maandag 26 augustus 2019

Melodietje

Soms zingt er een liedje hardnekkig door je hoofd. Je weet niet precies waar je het hebt opgepikt en je weet eigenlijk niet eens precies hoe het ook weer gaat. Maar als je de moeite doet om even je ogen te sluiten, erbij stil te staan, dan blijkt er toch een reden voor te zijn.

Ik bracht een bezoekje aan Memory Lane, de straat waarin mijn ouderlijk huis stond. Ik was er vele jaren niet geweest. Ons huis was sindsdien al enkele malen van eigenaar gewisseld. Nu was ik uitgenodigd, door de generatiegenoten met wie ik hier opgroeide. Kort na elkaar waren hun beide ouders gestorven, die nog altijd woonden in die straat van toen. Nu zou ook dit laatste bastion uit onze jeugd verkocht worden. De vier dochters wilden alle nog levende leden van de drie gezinnen die hier met elkaar lief en leed deelden de gelegenheid geven om afscheid te nemen. Van het huis. De buurt. De straat. Een tijdperk. Allemaal hadden we de uitnodiging dankbaar aangenomen.
Al vanaf dat moment dwarrelde er voortdurend een ongrijpbare flard van een melodietje tussen mijn oren.

Toen ik het huis binnenstapte, stond ik in een verbijsterend tastbaar verleden. De tijd had hier niet heel hard huisgehouden. Bijna alles was nog net zoals veertig jaar geleden. Alleen de afmetingen waren veranderd. De ruime slaapkamers bleken tegenwoordig een stuk kleiner te zijn dan in mijn herinnering. Of was ikzelf zoveel groter geworden? Dit onbeschadigde decor en het gezelschap dat daarin thuishoorde brachten al snel veel herinneringen naar boven. We spraken over wat we allemaal nog wisten en over wat vergeten leek te zijn.
Intussen speelde zachtjes nog die vage soundtrack in mijn hoofd.

We hadden het over die jaren van veiligheid en vertrouwen in de polder tussen de boerderijen en de korenvelden. Over een onbezorgde jeugd. Er hing geen touwtje door de brievenbus, nee: de achterdeuren stonden altijd open. We waren vogelaars, verstoppertje-spelers, softballers. We haalden verse eieren en zagen kalfjes geboren worden.
We hadden het over onze ouders, die er niet meer waren. Behalve die laatste, die op deze dag ook in ons midden was en die we koesterden als kuikens hun moederkloek. De moederkloek die zij ons hele leven was geweest.
En terwijl we liefdevol terugkeken, zong zachtjes steeds dat deuntje door.

Toen ik naar huis reed, was ik toch een beetje aangeslagen. Dit afscheid was harder binnengekomen dan ik had voorzien. Er leek een deur voorgoed gesloten. En toen, terwijl de afstand tussen mij en mijn verleden langzaam groter werd, kwam daar eindelijk dat regeltje bovendrijven. Een regeltje uit een liedje uit mijn jeugd. Duidelijk hoorbaar.
Ik was een kind, hoe kon ik weten dat dat voorgoed voorbij zou gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten