vrijdag 18 mei 2018

Theater

Vaak hoorde ik het al van blije bejaarden en las ik het in al even blije blaadjes. Maar nooit had ik gedacht dat ik het zelf ook nog eens hardop zou bevestigen. En zeker niet in deze fase van mijn leven. Maar echt: wat is het fijn om opa te zijn!

Kleinkinderen zijn zoveel heerlijker dan eigen kinderen. Je hoeft ze niet op te voeden, je kunt ze mateloos verwennen en als ze hun groenten niet opeten dan hoef je daarover geen ruzie te maken, maar geef je ze gewoon wat extra ijs als toetje. Hoewel De Ware en ik onszelf nog te jong vinden om de functie van Oppasgrootouder te bekleden, gaan wij graag met onze kleindochter (3,3 jaar, koosnaam Bob) op pad. Ook wij bekijken zo - voor de derde maal - nieuwe en bekende zaken door de ogen van een kind. Dat valt niet altijd mee.

Afgelopen week gingen we met Bob naar een poppentheater. Of poppenkraam, in Bob haar eigen termen. We waren in het gezelschap van tante Hommel en haar verloofde, de boom-van-een-oom wiens naam door Bob altijd steevast in de verkleinvorm wordt gebruikt. De poppenkraam bevond zich in een bos- en venrijke omgeving dus de wandeling erheen was al helemaal leuk. Toen we arriveerden stonden er al twee verjaardagsfeestjes te wachten, dus het betrof een uitverkochte voorstelling. De titel luidde: Konijntje Zilver en het was een one-woman-show die twintig minuten te laat begon. De artiest legde uitvoerig uit dat ze die ochtend zelf oma was geworden, weliswaar voor de zesde keer, maar ja, het had haar dag toch wat vertraagd. Zonder verdere overgang begon ze de voorstelling.

Binnen vijf minuten was de plot niet meer te volgen. Een onwaarschijnlijk groot aantal personages (mensen, dieren, mythische figuren) passeerde de revue. Allemaal spraken ze met dezelfde stem, hetgeen het volgen van de dialogen behoorlijk bemoeilijkte. De actrice sprak  de kinderen beurtelings toe als bosvrouwtje (in groen lappengewaad met een grobbenbollenachtige muts op het hoofd) of als bosfee (dito outfit maar met zilverkleurig puntmutsje). Konijntje Zilver, toch de titelrol, had een uiterst beperkt aandeel in de voorstelling. Wel beschikte dit diertje over de eigenschap om zilveren keutels te produceren. Om onduidelijke redenen weerhield een Schaduwmonster Konijntje hiervan. Het aanwezige publiek werd gesommeerd om het ene na het andere zelfgecomponeerde lied te zingen om de rampspoed te bezweren. Na ruim een uur verstomde het gezang maar toen volgde gelukkig ook de catharsis van de voorstelling: het Schaduwmonster droop af. Zomaar (denk ik).

Terwijl De Ware en ik nog met tante en oom in redelijke verwarring met elkaar probeerden de hele vertelling te duiden, liepen de kinderen achter het bosvrouwtje ook daadwerkelijk het bos in, alwaar bij wijze van bonus een speurtocht was uitgezet, die leidde langs een kistje met ranja en een doosje met snoepkikkers en eetbare zilveren keutels. Dit was voor Bob het hoogtepunt van de middag.
Tijdens deze tocht passeerden we een paar opgeschoten jongens die langs het bospad stonden. Ze waren een jaar of tien. Toen ze het bosvrouwtje zagen, riepen ze, goed hoorbaar: ‘Die heeft een pruik op’.
Ik vermoed
dat ik de voorstelling heb bekeken door de ogen van een tienjarige.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten