donderdag 16 november 2017

Bot

Het menselijk gedrag is een wonderlijk fenomeen. Voor je het weet roest het vast, in zich steeds herhalende patronen. Een perpetuum mobile van dezelfde rituelen. Tot je de vaste navigatie uitzet en kiest voor de alternatieve route.

Op het schooltje waar ik werk, deel ik een kamer met een aardige collega, die behalve kamergenoot ook een vriend geworden is. Er zijn weekdagen dat deze Collega-Kamergenoot-Vriend (CKV) en ik soms meer uren met elkaar doorbrengen dan met ons beider Waren. Bovendien zitten we minstens zo dicht op elkaar. Daarnaast zijn we allebei erg open over zowel onze privésituatie als ons gevoelsleven. Ook staan we voortdurend open voor elkanders feedback, dus ja, erg productief zijn we niet. Maar we proberen wel te léren van elkaar.

Voorbeeldje. Vorige week weigerde de printpas van CKV opeens dienst: een behoorlijk ongemak, het diepere kantoorleed. CKV belde met de helpdesk van het hoofdkwartier. Een nieuwe pas zou worden toegestuurd binnen vijf werkdagen. Kosten: tien euro. Door gebruiker zelf te voldoen. Deze boodschap was een dolksteek in het rechtvaardigheidsgevoel van CKV, jurist in hart en nieren. Zijn reactie was van het type jankerig: ‘Maar daar kan ík toch niets aan doen? Ik pas juist altijd heel goed op mijn pasje! Ik bewaar het in speciaal hoesje. Daar haal ik mijn pasje nooit uit. Ik heb het nu in mijn hand. Mijn pasje. In het speciale hoesje.’ Deze laatste, toch behoorlijk lachwekkende mededeling wist CKV ongeveer snikkend uit te brengen. Vooruit dan: hij moest het defecte pasje maar opsturen, voor nader onderzoek.

Na dit telefoongesprek gaf ik CKV zoals altijd ongevraagd de gebruikelijke feedback. Dat hij in zulke gevallen niet zo zielig moest doen, maar juist wat assertiever moest zijn. Hij stond immers in het gelijk! Tot mijn verbazing reageerde CKV met een jij-bak: ík was juist altijd zo bot. Hij refereerde aan een ander voorbeeldje.
Ik had een belafspraak met de stagebegeleider van een student. Exact op het afgesproken tijdstip belde ik het mij doorgegeven nummer. Dit bleek een algemeen nummer: alle medewerkers waren in gesprek. En dat ruim tien minuten. Een kwartier te laat werd ik doorverbonden met de stagebeleider. Fijntjes merkte ik op dat gebruik van een direct telefoonnummer misschien wat efficiënter was geweest. Nu hadden we allebei op elkaar zitten wachten.

‘Fijntjes?’ merkte CKV op, toen we bovengenoemd gesprek samen evalueerden. ‘Dat was verre van subtiel, juist uitgesproken bot.’ En voegde er – weinig subtiel – nog maar eens aan toe: ‘En zo doe jij nou altijd.’
Als hij niet zo zielig had gedaan, had ik me misschien gekwetst gevoeld. Maar toch: de stagebegeleider had onverschillig gereageerd op mijn opmerking. Een direct telefoonnummer had ik niet gekregen. Twee dagen later ontving CKV het bericht dat het defecte pasje hem niet verwijtbaar was. Het tientje hoefde niet betaald. Zo werd het janken beloond.

Ik probeer nu niet voortdurend meer mijn gelijk te halen, stel mij kwetsbaar op: klaar om in tranen uit te barsten. Ik merk dat mensen zich hierbij wat ongemakkelijk voelen en eerder geneigd zijn toe te geven. Een prachtig effect.
Ja, wij leren van elkaar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten