zaterdag 22 februari 2014

Inleving

Groot inlevings- en aanpassingsvermogen. Die trotse vermelding stond altijd op mijn cv, lang geleden,  in de dagen dat ik nog  een sollicitatieverslaving had. En ik geloofde daar zelf toen ook echt en oprecht in. Maar tegenwoordig ben ik daar niet meer zo zeker van.

Jazeker, ik stond altijd open voor de verhalen, ideeën en meningen van ieder ander, zonder daarin enig persoonlijk onderscheid te maken. Mijn eigen mening (zo ik die al had) hield ik doorgaans voor me. Ik toonde vooral begrip, een luisterend oor en ja, een enorme empathie. Maar: een meeloper was ik niet, eerder een allemansvriend.

Gaandeweg kwam in erachter dat mijn gigantische inlevingsvermogen ook wel zijn beperkingen kende. Zo bleek het behoorlijk moeilijk om mij te verplaatsen in de zwangere moeder van mijn kinderen en al helemaal niet in de bijbehorende bevallingen. Elke poging daartoe werkte bovendien averechts. En achteraf blijkt ook dat ik misschien wat minder inzicht had in de diepere motieven van mijn ouders, hoewel het mij weinig moeite kostte om de ideale puberzoon te spelen.
Zo ongeveer tot mijn vijfendertigste levensjaar was ik lang en vrij smal. Wat ik ook at of dronk maakte daarin geen verschil. En hoewel ik verschillende mensen in mijn omgeving enthousiast stond aan te moedigen bij hun afvalpogingen, kon ik me natuurlijk absoluut niet in hun situatie verplaatsen.  Ik kende niet de betekenis van overgewicht. Heel even veranderde dat, toen bleek dat de hoeveelheid genuttigde biertjes zich soms wat al te nadrukkelijk blijvend manifesteerden en het zicht belemmerden op mijn blokjesbuik. Een tandje terug in de alcoholconsumptie bleek voldoende. En iets meer roken. Maar verder...? Wist ik veel!

Afgelopen zomer kocht ik een stunning overhemd. Eigenlijk kon ik er niet in, maar een grotere maat was niet voorhanden. Bovendien was dít mijn reguliere maat. Ach, dat komt wel goed, dacht ik optimistisch. In de daaropvolgende maanden probeerde ik het overhemd op verschillende momenten te passen. Tevergeefs. Na de laatste ultieme stoppoging qua roken was mijn lichaamsgewicht gestaag opgelopen. Gerichte actie bleek noodzakelijk.
Ik nam drastische maatregelen. Het stiekem ingeslopen drinkgedrag bracht ik terug tot enkele weekendroséetjes. Ik  kocht me arm aan light en zero-producten en sjouwde enorme hoeveelheden rauwkost de kelder in. Vijf weken lang maakte ik een dagelijkse keuze uit internetdieetrecepten.  Belangrijkste gedragsverandering: de wekelijkse dosis chips (met zelfgemaakte dip) verdween uit het voedingspersoon.  In plaats van twee- ging ik driemaal per week naar de sportschool  en nam nog uitsluitend de fiets naar mijn werk: tweemaal vijf kilometer per dag. Ik schafte een weegschaal aan die aangaf tot op het ons en de weeggeschiedenis opsloeg in het geheugen.

Ik boekte snel resultaat. Hoe bevredigend! Elke week een kilo of meer minder. Stiekem ben ik ook behoorlijk competitief ingesteld (had ik dat al vermeld?), dus zo’n wedstrijdje met mezelf was best spannend: een echte afvalrace! Als De Ware mij geen halt had toegeroepen, was ik hier met mijn olympische mentaliteit misschien inderdaad wel in doorgeslagen.
Maar vorige week kon ik dan eindelijk in mijn nog altijd nieuwe, ongedragen overhemd. Het zat als gegoten. Op het verjaardagfeest van een lieve vriend (die eveneens de strijd met de weegschaal was aangegaan) maakte ik er mooie sier mee. Bijna zes kilo was ik lichter (zowat acht procent!), zo weinig had ik deze hele eeuw nog niet gewogen. Het voelt als een overwinning.

Natuurlijk is volhouden de kunst. Maar deze triomf  is mooi alvast in da pocket! Plús het verworven inzicht en inlevingsvermogen in het diepere leven van de lijnende medemens. Wat ’n spannende hobby!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten