zaterdag 31 maart 2018

Konijn

Om 9.30 belde ik de dierenarts. Een van onze konijnen had al meer dan 24 uur niet gegeten: mogelijk een signaal van iets ernstigs. Een konijn laat nooit veel merken van pijn of ongemak, een typische prooidiereigenschap. Als je laat merken dat je zwak bent, hebben ze je snel te pakken. We konden om 13 uur langskomen, noteerde de assistente. ‘Ik hoop maar dat dat nog op tijd is’, antwoordde ik met enig gevoel voor drama. Dat werkte, want om 11.15 bleek er ook  een plaatsje.

Om 11.20 droeg ik Konijn de spreekkamer in. Dokter keek en luisterde. En voelde. Mogelijk een nier. Maar het kon ook gasvorming zijn. Of obstipatie. De opties: Konijn weer meenemen met dwangvoeding en het weekend afwachten. Of een röntgenfoto nemen om de oorzaak vast te stellen. ‘Wat zou je zelf doen?’, vroeg ik de arts. Hij zou van zijn konijn een foto maken. Aldus geschiedde.

Uit twee röntgenfoto’s bleek om 11.50 uur dat er sprake was van verkalking van ten minste een en wellicht beide nieren. Als gevolg hiervan zat er mogelijk een losgeschoten niersteen in de urineleider. Om de aard van de schade aan de nieren vast te stellen zou er een echo moeten worden gemaakt. ‘Natuurlijk’, zei ik. ‘Ik wil alles hebben geprobeerd.’
Om 12.15 werd de buik van Konijn helemaal gladgeschoren. Hij werd op zijn rug gelegd en een assistente pakte zijn achterpoten vast. Ik zelf hield zijn voorpootjes omhoog en legde een hand over zijn ogen: daarvan werd Konijn rustiger. Hij lag er zo bij, helemaal uitgestrekt en met kaal buikje, als een soort tekenfilmbunny. Ik moest er om glimlachen. De arts streek gel over zijn buik en we keken op een tv-scherm naar een weergave van de binnenkant ervan.

Om 13.10 had ook een andere chirurg meegekeken, voor een second opinion. Het leek niet best met de nieren van Konijn. Langzaam bekroop mij het gevoel dat deze middag helemaal de verkeerde kant opging. Opnieuw kreeg ik enkele opties voorgelegd, waarvan de laatste nieuw was: afscheid nemen.
Nee, nee, nee. Eerst een bloedonderzoek, waarmee de nierwaarden konden worden bepaald. Een oor moest worden kaalgeschoren om daar bloed te prikken, hetgeen mislukte. Het andere oor moest eerst verdoofd. Dat duurde even.
Op dit moment besloot ik te bellen met De Ware, het andere konijnenbaasje, die zich bevond in een buitenland. Een verlammende gedachte overviel mij: moest ik hier straks geheel alleen een loodzware beslissing nemen? Huilerig legde ik de situatie uit. Maar wat had ik verwacht? Ook De Ware kon nu en op afstand geen knopen doorhakken en gaf mij het vertrouwen het juiste te doen.

Om 14.20 was de uitslag van het bloedonderzoek binnen. De nierwaarden waren onmetelijk hoog. Als er een nier operatief verwijderd zou kunnen worden, was het niet waarschijnlijk dat het overgebleven exemplaar de functies voldoende zou kunnen overnemen. Niet waarschijnlijk? Wel mogelijk? Ja, maar de operatie was erg risicovol voor sterk verzwakt Konijn. En er was geen enkele garantie. Op dit moment was er eigenlijk al sprake van ondraaglijk lijden. Of ik nu dan maar wilde beslissen.
Terwijl Konijn in slaap werd gebracht op de spreekkamertafel kon ik zelf niet bevatten hoe dit alles gebeurd was. Snikkend aaide ik zijn vachtje met zijn laatste adem mee.

Ik stapte naar buiten, het zonlicht in, rond 15.00 uur -  in mijn hand het draagkooitje waarin Konijn was meegekomen en waarin ik hem ook weer thuis zou brengen.
Volgens de kalender was het een Goede Vrijdag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten