De afgelopen week was zwanger van opschudding en
consternatie. De terminaal zieke schoonvader van ons staatshoofd werd
doodverklaard, maar bleek zeer kort daarna toch weer levensvatbaar. Een
serieverkrachter bleek jarenlang vermomd als modelvader Bill Cosby. Tjesus! Tot
overmaat van ramp ontdekte ik met grote zekerheid dat een of andere whizzkid
een foto van mijn bilpartij heel handig heeft gephotoshopt op het lijfje van
Kim Kardashian. Niet alleen constateerde dat deze combinatie niet klopte.
Bovendien vroeg ik af of iets dergelijks zomaar is toegestaan, of dat hier het
portretrecht niet geschonden wordt.
Hoort, wat klopt daar? Of wat klopt er niet? Een vraag
die ook het traditionele bezoek overheerste van het bezoek kindervriend Sint Nicolaas.
Of liever: dat van zijn trouwe gevolg. En traditioneel is hier misschien ook
niet meer van toepassing. Al weken voor de feestelijke intocht heerste hierover
grote onrust. In de zwart-wit-discussie leek geen enkele ruimte voor nuance. Er
ontstond een oorlog waarin alles was toegestaan.

Wij? Ja, ook wij. Een toegewijd clubje volwassenen met
een groot kinderhart, dat zich al jaren inzet om de legende van heiligman en
helpers levend te houden. We helpen onze iconen daarbij door op scholen te
verschijnen in de outfit en gedaante van onze grote voorbeelden. Dat is een
dankbare opgave in de traditie waarin wij zelf groot zijn geworden en waarin
ook onze kinderen zin opgegroeid. Zij noch wij associeerden dit rollenspel ooit
met racisme en racistisch zijn we ook nimmer geworden. Maar ja: wij hebben dan
ook geen kleurtje, hoezeer we daar soms ook ons best voor doen.
Dit jaar vroegen wij aan de scholen waar we weer te gast
mogen zijn of zij aanpassingen noodzakelijk achten in onze verschijning. Men
koos voor de traditie. Zonder uitzondering. Dat was duidelijke taal. Maar
klopte dat wel? Een aantal van ons zo onschuldige clubje werd overvallen door
een groot gevoel van ongewisheid. De pret, de onbevangenheid: het was verdwenen
en maakte plaats voor een voortdurend dilemma: wát we ook zullen (gaan) doen,
helemaal goed zullen we het nooit meer doen.
Daarom hangen we na dit jaar mijter, tabberd en
pietenpakken aan de wilgen. De zwartbevlekte witte handdoek in de ring. We zijn
vast niet de enigen, of de laatsten. Het feest is besmet en sterft een
onafwendbare, zekere dood.
Ik weet niet of dat wel klopt.