Ik beschik over veel opbergruimte. Een kamerbreed bureau,
met daarop veel grappige en handige bakjes en ladendingetjes, uiteenlopend van
goedkoop en lichtgewicht Action-materiaal tot degelijk en vrij kostbaar design.
Bij de Swedish House Mafia (aka Ikea) schafte ik ooit een trendy metalen kastje
aan voor onder dat bureau, met daarin acht vrij diepe laatjes, waarvan er zes
nooit opengaan (en vier daarvan ook nimmer meer open kunnen). Binnen handbereik
staat dan nog een stoere, brede, gefineerde boekenkast met veel planken vol
praktische bakjes en postvakjes. Allemaal vol. Ook in de overgebleven smalle
ruimte naast de kast weet ik nog behoorlijk wat materiaal op te bergen.
Nee, weggooien behoort niet tot mijn betere eigenschappen
(en dat is, vrees ik, genetisch zo bepaald). Met ingehouden jaloezie keek ik
eens rond in de werkkamer van een thuiswerkende vriend, met een kastenwand
waarin uitsluitend op kleur gesorteerde ordners van exact dezelfde breedte en met
gelijkgestemde ruggen mij hardop stonden uit te lachen. Het was overigens ook
mijn laatste ontmoeting met deze thuiswerker, maar ik weet niet zeker of hier
sprake is van een causaal verband.
Al zoekende in mijn eigen verzamelingen stuitte ik op een
stapel oude agenda’s. Ze lagen op een boekenplank, keurig op volgorde (!) vanaf
1995. Ik weet zeker dat ik nog oudere exemplaren in een doos op zolder heb
bewaard. Want ja: ook daar is behoorlijk wat bergruimte.
Ik was op een haast nostalgische wijze geboeid door mijn
oude boekjes. Sinds ruim een jaar gebruik ik geen papieren agenda meer. Door
het gebruik van iPad en smartphone is die overbodig geworden. In 2012 heb ik er
nog wel een aangeschaft maar die vervolgens nooit gebruikt.
Sinds 2004 kocht ik de Dataplan 7 van V&D, het
liggende formaat. Bij dit type agenda zat een uitneembaar boekje voor adressen
en telefoonnummers. Dat boekje is sinds 2004 meegegaan met alle andere agenda’s,
want dat hoefde ik dan niet steeds over te schrijven. (Voor de liefhebber heb ik dus nog een stuk of acht
onbeschreven adresboekjes!) Met het toevoegen of wijzigen van telefoonnummers
ben ik volgens mij ook in 2004 gestopt, want de mobiele telefoon onthield
alles. Mijn eigen geheugen is daar toen direct mee opgehouden. Kende ik vroeger
heel wat nummers uit mijn hoofd, nu zijn dat er hooguit vijf. Datzelfde gebeurt
nu met verjaardagen.
In mijn agenda’s zag ik ook veel terug van bijzondere ontmoetingen,
overleggen, etentjes, verhuisdagen, ouderavonden, concerten, theatervoorstellingen
en dokters- en tandartsbezoek. Soms voorzag ik afspraken van een uitroepteken
en zelfs nu weet ik nog waarom. Ik zie mezelf niet terugbladeren in mijn
smartphone om mijn geheugen nog eens op te frissen. Kan dat überhaupt wel?
Kortom, ik laat mijn geheugen overnemen door externe
hulpmiddelen. Geen wonder dat ik zo vaak iets kwijt ben. Wat zocht ik eigenlijk
ook alweer?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten