zondag 5 mei 2019

Spelletje

We waren er een paar dagen tussenuit. Uitwaaien aan de kust. Fraai huis gehuurd, dochters mee, beide Ideale Schoonzonen en natuurlijk ook de kleine Bob. Samen wandelen, eten en (best veel) drinken. Het perfecte familie-uitje.

Tijdens de avonden bleef de tv uit. We deden we spelletjes. Ouderwetse gezelschapsspelletjes uit een doos, met dubbelzinnige spelregels. Met elkaar om de tafel onder een ongezellige en onbarmhartige lamp. Individuele kaartspelletjes als Phase 10 dat ikzelf nooit eerder had gespeeld en na een marathonsessie ternauwernood verloor van mijn gedreven dochter Hommel. En het hilarische 30 Seconds, dat we in steeds wisselende duo’s speelden en dat een heel fraai inkijkje bood in de relaties van de verschillende stelletjes en de manier waarop zij met elkaar communiceerden. Ook het fanatisme van de individuele speler kwam hierbij glashelder aan de oppervlakte, gecombineerd met het (on)vermogen om een nederlaag te incasseren.

We speelden ook een paar Escape Rooms, waarbij we als team moesten opereren. Zelf vond ik het daarbij vooral interessant om de groepsdynamiek te observeren. De niet altijd even gestructureerde maar wel constructieve en gezamenlijke inspanningen van mijn dochters kende ik wel. De groepsrollen die de Ideale Schoonzonen speelden in deze verbeten gevechten tegen de tijd waren nieuw en, nou ja, heel bijzonder. Zo waren de spelletjesavonden vermakelijk en leerzaam tegelijk.

Op een late namiddag, toen verder iedereen vermoeid van de inspanningen van de dag, op bed lag bij te komen, waren ons vierjarig prinsessenkind en ik alleen in de enorme woonkamer. We speelden verstoppertje. Kleine Bob telde tot tien en haar opa zocht haastig naar een goede schuilplaats. Die vond ik achter een kamerhoog gordijn. Toen Bob was uitgeteld liep ze met sluipende pas door de ruimte, alsof ze zelf niet gezien of gehoord mocht worden. Ze passeerde op slechts enkele centimeters afstand, maar zag me niet. Ze doorzocht grondig de kamer, de keuken, de gang, de bijkeuken. Tweemaal. Daarna klonk een vertwijfeld ‘Opa! Waar ben je?’ Ik reageerde met een ingehouden ‘Hie-hier!’ Het duurde nog even voordat ze me vond, triomfantelijk het gordijn opzij trekkend. En ook al zat dat moment er al een hele tijd aan te komen, we schrokken allebei even van elkaar. En moesten daar vervolgens heel hard om lachen.

Daarna was het de beurt van opa om te tellen. Bob ging zich verstoppen. Na het wie-niet-weg-is-is-gezien draaide ik me om. Ik zag de kleutervoetjes van Bob vanonder hetzelfde gordijn waar ik had gestaan.
Het was het allerleukste spelletje van de hele week.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten