vrijdag 26 oktober 2018

Bloot

In de basis ben ik een heel onzeker persoon. Zoals iedereen, volgens mij. Ik ben aldoor op zoek naar bevestiging. Zo onopvallend mogelijk, dat wel. Anders wordt het zo sneu.

Na een zomer die, vakantiegewijs, behoorlijk mislukt te noemen viel, brachten we een nazomers weekje door op een partyeiland van subtropische allure. Even ontspannen, meenden wij, De Ware en ik. We kwamen er niet voor het eerst: we kenden de gastheren in de horeca, de vaste najaarsgasten, de lekkerste strandjes, de heerlijkste restaurantjes. We kozen voor ons verblijf ook dit keer voor een bungalow in een centraal gelegen, maar uiterst rustig en kleinschalig resort voor gelijkgestemden. Clothing optional. Want ja, wij houden ervan, zowel op het strand als in en om de bungalow. Blootlopen.

Tussen bloot en naakt bestaat een belangrijk verschil. Je bent bloot als je zonder kleren loopt. Naakt ben je wanneer je je bekeken voelt terwijl je bloot loopt. Deze definitie heb ik ergens gelezen, maar had ik ook heel goed zelf kunnen verzinnen.  Want het is zeker waar: lekker ongekleed in en om de privacy van de eigen woning rondhobbelen geeft een groot en bloot gevoel van vrijheid. Maar wanneer je je bespied of bekeken weet, voel je vooral heel erg naakt.
En eerlijk is eerlijk: ook zelf keek ik vanaf mijn strandbedje steeds even naar de andere, ongeklede zwembadgasten. Niet om mij te verlekkeren aan fraaie, jonge lichamen. Fraaie, jonge lichamen waren er namelijk maar amper. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de generatie van fraaie, jonge lichamen zich naakt noch bloot wil vertonen. Nee, ik gluur slechts naar generatiegenoten, maak een vergelijkende quick scan en hoop zo te worden gesterkt in het idee dat ik er best nog mag zijn. En goddank is dat doorgaans ook het geval. Ik krijg meer zelfvertrouwen bij het zien van een naakte gelijkgestemde, dan door een blik in de spiegel.

Bij het verlaten van ons bungalowcomplex voor het avondprogramma, deed ik dan steeds weer erg mijn best om het blote lijf in een geschikte outfit te persen. Voor deze vakantieweek had ik meer shirtjes in de koffer dan ik in een maand zou kunnen dragen, ook wanneer ik fulltime gekleed zou zijn. En natuurlijk kocht ik in de loop van de week ook nog een paar nieuwe. Maar buiten ons naturistenkampje golden andere regels. Wie goed gekleed gaat, wil graag worden gezien. Dat maakt het gemakkelijker om ongegeneerd te kijken.
Soms meende ik dan opeens een bekend gezicht te zien, aan een ander tafeltje in het restaurant of aan de toog van de bar. Een leuk, jeugdig type met zichtbaar gevoel voor stijl en mode. Bij nadere beschouwing (en bevestigd door de feilloze waarneming van De Ware) bleek het te gaan om een medebewoner van ons vakantiepark, die de hele dag languit en wijdbeens twee strandbedjes van mij vandaan had gelegen en die ik bij de eerste beschouwing met een minzaam knikje links had laten liggen. En bloot. Deze peervormige figuur, waarop de zwaartekracht behoorlijk veel vat had gekregen, zag er in de verpakking vele malen beter uit.

Ook door deze ervaring voelde ik mij aanvankelijk gesterkt. Als de aankleding zo’n enorm positief effect had op deze bijna bejaarde blootloper, wat moest dat dan niet voor mij betekenen? Even voelde ik mij een jonge god, maar gaandeweg begon een nieuw inzicht te dagen.
Als deze kampgenoot er gekleed zoveel beter uitzag, wat zei dat dan eigenlijk over mij? Hoe zagen anderen dan mijn naakte lijf?
Ik werd er opeens heel erg onzeker van.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten