zondag 16 januari 2011

Schoolvakantie

Het is een wijdverbreid en eeuwenoud misverstand dat men, eenmaal werkzaam in het onderwijs, kan genieten van een schier oneindig aantal vakantiedagen. Ook ikzelf was overtuigd van deze opvatting in een vorig leven, vóór mijn onderwijscarrière. Inmiddels weet ik beter.

Het was een naar en zwaar jaar in meerdere opzichten. Ik liep zowel fysiek als emotioneel op het figuurlijke tandvlees. Een tripje naar de zon tijdens de Hollandse vrieskou leek de poort naar rust en ontspanning. Even bijtanken. De feestdagen vielen gunstig in de twee weken durende kerstvakantie. Toch viel het nog niet mee om iets te boeken. Crisis of niet: iedereen lijkt graag ver weg te willen vliegen. In gezinsverband. En dus tijdens de schoolvakanties.

Want werken in het onderwijs betekent vooral: altijd weg in het dure en drukke seizoen. De kleine bungalow die ik boekte op het Canarische paradijsje was een week later de helft goedkoper. Sterker nog: voor het kleine kapitaal dat ik neertelde voor ons vakantiehuisje, kon ik op een ander moment in het jaar wel drie weken volpension verblijven in een luxe hotel dat ongeveer gebouwd was op het strand.

Het aantal vakantiedagen in de onderwijssector ligt misschien wat hoger dan gemiddeld, die dagen liggen wél altijd vast. Ruilen kan niet en het lesrooster is altijd dwingend.

Zei ik vakantiedagen? Dat suggereert de rust en ontspanning waarover ik het eerder had. Maar het betekent vooral ook: joelende en krijsende kinderen, in het vliegtuig, in het zwembad, in het bungalowpark. Altijd deel uitmaken van de massa. Met duizenden tegelijk voet zetten op dat idyllische wandeleiland. En vele euro’s meer betalen voor een ijsje of biertje dan een paar weken eerder of later op dezelfde plek.

Het werk gaat intussen trouwens gewoon door. Want het dynamische onderwijs vraagt erom bij te blijven en lessen actueel te houden. Routine wordt het nooit. Dus ook op het strand of in de skilift: vakliteratuur, colleges voorbereiden en met een beetje ongelukkige planning ook nog wat tentamens corrigeren. De waarlijk beroepsgedeformeerde vakidioot beantwoordt ook nog de e-mails van doorwerkende stagiaires (die zelf ná hun stage lekker een weekje buiten het seizoen vakantie vieren).

En bij thuiskomst lijkt die vakantie nooit te hebben plaatsgevonden. ‘Ik wacht nu al bijna drie weken op mijn tentamenuitslag’, foetert de student. Maar hemelsbreed gaat het natuurlijk om amper drie dagen. Toch gaat de uitgeruste docent veelal mee in de gevoelsduur van die student en voelt zich warempel ook nog schuldig over de periode dat hij het tentamen in zijn bagage heeft meegevoerd. Even maar: nog geen dag later is die hele vakantie alweer lang vergeten…

Deze column werd eerder online gepubliceerd voor studenten en medewerkers van Fontys Hogescholen op 11 januari 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten