donderdag 10 oktober 2013

Verlies

Soms wisselen stemmingen en omstandigheden elkaar in groot en tempo af. De verschillen zijn extreem. Van de toppen van het opperste geluk en welbehagen naar het diepste dal van rouw en verdriet. Dat kan zomaar gebeuren. Want ja: deze week leed ik een groot verlies.

Aanvankelijk was er sprake van enorme euforie. Het Project waarmee ik me bijna twee jaar intensief had beziggehouden @theoffice bereikte het langverwachte hoogtepunt: loftuitingen en complimenten waren mijn deel. Dronken van opluchting en zelfvertrouwen ging ik huiswaarts. En misschien ook wel van dat lekkere witbier dat ik dronk bij het diner dat ik diezelfde avond met mijn trouwe team mocht nuttigen op kosten van Mijn Baas. Voor dat doel vertrouwde hij mij zomaar zijn pinpas toe en wenste ons veel plezier en welverdiende ontspanning. De bijbehorende pincode schreef ik even op een briefje en stak dit samen met het pasje in mijn portemonnee en aldus rekende ik na afloop van een genoeglijke avond deze maaltijd af. Een tikje aangeschoten en niet gehinderd door enige bescheidenheid deed ik, eenmaal thuis,  De Ware nog maar eens uitgebreid verslag van mijn succes.

De volgende dag stond de wekker iets later dan gebruikelijk, zodat ik mijn kater in bed kon achterlaten. Zowel de ochtend als mijn humeur kenden een zonnig karakter. Gedreven door een groot gevoel van opgeruimdheid besloot ik eerst eindelijk maar eens mijn fiets (met almaar loslopende ketting) naar de fietsenmaker te brengen. Daarna ging ik blij van zin weer naar het werk. Op een andere, oude fiets met zo’n ovalen dameszadel.

Halverwege de rit voelde ik terloops eens aan de kontzak. O, schrik! Ik voelde niet meer de portemonnee die ik daar deze ochtend nog in had gedaan. Het zweet brak me uit. Onmiddellijk hing ik in de remmen. Door de plotselinge stilstand werd ik aangereden door een achteropkomende fietser en samen belandden we in de berm. Voortdurend sorry-roepend trok ik – behoorlijk bloedend - mijn fiets onder de medeweggebruiker uit en reed zo hard mogelijk dezelfde route terug, onderwijl speurend naar mijn verloren schat.
Tevergeefs.

Daarop begon de ellendig lange weg van herstel. Met lood in de schoenen belde ik natuurlijk eerst Mijn Baas met de opdracht zijn pas te blokkeren. Vervolgens diende ik mijn eigen zesenvijftig passen te blokkeren en te vervangen. Gelukkig tijdig genoeg om verdere schade te beperken. Ook mijn fysieke wonden vielen mee. Maar een nieuw rijbewijs moest worden aangevraagd. Pasfoto’s gemaakt. Portemonnee zelf vervangen, want die was nog maar een week oud (en best groot en daardoor waarschijnlijk uit mijn zak gevallen, met behulp van dat rare fietszadel). De politie bellen bleek zinloos. Aangifte van verlies? ‘Welnee, meneer. U moet dit melden bij de gemeente, wij doen hier mee helemaal niets. En als u verder niets anders heeft, dan gaan wij weer boeven vangen.’
Ook de eerlijke vinder diende de vondst naar het gemeentehuis te brengen. Maar… wist die dat wel? En ging die dat ook doen? Ik leefde tussen hoop en vrees. Elke dag miste ik weer iets anders, waaronder de onvervangbare pasfoto’s van De Ware en het Nageslacht…

Ja: deze week leed ik een groot verlies. Inmiddels heb ik alle hoop op terugkeer opgegeven. Mijn verlies betreft niet alleen mijn portemonnee: ik rouw óók om het vertrouwen in de eerlijkheid van de medemens dat ik ben kwijtgeraakt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten