We waren er even tussenuit, De Ware en ik. We kozen voor
de beproefde formule van zon, zee en strand op een paradijselijk eiland waar
niets moet en nagenoeg alles mag. Dat was zeker niet de eerste keer en we keren
regelmatig terug omdat het immers altijd zo heerlijk en ontspannen is. In onze
herinnering. Of vergeten we toch iets?
In ons persoonlijke paradijs schijnt het hele jaar de
zon. Wanneer we in oktober gaan is het er nog volop zomer. Ook ’s nachts blijft het ruim boven 20
graden. Maar ja. Voor de zekerheid gaan er voor het zevendaags verblijf toch
twee lange broeken in de koffer én we trekken er eentje aan. Er gaat ook een
dik vest mee, een iets dunner vest en – vooruit – een heel vest; misschien
koelt het toch wel af. Lange broeken noch vesten komen de koffer uit. Evenmin
als de trui met lange mouwen (voor als we thuiskomen in ons Hollandse
herfstklimaat). Voor elke dag nemen we een paar schone sokken mee, maar ze
komen ongedragen thuis. We dragen de helft van het meegezeulde ondergoed, want
we liggen de hele dag streeploos aan het strand te bruinen. We nemen twaalf T-shirts
mee en vijf korte broeken, want er moet ook wat te kiezen zijn. We kiezen er
respectievelijk vier en twee. Voor deze
week nemen we drie paar schoenen mee (terwijl we de hele zomer aan een paar
voldoende hadden), twee liter zonnebrand en een badlaken van zware kwaliteit.
En uiteraard: de elektrische tandenborstel-met-lader.

Zo sjouwen we ons met onze bagage een breuk naar het
vliegveld, naar de incheckbalie, naar de veiligheidscontrole, naar onze gate,
door de slurf, naar onze krappe zitplaatsen - waar we urenlang met onze
bezittingen tussen de benen zitten -, naar de bagageband, naar het busje, naar
de receptie en tot slot naar ons vakantieverblijf. Daar zijn we teleurgesteld
over de beperkte opbergruimte. Onze koffer blijft derhalve de hele week heel
onhandig naast het bed staan en héél af en toe trekken we er wat uit.
Kort voor vertrek proppen we er alles weer in, inclusief
die drie leuke shirtjes die we voor weinig geld op een plaatselijke mercado op de kop hebben getikt en die
thuis direct de kast in gaan om volgende zomer te dragen (of te vergeten). Het
hele gewicht aan bagage zeulen we huiswaarts.
Volgend jaar gaan we weer.
Maar - goed onthouden! - dan hoeven we écht niet zoveel mee te nemen.