Zon en temperatuur spelen in ons klimaat nog maar een marginale rol tijdens het huidige seizoen. Tegenwoordig is pas echt duidelijk dat het zomer wordt, wanneer er een overdosis sport over ons wordt uitgestort! Als het buiten dondert en bliksemt, hoeven we ons binnen geen ogenblik te vervelen.
Zelf ga ik zelden zitten voor zo’n sportevenement. Als
echt mensenmens ben ik vooral geïnteresseerd in het individu, de persoon achter
de atleet. Bij de grote voetbaltoernooien is weliswaar zo af en toe een
close-up te zien van een gekwelde of euforische spelerskop, maar overheerst
zelfs in HD het globale plaatje van twintig poppetjes die achter een balletje
aanjagen. De shirtjes mogen niet meer uit. Tijdens wielerwedstrijden zweeft de
camera van kopgroep naar peloton en terug met tussentijds een panoramisch
overzicht van het Franse, Spaanse of Italiaanse berglandschap of een idyllisch plaatje
van een pittoresk dorpje dat in niets verschilt van het vorige of volgende. Van
de renners zelf geen spoor van de individuele persoonlijkheid: die gaat
verborgen onder fietshelm en sponsorkleding.
Daarom kijk ik het liefst naar tennis. In Londen of
Parijs is de spanning van de sporter (m/v) invoelbaar en de inspanning bijna
tastbaar. Het is uitstekend te beoordelen of de speler (m) zich die ochtend nog
geschoren heeft of (v) geharst. De
persoonlijke prestaties van de deelnemers worden vanuit uiteenlopende hoeken in
beeld gebracht en dragen bij aan de bewondering voor het briljante en virtuoze
spel. Het allermooist is natuurlijk het verzilveren van het matchpoint, waarbij
de overwinnaar zich in zesvoudig perspectief – achterover dan wel voorover – op
de baan laat zakken, de vreugdetranen duidelijk zichtbaar, en de verliezer in slow-motion het hoofd buigt. Een prachtig
inkijkje in het gevoelsleven van de topatleet.
Natuurlijk, winnende wielrenners mogen na afloop van een
etappe ook het woord tot de kijker richten. Maar persoonlijk wordt dat zelden.
Alle energie lijkt te zijn weggevloeid en in de staccato-ademhaling zijn vaak alleen
nog de woorden ‘hard’ en ‘happy’ te onderscheiden - als de betreffende winnaar
het Engels tenminste voldoende beheerst.
Toch is er wel een persoonlijk aspect van de wielrenner
dat mij intrigeert. De afgelopen jaren lieten sommigen ongegeneerd hun billen
zien. Vorig jaar onze landgenoot Hoogerland, dit jaar – ook uit Nederland –
Mollema. En eerder zag ik al de bilpartijen van onder anderen Roche en
Bruseghin. Hieruit moet ik in elk geval concluderen dat wielrenners onder hun
strakke pakjes geen ondergoed dragen. Logisch, want dat zou er cosmetisch absoluut
niet uitzien.
Maar daarnaast is het ook evident dat wielrenners hun
billen scheren. (Of harsen?) Dit verwondert mij. Als ervaringsdeskundige weet
ik dat het na een recente scheerbeurt niet echt aangenaam fietsen is. Het
verwijderen van de beenbeharing begrijp ik nog wel: dat schijnt te maken hebben
met de aerodynamica. Maar ónder dat strakke pakje? Of is dit ook een
cosmetische kwestie? Zegt thuis hun vrouw, vriendin of vent: ‘Hou je nou dáár
op met scheren? Dat ziet er niet uit! Haal dan alles er maar af!’
Dit vraagstuk houdt mij uit mijn slaap. Welke wielkenner
helpt mij weer ín mijn droom?
Deze column is
geschreven voor deelnemers van de Tilburgse TourToto en is ook te vinden op de
leestafel van klimensprint.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten