zaterdag 31 december 2016

Woorden

Taal is zeg maar echt mijn ding. Het is niet alleen het belangrijkste instrument in mijn dagelijkse werk, maar ook een indicatie voor de stemming, het gedrag, de houding en de mening van zowel mijzelf als van anderen. Taal is daarom ook echt wel een dingetje. In elk geval het belang ervan.

In het kader van het obligate eindejaarsachteromkijken las ik een vermakelijk interview met de door mij hogelijk bewonderde Nederlandse acteur Pierre Bokma. Vermakelijk, omdat het onderwerp van dit vraaggesprek uitdrukkelijk spot en speelt met alle interviewwetten (hetgeen overigens door de verslaggeefster, vaak het lijdend voorwerp van Bokma’s scherts en schimpscheuten, veelal braaf, dapper en ondubbelzinnig wordt weergegeven). Maar behalve van mild sarcasme en schurende ironie geeft de acteur ook blijk van enkele opmerkelijke inzichten. Over theater (natuurlijk). Over de symmetrie van het bestaan als alternatief voor religie. En over taal.

In een samenleving waarin ongenoegens zich langzaam opbouwen als een fungus, waarin standpunten verharden is taalverarming een serieus te nemen signaal, aldus Bokma. ‘Jongeren spreken straattaal en in geïnstitutionaliseerde programma’s, zoals het Journaal worden steeds minder woorden gebruikt. Alles moet steeds eenvoudiger worden uitgelegd. Dat is gevaarlijk, want als je de woorden niet meer hebt om te discussiëren, blokkeert het gesprek en lonkt het geweld’.
Behalve een eloquente ook nog een heel ware bewering. Want als zelfs de mannen aan de knoppen zich van maar maximaal 140 lettertekens bedienen om hun mening de wereld in te roepen dan worden mens- en wereldbeeld wel erg beperkt.

Ja, het is een hele ware bewering, van Bokma. Maar wel erg somber. In het interview benoemt hij zichzelf gelukkig ook als een zeer vrolijk mens, dat niet voortdurend lijdt onder zijn eigen pessimistische opvattingen. In die instelling herken ik mijzelf. Liever kijk ik vooruit in plaats van achterwaarts. Positief denken. Het glas is halfvol. Het nieuwe jaar kan nauwelijks beroerder worden dan het oude.
Maar: de taalverarming moet inderdaad een halt worden toegeroepen. Vroeger lag er bij mijn ouders altijd een exemplaar op tafel van Het Beste van Reader’s Digest. Geen idee waarom (en geen idee of dat nog bestaat), maar er stond een rubriek in met het Woord van de Maand, uitdrukkelijk bedoeld om het eigen vocabulaire uit te breiden door dit woord te pas en te onpas te gebruiken. Zoals  delibereren, megalomaan of paraskevidekatriafobie (uiteraard uitsluitend te gebruiken in een Maand met een Vrijdag de Dertiende). Niet alleen maakte ik hiermee grote indruk in mijn brugklas, ik kon ook het debat met mijn docenten beter aan.
Daarom pleit ik hierbij voor het invoeren van een Woord van de Maand in 2017.
Ik wens een ieder een uiterst holistisch nieuwjaar vol luim en raillerie!


1 opmerking: