vrijdag 21 maart 2014

Dus dat dingetje

Taal is een prachtig instrument. Met een kort zinnetje maak je duidelijk wat je bedoelt. En de goede verstaander heeft aan een half woord genoeg en weet dan ook nog hoe je je voelt. Het is de toon, die de muziek maakt. Ja, taal is een prachtig instrument. Maar je moet het wel goed leren bespelen. Dat kan soms jaren duren.

Ik roep misschien niet heel hard en voortdurend 'YOLO!', maar ik neem mezelf en het leven niet al te serieus. Niet iedereen heeft begrip voor een dergelijke lichtvoetige levenshouding. Om te voorkomen dat mijn enorme relativeringsvermogen wordt aangezien voor onverschilligheid of, erger nog, desinteresse heb ik geleerd om – waar nodig - gewichtige termen te gebruiken voor eenvoudige zaken. Ik kaart hardop de essentie van een probleem aan, maar vraag me intussen in gedachten af: waar gáát dit over? Ik hamer op het stellen van prioriteiten en de significantie van een gedegen evaluatie en ik denk: lekker belangrijk…

Ik blijf ver van het eufemisme, maar probeer de zaken steeds zo helder en duidelijk mogelijk te benoemen. Een scheet heet een scheet, zwarte piet is zwarte piet en mensen met een gebrek hebben geen uitdaging. In sommige situaties is het echter wel weer prettig om een understatement te gebruiken, juist omdat zo’n tongue-in-cheek-opmerking – mits goed geplaatst – de ernst van de situatie vaak nog pijnlijker duidelijk maakt. Toen een collega terugkeerde na een afwezigheid die langer duurde dan een zomer en die gevuld was met bestraling en chemotherapieën, begroette ik haar allerhartelijkst: ‘Zo! Jij bent lekker bruin geworden.’
Zij begreep precies wat ik bedoelde, maar het hanteren van de juiste toon bij een dergelijke opmerking luistert erg nauw, is afhankelijk van de doelgroep en zeker niet voor een ieder weggelegd.
Kortom, doorgaans speel ik serieuze en plechtige ernst, terwijl ik vanbinnen wegfladder naar minder formele en onbesuisde gedachten.

Maar nog altijd kan ik jaloers zijn, wanneer ik iemand tegenkom die wél heel hard ‘YOLO’ durft te roepen. Die van zijn of haar hart geen moordkuil maakt en wel hardop elk probleem weg relativeert. De laatste tijd kom ik steeds vaker zo iemand tegen. Die kort en compact, maar heel rechtstreeks zegt wat hem of haar dwarszit. Zo’n persoon begint dat relaas vaak nog wel met een modern eufemisme, maar dat is volgens mij niet zo bedoeld. Er is geen sprake van een probleem of moeilijkheid, maar van een dingetje. ‘Dat is nog wel een dingetje’, zegt deze persoon en geeft daarmee aan dat het eigenlijk allemaal nogal meevalt. Het is ten slotte iets vaags en weinig concreet (een ‘ding’) en het is al helemaal niks groots (want een ‘dingetje’). Het dient wel te worden meegedeeld, maar de oplossing is eigenlijk al in zicht (‘nog wel’).
Zo’n heerlijk wazige uiteenzetting wordt bovendien – en nu komt het! –  ook nog simpelweg afgesloten met de woorden: ‘Dus dat’.
Wat een prachtig slotakkoord van een klaaglied! Daar valt niets meer op terug te zeggen, maar past alleen nog stilte.
Dus dat.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten