vrijdag 4 november 2011

Door de grond

Iedereen slaat de plank wel eens mis. Je roept wel eens iets, dat niet zo was bedoeld. Of in elk geval heel anders overkomt. Een opmerking die als een gênante boemerang keihard bij je terugkomt. Zo’n moment waarop je zoekt naar het gat in de grond waarin je geruisloos kunt verdwijnen.

Wanneer je bijvoorbeeld in een ver buitenland in je toeristenoutfit een net iets te chique restaurant binnenstapt. Eigenlijk moet je onmiddellijk op je schreden terugkeren. Maar nee: je hebt – na lang zoeken - je beslissing genomen. Dus in je korte broek en op je namaak-Birkenstocks laat je je leiden naar een gedekte tafel met meer bestek dan je thuis in de la hebt liggen. Tot hier is het alleen nog een beetje ongemakkelijk. Maar je wilt je niet laten kennen. Juist nu niet. Zonder blikken of blozen bestel je het duurste gerecht van de kaart. Als dat eenmaal is geserveerd, graaf je definitief je eigen valkuil: in je allerbeste Engels beveel je de ober of hij die krab even wil snijden.

Ongewild en non-verbaal blunderen kan ook. Zoals mij eens overkwam toen ik samen met De Ware en een lieve vriendin een ontspannend bezoek aan de sauna bracht. Een mooi en luxe complex met uiteenlopende baden en cabines. Samen met mijn gezelschap probeerde ik de nieuwste infraroodsauna uit. Ik nestelde me lekker op de bovenste plank. Ontspannend was het zeker. Toen ik weer wakker werd hadden Ware en vriendin de cabine verlaten en bevond ik mij daar samen met een mij volslagen vreemd echtpaar. En een erectie. (De mijne welteverstaan).

Een heel enkele keer kan het anders lopen. Afgelopen week nam ik deel aan een pubquiz: zo’n quiz waarin in de kroeg allerhande triviale en onnutte zaken in teamverband dienen te worden opgelepeld. Het team waarvan ik deel uitmaakte, bestond uit vier heren die de veertig al even voorbij waren. Allemaal kaal, behalve ik. Niet alleen daarom voel ik mij vele jaren jonger dan mijn teamgenoten.
Een tafeltje verder zat een studententeam. Tijdens de muziekronde herkenden zij niet het denderende intro van Alice Cooper’s ‘School’s out’… ‘Alice wie?’, vroegen ze ons na afloop. ‘Alice Cooper’, zeiden mijn teamleden met autoriteit. ‘O, maar dat is voor onze tijd’, concludeerden de studenten. ‘Ach’, zei ik bescheiden, ‘maar dat is ook voor mijn tijd, hoor!’
Op die opmerking volgde een oorverdovende stilte van circa drie seconden, waarin alleen de twijfel hoorbaar was. Daarna begon het studententeam hartelijk te lachen. Natuurlijk. Maar uitgelachen voelde ik mij absoluut niet. Die drie seconden zijn voor mij voldoende om nog heel lang op te teren…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten