Eerder dit jaar werd mijn eerste kleinkind geboren. Een
bijzonder fraai gelukt exemplaar, dat tijdens het productieproces al de
werktitel Baby Bob kreeg – ook al bleek het bij aankomst een meisje. De kleine Bob
was vanaf dag één bepaald geen gerimpelde minibejaarde, maar een prachtige,
gave, gladde baby en in die overtuiging
stond ik zeker niet alleen. Elke bezoeker stond te juichen aan het kraambed. Een
dergelijke natuurlijke schoonheid, dat moest wel genetisch bepaald zijn. Ik
hield mezelf hiervoor dan ook verantwoordelijk. Mijn dochter Trubbels - moeder
van Bob – beweerde dat zijzelf ook zo’n adembenemende baby was geweest. Merkwaardig
genoeg kon ik mij dat niet goed meer herinneren.

Ruim vijf uur film kreeg ik retour. Toen ik ervoor ging
zitten leek het alsof ik nooit echt deel had uitgemaakt van het gezinsleven. Ik
filmde alle verjaardagsfeestjes, integraal. Net zoals veel volledige
maaltijden. Bij de eerste mooie zomerdag renden mijn dochters door de sproeier
in de tuin. Urenlang, terwijl ik onafgebroken met die enorme camera voor mijn
gezicht zat. Gelukkig had ik die camera ook bij de hand kort na de geboorte van
de kleine Trubbels. En inderdaad: zij was toen een even mooi kindje als haar
eigen dochter nu. Een koddig, rond gezichtje, blauwe ogen en een flinke bos
haar. (Dat laatste viel na enkele weken wel weer uit.) Ja, de beelden
bevestigden ons vermoeden: natuurlijke schoonheid
zit in onze genen.
Nadat ik een almaar voortdurende schommelpartij had
ge-fast-forward zag ik opeens mezelf.
Niet áchter de camera, maar ervoor! Ik was zeker twintig jaar jonger, mijn haar
een tint donkerder, in een overhemd dat ik nog steeds niet heb weggegooid. Ik
las voor, uit Pluk van de Petteflet, standaardwerk in ons huishouden. Maar… aan
wie? Er was geen kind in de buurt, niemand die luisterde. En er was ook niemand
die filmde. Ik was alleen met de camera. Ik las voor aan mezelf! En kennelijk
genoot ik ervan. Ik was zichtbaar in mijn nopjes met mezelf.
Geen idee waarom ik het nodig vond om dát te filmen. Het
zag er gênant uit.
Ik werd er onzeker van. Onzeker over mijzelf. Ik kan niet
meer op dezelfde manier naar mij kijken in de spiegel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten