zondag 29 mei 2016

Val

Vader is gevallen. Het leek allemaal in slow motion te gaan, maar het was gebeurd voor ik er erg in had. Ik had hem vast, echt waar. Maar de zwaartekracht was sterker dan ik. Of misschien rukte hij zichzelf los uit mijn greep. Met of zonder alle tragische symboliek: vader viel met een behoorlijke smak op de grond.

Het was de eerste prachtige voorjaarsdag: een uitgelezen moment voor een wandeling in het nabijgelegen park. ‘Van een beetje beweging is nog nooit iemand doodgegaan’, zei ik nog opgewekt, terwijl ik vader de deur uit hielp, hetgeen nog een behoorlijke opgave is bij iemand die ongeveer de hele winter in de bank heeft gezeten. Hij bewoog stijf en houterig en was weinig stabiel – een vooruitwijzing die ik misschien meer aandacht had moeten geven.
De wandeling was heerlijk en ja, misschien ook wel te lang. Vader wilde al een poosje even gaan zitten, maar ik stelde hem een zonnig terras in het vooruitzicht om op uit te blazen onder het genot van een heerlijk glas rosé. Dat laatste stelde ik vooral mijzelf in het vooruitzicht. ‘Hou vol, pap!’ riep ik, ferm coachend.

Met het terras in het vizier ging het mis. Op een onregelmatig stukje bouwterrein verloor vader zijn evenwicht, struikelde, tuimelde, viel. Ik had hem vast, echt waar. Maar hij glipte uit mijn vingers, brak eerst zijn val met zijn linkerarm en stuiterde toen ook nog met zijn voorhoofd op het harde zand.
Dat zag er lelijk uit. Ik bekeek de zanderige hoofdwond en dacht ‘tetanusinjectie’. Ik wist mijn vader te begeleiden naar een zorgmedewerkster die dienst had in zijn gebouw. Ze maakte de wond schoon en dat bleek gelukkig alleen geschaafd. Ze voelde even aan de arm, die pijnlijk was. Maar niet gebroken, constateerde zij. Haar advies: rustig terug in de bank gaan zitten en wachten tot het over gaat. Ik schafte een mitella aan, maar het lukte vader niet om dat concept nog te bevatten.

Maar de pijn in de arm ging niet over, dus bezocht ik met vader een huisarts. De arm was geheel zwart als gevolg van een bloeduitstorting, maar ook de huisarts zei: het is niet gebroken. En schreef een pijnstiller voor. Hij voorspelde een traag, moeizaam en pijnlijk herstel als gevolg van vaders ouderdom.
Bijna drie weken later klaagde mijn vader nog steeds over aanhoudende pijn. Een vervangende huisarts kwam op visite. Geen breuk, was ook haar conclusie. Maar ook: misschien toch even een foto laten maken. Dus maakten we een paar dagen geleden een uitstapje naar de afdeling radiologie van het nabijgelegen ziekenhuis, vader en ik.

De radioloog was even onverbiddelijk als de foto: de bovenarm was gebroken. Hij vroeg nog maar eens wat er precies was gebeurd, met een blik die mijn schuldgevoel tot ongekende proporties wist te brengen. Hij stuurde ons met foto naar de Spoedeisende Hulp, waar achtereenvolgens een verpleegkundige, een arts-assistent en een arts dezelfde diagnose kwamen afgeven. Ja, de arm was gebroken. Maar als dat direct na de val al was geconstateerd, dan hadden zij er ook niets aan gedaan. De breuk moest vanzelf helen. Met behulp van pijnstillers en misschien een mitella.
Ach, we waren er toch weer een middagje uit geweest.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten