zaterdag 16 augustus 2014

Auto

Wanneer ik onrecht signaleer, bijt ik me erin vast als een pitbull en laat niet los tot de schade is gecompenseerd, verontschuldigingen aangeboden, de boete ingetrokken of de beslissing herroepen. Jazeker, ik ben een assertief baasje, al zeg ik het zelf. Door schade en schande, dat wel. Want geloof het of niet: dat was niet altijd het geval.

Als kind, puber en adolescent leek ik misschien minder mondig dan tijdens mijn huidige, min of meer volwassen leven, maar ook toen zei ik doorgaans al waar het op stond. Met een stuk minder woorden en met nog veel minder volume, maar toch: onrechtvaardige docent, pestende klasgenoot,  zanikend broertje, de bazige collega, allemaal kregen ze de wind van voren (of ten minste een briesje). Toch was er een persoon die ik hardgrondig vreesde: de rijexaminator.

Van mijn ouders mocht ik rijles nemen toen ik achttien werd. Omdat in mijn brein de frontale cortex - met name technisch inzicht en oriëntatievermogen - toen nog niet geheel ontwikkeld was, had ik een bovengemiddeld aantal lessen nodig. Dit gegeven bleek niet bevorderlijk voor het zelfvertrouwen. Bij het eerste rijexamen zat ik schokkend en zweetnat achter het stuur. Al na vijf minuten greep de examinator, een lange, strenge man met slecht gebit en weinig woorden, dan ook in. Ik wist niet precies waarom en durfde dit ook niet te vragen. Toen ik bij het tweede rijexamen diezelfde examinator trof, zonk de moed mij in de schoenen en wierp ik de handdoek ongeveer direct in de ring. Daarna ging het bergafwaarts en was ik voorafgaand aan elk examen een zenuwinzinking nabij.

Lang verhaal kort: na zeven rijexamens nam ik een time-out van twee jaar om daarna in het geheim opnieuw te starten met rijlessen. Ik slaagde uiteindelijk na zes jaar, bij poging nummer elf. Veelgehoorde quote van mij, toen ik daarna eindelijk een eigen auto bezat: ‘Ik kan autorijden als de beste, want niemand heeft zoveel lessen gehad als ik’. Geen speld tussen te krijgen, natuurlijk. In de jaren die volgden had ik dan ook bijzonder weinig schade. Als er al sprake van was, dan lag de schuld bij een andere bestuurder die zijn rijbewijs de eerste keer had gehaald na twaalf rijlessen.

Eind goed, al goed? Niet helemaal, helaas. Vijf jaar geleden ontstond in dit verband een nieuw trauma: de Spaanse huurauto. In de véél te smalle toegang van een parkeergarage wist ik de klink van een achterportier eraf te rijden. Niemand controleerde de auto bij het retourneren en ik kwam er goed mee weg. Dit jaar schaafde ik de Spaanse huurauto tegen de muur van een véél te smalle parkeergarage alsof het een schuursponsje was. De lak van het achterspatbord was behoorlijk bekrast. Bij het retourneren keek ik ademloos toe hoe de verhuurder speurend om de auto heenliep, stilstond bij de schade en op strenge toon vroeg: ‘Is this new?’
Ik wilde niet ontkennen, maar toch wel even goed en corrigerend uitvaren over de risicovolle, verkeersgevaarlijke en volstrekt irrealistische afmetingen van de doorsnee Spaanse parkeergarage.
Ik zei zacht: ‘Yes. Sorry.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten