Het was een
hectische week, die in meer dan een opzicht voorbij leek te vliegen. De
ontwikkelingen haalden elkaar links en rechts in een ijltempo in. Ikzelf had
het gevoel dat alles mij overkwam. Door de snelheid van gebeurtenissen leek ik
zelf volkomen stil te staan.
Hoe snel kan het gaan? Die gedachte kwam in mij op toen op
zaterdagmiddag, na vijftig dagen de bezuinigsonderhandelingen van de
regeringscoalitie bleken te zijn mislukt. Vijftig dagen, dat is natuurlijk niet
zo snel, maar diezelfde zaterdagochtend had het er nog alle schijn van dat een
succesvol overleg in zicht was. Zo snel kan de wind dus draaien.
Hoe snel kan het gaan? Dat bedacht ik toen ik
zondagmiddag op de afdeling intensive care stond van het ziekenhuis waar mijn
vader een uurtje eerder met spoed was binnengebracht. Een tante had hem, geheel
buiten bewustzijn, in zijn appartement gevonden en al zijn vitale functies
waren ernstig ontregeld: uiterst lage bloeddruk, hartslag en
lichaamstemperatuur en ongelooflijk hoge bloedsuikers. De oorzaak van dit alles
lag zeer waarschijnlijk in het niet goed controleren van zijn diabetes. Vierentwintig
uur eerder had ik hem nog aan de telefoon gehad en leek er niets aan de hand.
Hoe snel kan het gaan? Op maandagmiddag mocht mijn vader
de ic alweer verlaten om naar een gewone ziekenhuisafdeling te gaan. Van zijn
bijna-doodervaring wist hij helemaal niets meer en hij babbelde er vrolijk op
los. Met de nadruk op ‘babbelde’, want veel van zijn opmerkingen raakten kant
noch wal. De herinneringen die hij had, vertoonden geen enkele overeenkomst met
de werkelijkheid.
Hoe snel kan het gaan? Waar de gedoogcoalitie na zeven
weken hopeloos faalde, vonden politieke
vriend en vijand elkaar op dinsdag al binnen twee dagen in een akkoord. Met
open mond hoorde ik de euforie van de betrokken partijen aan en probeerde te
bevatten wat hier was gebeurd. Ieder in mijn omgeving had hierover direct een
mening, maar ik kon alleen maar denken aan mijn zieke vader en zijn
onsamenhangende wereldbeeld.
Hoe snel kan het gaan? Op woensdag bracht ik mijn vader
zijn bril, zijn horloge, zijn portemonnee, zijn huissleutels en zijn kleding .
Op zijn verzoek. Toen ik hem in zijn eenpersoonskamertje achterliet, bedacht ik
nog hoe eenvoudig hij nu het ziekenhuis zou kunnen verlaten. In de
donderdagnacht werd ik uit bed gebeld door het ziekenhuis: hij had inderdaad
besloten om de stoute pantoffels aan te trekken en het hospitaal te
verlaten. Gelukkig kon een nachtportier
hem tijdelijk op andere gedachten brengen.
Hoe snel kan het gaan? Vrijdagmiddag had ik een gesprek
met de arts van mijn vader, die aangaf dat het maar beter was als ik hem direct
thuis afleverde. Hij leed aan een zogeheten delier (de Nederlandstalige
benaming voor delirium) waarbij hij last had van waanvoorstellingen. Verblijf
in de eigen vertrouwde omgeving bood hiertoe de snelste remedie. Ik kon mij
niet aan de indruk onttrekken dat dokter en verplegend personeel papa liever
kwijt dan rijk waren.
Toen papa eenmaal weer in zijn eigen huis was, werd hij
inderdaad wat rustiger. Ikzelf ook. In de krant las ik dat er op 12 september
weer Kamerverkiezingen zouden volgen. Geen idee wat er verder in de afgelopen
week is gepasseerd. De wereld draait door, in vliegende vaart.
Ik denk dat ik oud word.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten