donderdag 17 november 2011

Wilco

Op het bord bij de garderobe stond: ‘Het maken van beeld- of geluidopnamen is ten strengste verboden. Zet tijdens het concert uw mobiele telefoon of smartphone uit!’ Ik was benieuwd of deze weinig eigentijdse boodschap enig effect zou sorteren. Misschien wel: om mij heen zag ik veel heren op leeftijd, met grijs of erg weinig haar en in een spijkerjasje dat ze ook al in de seventies droegen. Allemaal kwamen ze voor hun persoonlijke muzikale hoogtepunt van het jaar: het optreden van de Amerikaanse band Wilco in 013.

De grote zaal van het Tilburgse poppodium was nagenoeg uitverkocht. We vonden een prima plekje linksvoor het podium. Ook daar lag de gemiddelde leeftijd behoorlijk hoog, maar tot mijn verrassing bewogen zich toch ook een paar jongens buitengewoon soepel door de menigte, die jong genoeg waren om tot mijn nageslacht te kunnen behoren. Nog verbazender was de aanwezigheid van de vier meisjes, vlak naast mij. Niet alleen vanwege hun leeftijd - niet ouder dan 22 – vielen ze uit de toon. Het waren H&M-modepopjes, die strak in de lak zaten en eerder leken te horen tot de fanbase van Rihanna of Lady Gaga.

Aanvankelijk dacht ik dat de dametjes onderdeel waren van de entourage van eerdergenoemde soepele jongens, maar tussen beide partijen was tijdens de tweeënhalf uur durende inspanningen van Wilco geen enkel contact. Dat had ook wel een andere reden: de meisjes hadden het vooral druk met hun smartphones. Nee, ze maakten geen beeld- of geluidopnamen. Ze communiceerden. Ze communiceerden tijdens de volledige duur van de voorstelling met behulp van de ping-, whatsapp-, of sms-functie van hun telefoon.

En met wie dan? Die vraag intrigeerde mij zo erg, dat ook ik werd afgeleid van de virtuoze gitaarbattles van het fenomenale Amerikaanse zestal. Na ongeveer vijf kwartier kon ik me niet langer beheersen. Licht uitgerekt op mijn tenen en met mijn neus in haar halflange, goedgeknipte en perfecte gestylde kapsel en in Secret Potion (by Christina Aguilera) keek ik mee over de schouder van het popje vlak voor mij. Juist op dat moment tikte zij een bericht.
Er stond: ‘De band is superrr’.

Misschien dat mijn verbijstering over dit bericht mij uit mijn evenwicht bracht. Misschien slaakte ik daardoor zelfs een hoorbare kreet. Of een zucht van verbazing. Het etalagepopje draaide in ieder geval haar hoofd abrupt naar opzij en gedurende een ijzingwekkend moment keken wij elkaar in de ogen. Het was duidelijk: ze had me betrapt bij dit digitale luistervinken! Maar voordat ikzelf mijn blik beschaamd weer afwendde, moet zij daarin toch iets van mijn verbazing hebben gezien, want op haar gezicht verscheen een enigszins schaapachtige, maar schuldbewuste glimlach. Daarin las ik niet alleen dat ze wist wat ik had gelezen, maar ook dat zij het zelf eigenlijk net zo dom vond.

We keken elkaar niet meer aan. Zij en haar vriendinnen bleven vrolijk door sms’en en keurden de zwoegende band geen blik waardig. Soms lachten samen ze uitbundig wanneer ze elkaars berichten lazen. En opeens, halverwege de marathontoegift, waren ze verdwenen, mij achterlatend met twee vragen die mij nog lang uit mijn slaap hielden.
Waarom? En waarom?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten