vrijdag 25 november 2016

Mam

Een spirituele inborst kan mij niet worden verweten. Ik ken god noch geloof en ben tot boven de kuiten vastgeworteld in de Hollandschen klei. Maar ook ben ik een aartstwijfelaar die niet stellig ontkennen zal dat er meer is tussen hemel en aarde. Intussen ben ik daar stiekem zelfs zeker van…

Vandaag is het zes jaar geleden dat mijn moeder stierf. We wisten dat het zou gebeuren: zijzelf, mijn vader en ik. Nimmer had ze een sigaret gerookt, maar dat kon de longkanker niet schelen. Ik wilde in een god geloven die ik daarvoor verantwoordelijk kon houden, maar wist ook wel dat mama het grootste deel van haar leven  in de tabakswalmen van man en zonen had gezeten. Precies een week voordat de diagnose definitief werd gesteld moesten we – volkomen onverwacht - haar jongste zoon, mijn enige broertje cremeren. Mamma’s hart en haar weerstand waren definitief gebroken.

Het was geen mooi einde, die donderdagochtend. Na een licht paniekerig telefoontje van mijn vader
kwam ik aan in het hospice waar mam sinds zes dagen verbleef en al sinds twee volle etmalen sliep. Nu was ze wakker, benauwd, vechtend tegen een verdrinkingsdood. Spreken was onmogelijk, maar ik las haar blik. Ze had op mij gewacht. Ik hield haar vast en stelde haar gerust: ‘Stil maar. Het is goed zo’. Toen stierf ze in mijn armen. De sneeuw die buiten begon te vallen zou een volle week aanhouden. Ik wilde in een god geloven die ik vervloeken kon, maar vond die niet.

In datzelfde rampjaar was bij De Ware een vorm van reuma vastgesteld. Met het afscheid van mama stopte de medische molen niet. Er volgde een traject van medicijnen en bijwerkingen die De Ware tot vermoeidheid en verdriet dreven. Geheel in lijn met de bizarre zorgwetgeving mocht het beste (en duurste) geneesmiddel pas worden toegepast als al het andere niet zou werken. Een lange en pijnlijke route. Ik wist nu wel zeker dat er echt geen god bestond.

Balancerend tussen hoop en vrees zocht De Ware ook naar alternatieve wegen. Onderging massages. Liet een dagcrème instralen en leek daarbij zelfs baat te vinden. En samen bezochten we tijdens een Portugese vakantie het bedevaartsoord Fatima: een fascinerende landmark van zichzelf kastijdende gelovigen die honderden meters kropen naar een kapel en vervolgens een immense kaars aanstaken. Ook wij staken een kaars op, die vrijwel onmiddellijk smolt in de verzengde hitte van de kaarsenoven.
Na die zomer, nu drie jaar geleden, verminderden de klachten van De Ware. Enkele controles later werd de definitieve genezing bevestigd. Medisch verklaarbaar was het niet, zei de reumatoloog, maar zoiets kwam wel eens vaker voor.

Waren het de massages, de dagcrème? De Portugese bedevaartskaars? Of misschien dan toch een god? Nee, ook bij deze wonderbaarlijke genezing geloof ik niet in een dergelijke causaal verband.
Maar ik herken hierin heel duidelijk mijn moeders hand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten