Om 11.20 droeg ik Konijn de spreekkamer in. Dokter keek
en luisterde. En voelde. Mogelijk een nier. Maar het kon ook gasvorming zijn.
Of obstipatie. De opties: Konijn weer meenemen met dwangvoeding en het weekend
afwachten. Of een röntgenfoto nemen om de oorzaak vast te stellen. ‘Wat zou je
zelf doen?’, vroeg ik de arts. Hij zou van zijn konijn een foto maken. Aldus
geschiedde.
Uit twee röntgenfoto’s bleek om 11.50 uur dat er sprake
was van verkalking van ten minste een en wellicht beide nieren. Als gevolg
hiervan zat er mogelijk een losgeschoten niersteen in de urineleider. Om de
aard van de schade aan de nieren vast te stellen zou er een echo moeten worden
gemaakt. ‘Natuurlijk’, zei ik. ‘Ik wil alles hebben geprobeerd.’
Om 12.15 werd de buik van Konijn helemaal gladgeschoren.
Hij werd op zijn rug gelegd en een assistente pakte zijn achterpoten vast. Ik
zelf hield zijn voorpootjes omhoog en legde een hand over zijn ogen: daarvan
werd Konijn rustiger. Hij lag er zo bij, helemaal uitgestrekt en met kaal
buikje, als een soort tekenfilmbunny. Ik moest er om glimlachen. De arts streek
gel over zijn buik en we keken op een tv-scherm naar een weergave van de binnenkant
ervan.
Om 13.10 had ook een andere chirurg meegekeken, voor een
second opinion. Het leek niet best met de nieren van Konijn. Langzaam bekroop
mij het gevoel dat deze middag helemaal de verkeerde kant opging. Opnieuw kreeg
ik enkele opties voorgelegd, waarvan de laatste nieuw was: afscheid nemen.
Nee, nee, nee. Eerst een bloedonderzoek, waarmee de
nierwaarden konden worden bepaald. Een oor moest worden kaalgeschoren om daar
bloed te prikken, hetgeen mislukte. Het andere oor moest eerst verdoofd. Dat
duurde even.

Om 14.20 was de uitslag van het bloedonderzoek binnen. De
nierwaarden waren onmetelijk hoog. Als er een nier operatief verwijderd zou
kunnen worden, was het niet waarschijnlijk dat het overgebleven exemplaar de
functies voldoende zou kunnen overnemen. Niet waarschijnlijk? Wel mogelijk? Ja,
maar de operatie was erg risicovol voor sterk verzwakt Konijn. En er was geen
enkele garantie. Op dit moment was er eigenlijk al sprake van ondraaglijk
lijden. Of ik nu dan maar wilde beslissen.
Terwijl Konijn in slaap werd gebracht op de
spreekkamertafel kon ik zelf niet bevatten hoe dit alles gebeurd was. Snikkend
aaide ik zijn vachtje met zijn laatste adem mee.
Ik stapte naar buiten, het zonlicht in, rond 15.00 uur - in mijn hand het draagkooitje waarin Konijn was meegekomen en waarin ik hem ook weer thuis zou
brengen.
Volgens de kalender was het een Goede Vrijdag.