwen intussen om het hardst om ' la cuenta' of 'zahlen bitte'. Dat is onze eer te na. De afrekening is een persoonlijke aangelegenheid, die wij graag in volledige privacy willen afwikkelen.
Na een uurtje of wat zitten we nog als laatste op het terras. Onze ober (maar ook de kok, de afwashulp en het eigenaarsechtpaar) wachten op een halve meter van onze tafel tot we de rekening - en de fooi - hebben voldaan en zwaaien ons dan vrolijk uit.
Luidruchtig en weinig subtiel.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten