maandag 9 juli 2018

Plendik

Taal is zeg maar echt mijn ding. Ik heb er niet voor niets mijn vak van gemaakt en ik volg graag de ontwikkelingen op taalgebied. Want die zijn er echt wel. Bovendien is taal een instrument dat je karakter kleurt en waarmee je je verstaanbaar maakt. Of niet

Het mooiste van taal vind ik de dynamiek. Want nee, een taalpurist ben ik niet. Taal leeft! En natuurlijk: op het schooltje waar ik werk ben ik tijdens de taallessen ook gehouden aan de landelijk vastgestelde spelling. Maar verder moedig ik creativiteit aan en bewonder ik bedenkers van nieuwe woorden en scherpe uitdrukkingen. Zo was - en ben – ik een groot liefhebber van Kees van Kooten, die het Nederlands heeft verrijkt met zoveel fraaie taaltwists. Het andere grote taalidool uit mijn jonge jaren is Pippi Langkous.

Natuurlijk sprak Pippi eigenlijk Zweeds, maar zij had ook een Hollandse mond. Tijdens een meditatief moment bedacht zij het woord spoenk en vroeg zichzelf onmiddellijk af wat dat zou kunnen betekenen. Een monster? Een stofzuigertje? Iets eetbaars? Een ziekte? Zij ging naar een snoepwinkel en een dokter om erachter te komen en werd daar vervolgens bevestigd in haar eigen originele vondst.
Afgelopen week meende ik dat een van mijn studenten zelf ook een woord verzonnen had, toen ik een tafel passeerde waar een groepje een opgewonden gesprek voerde. Een van hen gebaarde heftig, terwijl hij tijdens zijn verhaal voortdurend sprak over nixovan. Ik vertraagde en draaide me even om om dit woord en de eventuele betekenis ervan goed tot me te laten doordringen. Eerst dacht ik dat het een naam was, maar nee: student bedoelde hiermee duidelijk te maken wat hij in een eerdere dialoog allemaal had laten weten en merken. Wat hij steeds zei was ‘En ik zo van…’. Hiermee gaf hij aan hoe hij reageerde op een gesprekspartner. Het betrof hier feitelijk de Nederlandse equivalent van de Angelsaksische uitdrukking ‘And I was like…’ Toch niet zo bijster origineel.

Maar afgelopen weekend had ik een gezellig gesprek met mijn kleindochter, de driejarige vlot babbelende Bob. Zij bood mij een symbolisch geschenk aan en had daar ook een naam voor: plendik. Met gerichte en slinkse vragen probeerde ik erachter te komen waarmee ze mij verraste. Zij onthulde dat plendik van papier is en bovendien heel handig in het gebruik. Verder deed Bob hierover weinig uitspraken. Wel kwam ik erachter dat plendik zonder lidwoord wordt gebruikt. Je hebt dus gewoon plendik. Of je krijgt plendik. Zoals ik zomaar plendik kreeg. Ik was er erg blij mee en ik zorg nu heel goed voor mijn plendik.
En ik ben er zeker van dat in kleine Bob een Pippi Langkous schuilt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten