vrijdag 4 september 2015

Dubbel

‘Hoe gaat het?’, vroeg ik mijn vader bij mijn laatste bezoek. Een standaardvraag, met doorgaans ook een standaardantwoord: ‘Rustig.’ Maar nu reageerde hij anders: ‘Een beetje spanning.’ Ik begreep wat hij bedoelde.

In korte tijd was er veel gebeurd. Aan de telefoon had hij me al verteld dat hij post had gekregen van een voormalige buurvrouw: een uitnodiging voor haar tachtigste verjaardag, die zij groots en meeslepend wilde gaan vieren in een naburig wijkcentrum. Alleen de gedachte al aan het bijwonen van een evenement van een dergelijke omvang leidde bij mijn vader tot gevoelens van grote stress.
Ook had ik een telefoontje gehad van flatgenoten van mijn vader: zijn huidige buurvrouw had – uiterst onverwacht – het leven gelaten. Uitgerekend op een feestje. Groots en meeslepend. De rouwkaart lag bij mijn vader op tafel, naast de uitnodiging voor het verjaardagsfeest. Een beetje spanning? Een dubbele dosis spanning.

Hij liet me eerst de rouwkaart zien. Met eerder genoemde flatgenoten mocht hij meerijden naar de uitvaartdienst. Dat hadden zij ook - heel verstandig - op vaders kalender genoteerd. Toch had hij nog een vraag. ‘Nou weet ik niet of er ook een koffietafel bij is’, zei hij zorgelijk. Ik citeerde hardop uit de rouwtekst dat er aansluitend een samenzijn in de koffiekamer van het crematorium was. Dat stelde vader gerust. Hij legde de kaart terug en pakte de verjaardagsuitnodiging. Er was weliswaar geregeld dat hij gehaald en gebracht ging worden, maar hij vroeg zich toch af waar de feestlocatie, het wijkcentrum, zich eigenlijk bevond. Ik legde het hem uit: naast het kerkhof waar ook mijn moeder is bijgezet. Niet heel ver van zijn huis. Het zei hem niets. Op mijn smartphone liet ik wat Google Streetview-plaatjes zien. Dat herkende hij. Opgelucht legde hij de uitnodiging weer weg.

Opnieuw pakte hij de rouwkaart en keek ernaar. ‘Ik word opgehaald’, legde hij mij uit. ‘Maar ik weet niet of er eigenlijk ook een koffietafel bij is.’ Ik las voor dat dit wel het geval was. ‘Mooi’, zei mijn vader en legde de kaart weer weg. Bedachtzaam nam hij weer de feestelijke uitnodiging in zijn handen en bestudeerde die alsof het volkomen onbekend voorwerp was. Hardop zei hij de naam van het wijkcentrum. ‘Waar is dat eigenlijk?’ vroeg hij mij. Geduldig legde ik het hem uit en liet ook maar meteen de foto’s zien.
Dit ritueel herhaalde zich verschillende malen. Juist toen ik er zelf moe en ongeduldig van werd, liep papa naar de keuken. Onderweg passeerde hij de kalender. Hij stond stil, las wat er stond, zei toen: ‘Morgen word ik opgehaald. Maar ik vraag me af of er ook een koffietafel bij is…’

De moeder van De Ware is al een paar haltes verder op de route van de dementie. Een van de laatste coherente zinnen die zij uitsprak, luidde: ‘Het was een gezellige dag!’ Ze kwam toen recht van een crematie.
Ik hoop oprecht dat mijn vader het afscheid van zijn buurvrouw ook zo ervaart.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten