Het is weer die tijd van het jaar. De lente zet (eindelijk) door, de zon laat zich weer en zien er hangt muziek in de lucht. En heel veel saamhorigheid.
We zijn in Malmö, Zweden, De Ware en ik. We houden allebei natuurlijk heel erg van dit land en we proberen er elk jaar wel naar af te reizen. Maar nu valt alles samen. We bezoeken het Eurovisie Songfestival, dat hier plaatsvindt. Het is het vierde songfestival in Zweden dat we bezoeken. Ons allereerste festival was 24 jaar geleden. In Stockholm. En misschien is dit wel het laatste. Want we worden immers ook een dagje ouder.
Het songfestival is een feest van verbroedering, roep ik
vaak. De sfeer is er een van vrolijkheid en harmonie en – in tegenstelling tot
voetbalsupporters – gunnen festivalfans elkaar allemaal het beste. Die uitgelaten
feestelijkheid staat in schril contrast met de enorme hoeveelheid politie en
beveiligers. Voor dit publiek zijn die volkomen overbodig, dat is door de jaren
heen afdoende bewezen. Van enige dissonant was er nooit sprake. Maar ja, tijden
veranderen. Het lieve volkje moet worden beschermd tegen spelbrekers, aandachtvragers
en erger. Dat dit wellicht voorkomen had kunnen worden door een ander beleid
van de overkoepelende organisatie EBU is een ingewikkelde politieke discussie.
Op zo’n avond met een hoog reünie-gehalte proberen de
fanatiekelingen (mezelf meegerekend) steeds als eerste te roepen welk nummer de
dj van dienst draait, welke land het inzond en in welk jaar. Zelf ben ik in dit
spelletje niet de beste, maar ook niet de slechtste. Toen ik aan het begin van
deze week een nummer herkende uit 1977, deed iemand in het gezelschap daar wat
schamper over: ‘Ja, dat zul jij niet weten, op jouw leeftijd!’ Een ander vroeg
mij vervolgens hoe oud ik dan eigenlijk was: ‘Want hij zegt dat jij wel tegen
de zestig bent, haha’. In die woorden klonken door dat dit geen geloofwaardige
gok was en juist dat vervulde mij met trots en zelfvertrouwen. Ik maakte mezelf
maar eens groot (licht op de tenen, borst vooruit) en antwoordde geheel naar
waarheid: ‘Ik ben eenenzestig.’ Een echte EurOPApa.
De verbazing bij de toehoorders was groot en de bewondering zo mogelijk nog groter. Het heeft lang geduurd voordat ik het ouder worden kon accepteren, laat staan omhelzen - en nog steeds kost dat soms moeite. Maar dit was een moment waarop ik daarin daadwerkelijk slaagde.
Ja, er was ook ongeloof. Was mijn haarkleur dan wel
naturel? Zeker wel! En er was geruststelling. Dus dit, hier, wat wij nu met elkaar
deden, daarmee konden zij ook nog een behoorlijk tijd mee voort. ‘Ik dacht dat
ik dan wel achter de geraniums zou zitten. Maar dat hóeft dus helemaal niet!’
Die gedachte verhoogde zichtbaar de feestvreugde en ik voelde me persoonlijk
verantwoordelijk voor de Euphoria die van deze avond bezit had genomen. Hoe heerlijk
is het toch om anderen gelukkig te maken.
De volgende avond was het feest niet minder uitgelaten. Vermoed ik. Ik was daar zelf niet bij. Een dagje ouder betekent ook een dagje langer herstel. Of twee. Of drie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten