dinsdag 14 oktober 2014

Anekdote

Al wie deze webzijde regelmatig frequenteert, zou kunnen denken dat ik nogal door ouder worden en doodgaan ben geobsedeerd. Dat klopt. De mensen die ik van dichtbij oud zie worden, doen dat met veel fysieke of mentale gebreken. Of allebei. Bepaald geen gezellig vooruitzicht. Daarom zoek ik  - min of meer bewust  - naar mensen die wél op een prettige manier oud worden…

In dat verband keek ik daarom deze week een documentaire over Adele Bloemendaal, gemaakt na haar tachtigste verjaardag. Daarbij werd ik overspoeld door een golf van nostalgie, want ja, voor nostalgie heb ik inmiddels ook de leeftijd. Actrice, zangeres en comédienne Adele Bloemendaal was een van mijn persoonlijke idolen toen zij zo oud was als ik nu. Toen zij indertijd met een bejubelde solovoorstelling in de plaatselijke schouwburg kwam optreden moest ik verstek laten gaan omdat ik op diezelfde datum juist mijn eigen verjaardagsfeestje had gepland. Ik besloot een brief aan haar te richten en liet die bezorgen op het adres van de schouwburg. ‘Omdat ik niet op uw feestje kan komen, inviteer ik u graag uit op dat van mij’, schreef ik ongegeneerd en stoutmoedig en nodigde haar uit om na afloop van haar voorstelling iets bij mij te komen drinken. Op mijn stoutste schoenen deed ik de brief op de post. Heel serieus nam ik mijn eigen actie overigens niet: ik was die dezelfde avond alweer bijna vergeten.

Ik woonde in die dagen in zo’n gezellige, betonnen jaren-tachtig hateenheid. Tijdens mijn verjaardagsfeest liep die al snel vol. Overal stonden, zaten of lagen mensen. Dat zag je bijna niet, want we rookten nog gewoon (allemaal) binnenskamers. Kort na elf uur ging er een telefoon. Dat kon maar één toestel zijn, want niemand had nog een mobieltje. Onze huistelefoon had al wel druktoetsen, maar maakte hetzelfde rinkelende geluid als elke andere.
Omdat het in de volle ruimte voor mij vrij lastig was om de afstand naar het toestel snel te overbruggen, nam een van de gasten alvast de telefoon op. Toen ik de hoorn (ja, zo heette dat) kon overnemen, zei die, ter introductie: ‘Een of andere grappenmaker!’

Maar het was onmiskenbaar de klaterende schaterlach van mijn idool, aan de andere kant van de lijn. ‘Hallo kind! Natúúrlijk kom ik niet naar je verjaardagsfeest, maar ik wil je wel bedanken voor je lieve uitnodiging. Heb je ’t leuk hahahahaaa? Héél veel plezier!  Dag, scháaháaháaháat!’
Ik had in dit dialoogje zelf ook nog tekst, maar die bestond vooral uit losse lettergrepen. Veel langer dan de transcriptie hierboven was het gesprekje dan ook niet. Ondanks haar fysieke afwezigheid werd La Bloemendaal vervolgens bepalend voor de sfeer op mijn feestje, die grensde aan een dolle opwinding…

Deze waargebeurde anekdote kwam bij naar boven bij het bekijken van dit grappig, ontroerende en liefdevolle portret. Dat was best merkwaardig, want de documentaire ging bijna helemaal niet over het verleden, maar over het nu: over een vrouw van over de tachtig, die twee beroertes had gehad en waarbij nog een derde zou volgen.  
En nee, natúúrlijk wil ik niet op die manier oud worden. Maar ik wil nú wel graag klaterend schaterend leven. Dus als dit dan de consequentie is, vooruit, dan moet dat maar.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten