Onze vakantie zit er bijna op. De Ware en ik zijn aan het
inpakken en nemen mentaal alvast afstand van ons tropisch vakantieparadijs. Jazeker,
het is ons hier zonder twijfel gelukt om te ontspannen, maar spannend was het
soms ook…
Vlak voor onze komst werd ons vakantie-eiland getroffen
door een stevige aardbeving. De schade leek beperkt. Tijdens een eerste
inspectie constateerden we forse scheuren in aarde en wegdek, volgens een duidelijk
aanwijsbare breuklijn. Ook viel op dat oudheidkundige bouwwerken die eerder eeuwenlang
stand hadden weten te houden nu toch aan het natuurgeweld ten onder waren
gegaan, terwijl moderne bebouwing nauwelijks een schrammetje had opgelopen.
De verwachting was dat er nabevingen zouden volgen. ‘Gewoon
onder een stevige, houten tafel gaan zitten’, adviseerde een vriend die zich
zelf ver en veilig Down Under bevond. De eerste nabeving beleefden we na enkele
dagen. We lagen in alle rust aan het zwembad toen de gehele aarde in volledige
stilte begon te trillen. Het leek alsof er een goederentrein geluidloos over
het terrein raasde. De vergelijking met de trilsteen voor de Trollenkoning in
de Efteling drong zich op. Het was binnen enkele seconden voorbij. Sprakeloos keken we elkaar
en de andere badgasten aan.
Een week later zaten De Ware en ik op het balkonnetje van
ons vakantie-appartement te ontbijten toen opeens alles in beweging kwam: het
balkon, de muren, de aarde. En ook onze maag, van schrik en angst. We
reageerden zeker niet adequaat (wat dat in deze situatie ook betekenen mag): we
zaten elkaar volkomen versteend aan te staren. We dachten in het geheel niet
aan een houten tafel (en beschikten daarover trouwens ook helemaal niet). De
gasten aan het zwembad onder ons balkon hielden eveneens hun adem in. De
spanning werd gebroken door onze vakantiebuurvrouw die het naastgelegen balkon
op kwam stormen en de bezwerende woorden riep: ‘Zo. Dit is de laatste. Nu is
het klaar.’
En dat was ook zo. De immense siddering duurde iets
langer dan de eerste keer, maar nog altijd kort. Maar de impact was enorm: nog
dagen had ik last van fantoombevingen, ’s nachts werd ik wakker en voelde aan
de muren of ze trilden, in een poging tot controle.

We zagen onderweg amfitheater noch klooster. De route
bleek dood te lopen. Bij een adembenemend uitzicht, dat wel. Maar even goed
moesten we diezelfde weg terug nemen. Dat was geen seconde minder spannend en
duurde uren.
Bij thuiskomst zullen we deze trip noemen als een van de
hoogtepunten van onze vakantie, met de fraaie uitzichtfoto’s als letterlijk
bewijs. Het is immers een mooi en stoer verhaal waarin wijzelf de dappere
hoofdrollen spelen.
Maar goed beschouwd was het natuurlijk gewoon
gekkenwerk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten